Verkleint reorganisatie
doorgroeikansen?
Roostervrij en de
snipperkaart
woord. Een vereiste zonder
meer is dat je laat zien dat je er
bent.'
Streven naar erkenning voor
het werk van de regiocommis
sies is daarbij nog niet eens
zozeer de voornaamste drijf
veer van het Roermondse ge
zelschap. Van essentieel be
lang vindt men wel dat de
achterban een herkenbaar
beeld krijgt van wat er gaande
is.
Zijn er inmiddels misschien al
voorbeelden bekend van za
ken die met als bakermat de
regiocommissie via de werk
nemersdelegatie hun weg
hebben gevonden naar de
CAAR als gezamenlijk ge-
sprekspodium voor werkge
vers en werknemers? Het sa
menvattend verslag van de
gehouden besprekingen
wordt er plechtig voor ter tafel
gehaald. Behalve de nodige
'huishoudelijke' punten zoals
een budgetaanvraag, het ont
werpen van eigen briefpapier
voor CAAR en regiocommis
sies ter vergroting van de her
kenbaarheid, was er het voor
stel om per regio informatie
avonden te beleggen ten be
hoeve van de achterban die
werkt bij banken zonder on
dernemingsraad. Ook was
men hoogst benieuwd naar de
eventuele Rabobank-conse-
quenties indien straks de veel
besproken invoering van een
nationaal betalingscircuit een
feit wordt. Maar bovenal was
er toch wel de vertolking van
een stuk bezorgdheid over de
uitwerking die de recente
reorganisatie binnen de cen
trale Rabobank zal hebben op
de doorgroeimogelijkheden
voor werknemers van plaatse
lijke banken. Hein Jacobs ver
tolkt met eigen woorden nog
maals de als gevolg van het
project Opvoering Toege
voegde Waarde bestaande
vrees voor een belemmering
van carrièremogelijkheden:
'Aan de postinpakmachine
beginnen en uiteindelijk bank
directeur worden, dat is er al
lang niet meer bij natuurlijk.
Maar je merkt dat logische
promotielijnen steeds meer
verstopt raken nu door dat
OTW-project ook vanuit
Rabobank Nederland de nodi
ge gegadigden gaan meedin
gen naar de leuke banen.
Heus, zoiets wordt gesigna
leerd; soms wordt de pijn er
van aan den lijve ervaren en
door zulke zaken aan te kaar
ten wordt er wat los gemaakt.'
Een nota over de werkwijze
van de CAAR wordt tijdens de
bespreking in het Roermond-
se gezelschap van enige kant
tekeningen voorzien. Allemaal
wijzen ze in een en dezelfde
richting: wees voorzichtig met
het instellen van allerhande
commissies. Handel liever
overeenkomstig de behoefte
en bepaal ook de vergaderfre
quentie van de voltallige
CAAR naar behoefte. 'Ik be
grijp eruit', vat voorzitter
Joosten de algemene ge-
dachtenwisseling samen, 'dat
we allemaal ongeveer op een
zelfde lijn zitten?'
Instemmend geknik alom. En
weer weet de Limburgse dele
gatie met welke 'boodschap'
ze de daaropvolgende week
wat dit betreft naar Utrecht af
kan reizen.
Heel wat pittiger is het debat
wanneer de afgevaardigden
zich aansluitend buigen over
de agenda die de CAAR-werk-
nemersdelegatie in haar
eerstvolgende vergadering
krijgt voorgeschoteld. Er zal
dan o.m. gesproken worden
over een in twee regio's ge
houden enquête rond de
vraag: Hoe gaan de banken
om met het fenomeen roos-
tervrije dagen? De uitslag
geeft de nodige oplossingen
en (bedenkelijke) interpreta
tieverschillen te zien. Het ver
schijnsel 'roostervrij' als zoda
nig bekijken de Limburgers
met een flinke reserve. 'Het in
ruilen van de prijscompensa
tie tegen een aantal extra da
gen vrij per jaar heeft enkel tot
gevolg dat het onze organisa
tie nog meer voor de wind
gaat. Zo is het toch, of niet',
vraagt Hein Jacobs zonder er
doekjes om te winden. Diver
se commissieleden bestem
pelen de roostervrije dagen
als ondingen of als 'een in
strument om de dingen node
loos moeilijk te maken. Er
komt een geweldige hoop or
ganisatie bij kijken en alleen
het bedrijf wordt er beter van
doordat het kan besparen op
de loonsom en men desge
wenst een stukje leegloop kan
opvangen.' Zegsman Piet
Lomme vervolgt: 'Hier is de
plank finaal misgeslagen.
Men had er naar mijn idee be
ter aan gedaan de extra dagen
vrijaf gewoon op de snipper
kaart bij te schrijven.'
Het is diverse commissiele
den ter ore gekomen dat van
uit Rabobank Nederland mo
menteel de bankdirecties
geënquêteerd worden. Daar
bij gaat het erom in hoeverre
de roostervrije dagen iets te
beduiden hebben op het vlak
van de werkgelegenheid. Jan
Bol: 'Het zal mij inderdaad be
nieuwen of dit alles voor de
werkgelegenheid (n)iets om
de hakken heeft.'
Ger Joosten: 'Oké, spreken
we dan af dat Hein (Jacobs)
namens Limburg op landelijk
niveau ook op dit onderwerp
nog even de aandacht zal ves
tigen?'
Hein Jacobs: 'Je ziet aan alle
kanten die opeenhoping van
verlofdagen. In de praktijk
komt het erop neer dat men
probeert met minder mensen
in minder tijd hetzelfde werk
gedaan te krijgen, of zelfs
meer. Het klinkt overal in. Ik
vraag me ernstig af of we zo
langzamerhand niet het punt
hebben bereikt waar de rek
volledig uit het elastiek ver
dwenen is. Ik zou willen plei
ten voor bewuste overcapaci
teit in de bezetting als uit
vloeisel van die roostervrije
dagen, zodat deze dagen ook
kunnen worden opgenomen'.
9