Regiocommissie CAAR: 'Wij werken niet in het luchtledige' 1/ Eind vorige maand boog in Utrecht de Centrale Adviesraad Arbeidsaangelegen- heden Rabobankorganisatie (CAAR) zich weer over een pittige agenda. Als gebrui kelijk berichtte Raboband er in de jongste editie uitvoerig over. Maar realiseren de personeelsleden zich wel hoeveel voor bereidend werk ermee gepaard gaat, hoeveel moeite er gedaan wordt om te bereiken dat de CAAR geen dor en af standelijk praatcollege blijft, dat elke band mist met dingen die wortelen in de alledaagse bankpraktijk? De man die het vraagt heet Ger Joosten, werkzaam bij de Rabobank in het Middenlim burgse Stramproy. En eigen lijk ligt in de toon waarop de vraag wordt gesteld reeds de eerste aanzet tot een ant woord beslotenTe gemak kelijk ontstaat naar buiten de indruk dat het blijft bij dit lan delijke beraad. Terwijl er juist vanuit de negen regio's toch een hele hoop bouw- en praatstof aangedragen wordt. Het landelijke platform fun geert uiteraard als podium voor de regionale afgevaar digden, maar het gevaar blijft levensgroot dat van wat er leeft een aantal zaken toch niet de aandacht krijgen die ze verdienen. En zo trekt Raboband op een goeie dag naar het zuiden om er o.m. als toehoorder een vergadering bij te wonen van een regiocommissie zoals die 8 op min of meer vergelijkbare wijze functioneren in alle Rabobank-regio's. Behalve Ger Joosten die met de (denkbeeldige) voorzitters hamer is toegerust, maken de volgende collega's deel uit van de regiocommissie in het Roermondse: Piet Lomme (Geleen-Lutterade), Jan Bol (Roggel), Wim Vievermans (Venray), Hein Jacobs (Tege- len) en Thijs Linssen (Venlo). Laatstgenoemd tweetal staat er borg voor dat het Limburg se geluid doorklinkt tot in de CAAR, respectievelijk namens de banken zonder en met een eigen ondernemingsraad. Als vergaderlokaliteit is gekozen voor het monumentale Roer mondse regiokantoor, waar voorafgaand aan het eigenlij ke overleg al tijdens een geza menlijke lunch de tongen goed los komen. Over de gast vrijheid en ondersteuning in algemene zin die men vanuit het regiokantoor ondervindt, is iedereen bijzonder te spre ken. Twee commissieleden heb ben hun vakantie tijdelijk af gebroken om tenminste de vergadering te kunnen bijwo nen. Een ander heeft zich ech ter moeten verontschuldigen. Wegens drukke werkzaamhe den kon hij op kantoor niet ge mist worden. Het gebrek aan tijd blijkt een euvel dat in het algemeen nogal eens dreigt. Het speelt zelfs de landelijke vertegenwoordiging parten. Er komt veel op je af 'Het valt niet te ontkennen, er komt nogal wat op ons af; en de belasting dreigt dan wel eens teveel te worden', erkent ook Hein Jacobs volmondig. 'Natuurlijk is het een lekker gevoel wanneer na een paar keer 's avonds lang doortrek ken telkens toch die vervelen de werkachterstanden zijn weggewerkt. Maar het blijven natuurlijk lapmiddelen.' De diverse leden van de Roer mondse regiocommissie ma ken bepaald niet de indruk er naar te streven om om het vergaderen te willen vergade ren. Wel wordt voorafgaande aan elke CAAR-bijeenkomst zeer consequent beraad slaagd. Bij die gelegenheid wordt niet enkel de agenda voor de op stapel staande CAAR-vergadering grondig doorgeworsteld. Er komen te vens stukken aan de orde die bij regiocommissies el ders in den lande aan bod zijn geweest. Op die manier blijft men op de hoogte en weet men in grote lijnen van elkaar waarmee men bezig is. Maar eerst buigen de aanwe zigen zich over het verslag dat is opgesteld over de eigen verrichtingen tijdens de jong ste bijeenkomst van de regio commissie. In zijn hoedanig heid als secretaris doet Wim Vievermans met een sporadi sche opmerking zijn voordeel. De gevraagde clementie ('Ik doe dit ook niet dagelijks') lijkt overbodig. Maar het trouw uitbrengen van verslag over de eigen vergaderingen wordt toch gezien als een van de mogelijkheden om het con tact met de achterban te be waren. De Limburgers hebben het gevoel niet uitsluitend voor eigen provincie te spre ken wanneer ze wijzen op de noodzaak ruchtbaarheid te geven aan het eigen doen en laten. Joosten: 'Het personeel dat in dienst van plaatselijke banken staat moet zich be trokken gaan voelen bij de regiocommissie en daardoor ook bij de CAAR als zodanig. We werken niet in het luchtle dige en we hangen er ook niet zomaar wat bij. Is iedereen eenmaal doordrongen van dat besef, dan werkt dat vast ook motiverend op de mensen. Dan dragen volgens mij per soneelsleden eerder ideeën en onderwerpen ter bespre king aan. Gebeurt dat niet, dan blijft de CAAR veel te af standelijk. Het is gedeeltelijk zeker hiervan afhankelijk of de vraag naar het functioneren van de CAAR over een poos positief zal worden beant-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 8