Nieuwsgierigheid beloond Gyda Rebergen exposeert in hoofdkantoor Croeselaan Het was mei 1983. Het gebouw aan de Croeselaan begon zijn uiteindelijke vorm aan te nemen. De glasplaten waren be vestigd, aan de afwerking werd binnen en buiten nog hard gewerkt. Zo nu en dan waagde een nieuwgierige Utrechter zich op het terrein om dat bijzondere gebouw eens van dichtbij aan een kritische blik te onderwerpen. Er waren zelfs mensen die door middel van foto's dat vreemde gebouw probeerden vast te leggen. Een van die fotograferende nieuwsgierigen was Gyda Re- bergen-Kropff, een 24-jarige studente van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Zij schoot rollen vol plaatjes, in de hoop er voor haar eindexa menopdracht gebruik van te kunnen maken. Vanaf het moment dat ze het gebouw-in-aanbouw voor het eerst zag boeide het haar. Ze vond de buitenkant zo fantas tisch, dat ze zich over de kwa liteit van de binnenkant geen zorgen maakte. Naar aanlei ding van de gemaakte foto's is ze gaan nadenken en gaan schetsen. Het idee voor haar examenproject rijpte. Ze zocht contact met het projectbu reau van de centrale bank - dat de dagelijkse leiding van de bouw had - om te kijken of men haar toestemming wilde geven om het gebouw 'te ge bruiken'. Men was eigenlijk meteen enthousiast en rea geerde heel spontaan. Ze kreeg alle medewerking en mocht ook uitgebreid de bin nenkant van het gebouw be kijken, fotograferen en opme ten. Zware opleiding Gyda komt oorspronkelijk uit Veenendaal, waar ze aan het plaatselijke lyceum de Havo deed. Ze wilde daarna naar de Stichting Opleiding Leraren om de richtingen Textiel en Handvaardigheid te volgen. De belangstelling voor die op leiding was echter zeer groot, ze werd helaas uitgeloot. Er volgde toen een jaartje van zoeken naar een alternatief en ondertussen via een uitzend bureau de kost verdienen. Via het ministerie van onderwijs en wetenschappen kwam ze op het spoor van de Koninklij ke Academie. Ook voor die opleiding was de belangstel ling groot: 80 mensen, slechts 20 plaatsen. Toelating geschiedde op basis van ge maakte werkstukken. Een voor een moesten de aspi rant-leerlingen, met voorbeel den van hun kunnen, voor een commissie verschijnen. 'Het was echt een zenuwentoe stand', zegt Gyda er nu over. Dolgelukkig was ze toen ze hoorde dat ze was aangeno men. 'Het is wel vijf jaar keihard werken op de Academie, je moet echt doorzetten. Ik ge loof dat dat door de buitenwe reld heel vaak onderschat wordt.' De eerste twee jaar volgen de leerlingen alle vak-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 8