Groot helpt klein via de stichting
Kleinnood
WÊÊKÊKÊÊÊSÊKÊÊÊÊSÊÊÊÊÊÊKKÊÊÊÊKÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊKÊÊÊÊÊKÊÊÊÊÊÊÊBÊÊÊÊÊÊÊÊBÊÊÊ
WÊÊÊÊM
I
Grote bedrijven, die kleine en middelgro
te bedrijven gratis, voor niemendal hel
pen bij het oplossen van hun problemen.
Dat klinkt als een modern, industrieel
sprookje. Maar dat sprookje is niettemin
een realiteit. Het wordt door de stichting
Kleinnood waargemaakt. Al meer dan
600 kleine bedrijven zijn gratis door
Kleinnood geholpen. Wat is dat dan voor
een organisatie, die stichting Kleinnood
en wie en wat zit erachter?
Advies op maat
Waarom sponsoren?
Kleinnood is een in Den Haag
gevestigde organisatie, die
zich ten doel stelt kleine en
middelgrote bedrijven te hel
pen bij he'. oplossen van pro
blemen, waar ze zelf niet uit
komen. Men kan daartoe een
beroep doen op een aantal
consulenten. Dat zijn meestal
gepensioneerde managers
van grote bedrijven, die over
een ruime bedrijfservaring be
schikken en zich bereid heb
ben verklaard om hun kennis
en ervaring te gebruiken voor
hulp aan kleine en middel
grote ondernemingen. Ze
hebben allemaal een goed
pensioen en zijn daarom be
reid zonder honorarium te
werken. Uiteraard worden wel
hun reis- en verblijfskosten
vergoed. Die kosten en de an
dere kosten van de Kleinnood-
organisatie worden gedragen
door een aantal grote bedrij
ven, die optreden als spon
sors, o.a. Nationale Nederlan
den, DSM, Hoogovens, Unile-
ver, Shell en een reeks ande
ren, waaronder twee accoun
tantskantoren, een groot ad
vocatenkantoor, Raadgevend
Bureau Berenschot, TNO en
VNO. Ook de Rabobank be
hoort tot de sponsors van
Kleinnood. Onder de sponsor-
bedrijven zijn er een aantal,
die bijdragen 'in natura' ge
ven. Zodoende kunnen de
consulenten, wanneer dat no
dig is terugvallen op de hulp
van ingenieurs, juristen, ac
countants, organisatiedes
kundigen en andere specialis
ten die in dienst zijn van de
sponsors. Bovendien hebben
de consulenten uit hun vroe
gere werkkring veel collega's
en relaties, waar ze als dat
te pas komt ook een beroep
op mogen doen. De consulen
ten wonen verspreid over het
gehele land.
Komt er een verzoek om hulp
binnen, dan wordt eerst beke
ken welke consulent in dat
geval het beste hulp zou kun
nen bieden. Deze consulent
wordt vervolgens gevraagd
het bedrijf te bezoeken. In het
eerste bedrijfsbezoek leert hij
het bedrijf kennen en wordt
het bedrijfsprobleem afgeba
kend. Zo'n eerste gesprek
werkt vaak al verhelderend.
Kleine ondernemers hebben
vaak behoefte aan een praat
paal; een klankbord voor hun
problemen. De consulenten,
die in hun leven al zeer veel
bedrijfsproblemen zelf heb
ben moeten oplossen kunnen
die rol goed vervullen. Ze ver
staan de taal van de kleine on
dernemers en voelen snel aan
wat de problemen zijn. Door
goed te luisteren en kritische
vragen te stellen kunnen de
consulenten vaak in het eerste
bezoek al bereiken dat de on
dernemers nieuwe inzichten
krijgen en een begin van een
oplossing gaan zien. Meestal
zijn echter vervolgbezoeken
nodig en niet zelden is het
nodig de hulp van een specia
list in te roepen. Gemiddeld
worden er ongeveer drie be
zoeken per onderneming ge
bracht.
Wat beweegt nu de grote on
dernemingen om bijdragen te
leveren voor het oplossen van
de problemen van kleinere be
drijven? Kort gezegd: eigen
belang en gevoel van sociale
verantwoordelijkheid. Het
midden- en kleinbedrijf kan
worden gezien als een be
langrijke categorie afnemers
en leveranciers van het groot
bedrijf. Het grootbedrijf heeft
dus een direct belang bij een
8