Tot de bodem uitgraven sentieel in het project is het aandeel van tekstschrijver Van den Driest. Binnen de be perkte omvang van 110 pagi na's lag bij hem de opgave om beknopt via verhelderende bijschrift-achtige teksten zo veel mogelijk feiten en we tenswaardigheden te slijten. Aldus ontstond een ook voor buitenstaanders leerzaam ge heel. Om alles overzichtelijk te houden, werd besloten tot een indeling in drie hoofdstukken: de zee, het land en de bewo ners. Behalve het probleem dat alle windstreken evenre dig veel aandacht behoorden te krijgen, was er oökde opga ve om stil te staan bij het mo derne Zeeland met z'n 51 jachthavens, ultramoderne containerschepen, de haven overslag en de deltawerken. Voor zover^pr kritische kantte keningen kwa men, aldus Frans van den Driest, betrof fen ze vooral die vermenging. 'Met name de echte liefheb bers van folklore en heemkun de spraken je daarop aan. Ze lieten merken de tekst ook bij zonder kritisch te lezen, met als gevolg allerlei reacties. De een wilde beweren dat het voorwiel van een 'driewiel-kar' niet zwenken kon; een ander meende beter te weten hoe een originele graanschop eruit heeft gezien. Maar je moet natuurlijk bij de samen stelling van zo'n werk terdege op je hoede zijn. Juiste infor matie, daar draait het om, ze ker zo gauw details van we zenlijke betekenis zijn'. Illustratief mag het verhaal over deZeeuwse klederdrach ten heten. Ze bestonden in ge weldige verscheidenheid. Axfel, Schouwen, Arnemui- den, Zuid-Bpyeland, Tholen en Cadzand, ze hadden elk hun eigen dracht/Afwijkingen kwamen op dit punt zelfs voor tussen protestant en katho liek, verduidelijkt Van den Driest. FHet isolement van de voormalige eilanden werkte de verschillen nog eens in de hand. Extra complicatie: on der mannen houdt alleen op Walcheren een enkeling de oorspronkelijke dracht nog in ere, terwijl de jongste vrouw in klederdracht inmiddels ook reeds royaal de vijftig is ge passeerd. Van den Driest vertelt het met zekere spijt, hoewel zijn lief hebberij hem toch veelvuldig met vergane glorie confron teert. Wat geldt voor de tradi tionele kledij, is ook op de ver schillen tussen boerenwa gens en op de diverse soorten vaartuigen van toepassing, stelt hij vast. Bij het inventari seren van wat verloren ging, kregen vissersvaartuigen als de hoogaars uit Arnemuiden en de omstreeks 1950 ver dwenen Zeeuwse schouw een ereplaats. Voor Frans van den Driest is het platenboek inmiddels al weer verleden tijd. Maar stel lig is hij niet de man om nu namen geïnventariseerd wor den. Frans: 'Vroeger had let terlijk ieder perceel op Wal cheren een eigen naam. Toen na de inundatie gedurende de Tweede Wereldoorlog alles opnieuw werd ingedeeld, wa ren die oude benamingen niet meer van toepassing en sindsdien dreigden ze hele maal in de vergetelheid te ra ken'. Voor het gebouw van de Rabobank aan de prachtige Veerse Kaai, wijst Frans van den Driest tenslotte even achteloos naar de toren van het monumentale stadhuis. En mijmerend: 'Daarginds op zolder liggen nog schatten werk. Alles tot op de bodem uitgraven zou jaren vergen. Met het risico dat je vergeet waar het om begonnen is, zo rijk geschakeerd is het aan bod. Maardenkerom dat Vee- re iets te betekenen had alvo rens het in verval raakte sinds het vanaf de tweede helft van de 1 7e eeuw niet langer meer fungeerde en floreerde als stapelplaats voor de wolhan- del met Schotland'. maar op zo'n befaamde 'klap- bank' als dieteOudelande van de welverdiende rust te gaan genieten. In het kerkarchief van zijn woonplaats heeft hij om maar eens wat te noemen al eerder 'verrassend goed materiaal' aangetroffen. Sa men met enkele medeleden van de Fleemkundige Kring moeten bovendien hoognodig eens veel verdwijnende veld- 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 5