Hoenderhouder Johan Visser goochelt met erfelijkheidsleer Van halsbehang tot staartpartij Welke geheimen gaan schuil in de wereld van pels en pluim? Waarom werken fokkers van duiven, cavia's, konijnen en ander kleinvee bij voorkeur in stilte? Zijn er verborgen krachten in het spel? Een woud stampvol predikaten en kleurslagen brengt elke leek vroeg of laat tot wanhoop. De argeloze raakt het spoor volkomen bijster. Tenzij een deskundige gids als Johan Visser hulp vaardig een handje helpt. Een gesprek over goocheltrucs met de erfelijkheidsleer, in gepaste terughou dendheid gevoerd. Desondanks een openhartig relaas over een liefhebberij waarin roem en teleurstelling wonderlijk grenzen aan elkaar. Als extra: het kampioenschap der lege hokken of een vergeefse reis naar Verona. Het belang van moderassen en kleurslagen Felle jacht op de predikaten Het schuurtje dat we betreden na een klauterpartij over afrasteringen, staat op het landje van een bevriende boer. Een gulzige horde mussen, betrapt bij de voerbak, gaat met verschrikt gekwetter op de vleugels. Tussen het ge scharrel van nuffige hoenders een haan als een oordeel. Als het dier verwaand een bron zen keel opzet, volgt ergens uit het halfduister onmiddel lijk viriele bijval. Horen en zien vergaat. Johan Visser (28) grinnikt. Kunnen we nu begrij pen waarom hij op zekere dag alle fazanten, z'n parkieten en zelfs een geit aan de kant deed om zich voortaan hier helemaal op toe te leggen? Vol trots neemt hij een haan met zo'n opvallend afgeplatte 'rozekam' op de arm. 'Doelbe wust ben ik me gaan beperken tot de grote zwarte Wyandot- te. Natuurlijk bestaan ook bij dit Amerikaanse hoenderras allerhande kleurslagen, stuk voor stuk met een eigen klas se op tentoonstellingen en keuringen. Je hebt zilver, co- lumbia, patrijs, goud-zwart gezoomd, buff, teveel om op te noemen. Alleen al voor krie len bestaan wel 16 verschillen de kleurslagen. Het is een ty pisch mode-ras, ook met wei nig ruimte gemakkelijk te houden. Veel kippen zijn naar mijn smaak wat smalletjes, te iel. Een Wyandotte is fraai en mak. Een kalm dier. Als je ze oppakt, raakt ze ook niet in pa niek. Aardige bijkomstigheid: ze legt redelijk. Maar hoofdza kelijk gaat het om de mooiig heid. Hoe benader je de stan daard-eisen zo dicht mogelijk, dat is het spannende. Gelet wordt vooral op aard en con touren. Een keurmeester kijkt naar staartpartij, halsbehang en vleugeldracht. Staat een Wyandotte goed in de hou ding, dan moet je tussen sna vel en staartpuntje een denk beeldige horizontale lijn kun- nen trekken.' Beslist zonder zichzelf te wil len rangschikken onder de fa natieke prijzenlopers, stelt Jo han Visser er toch een eer in om jaarlijks een keer of zeven het puikje onder de fokpresta- ties in te zenden naar landelij ke of regionale shows. Predi katen als uitmuntend, fraai, of (zeer) goed klinken hem als vertrouwde muziek in de oren. Helemaal voorspelbaar zijn de resultaten echter nooit; het werken met levend materiaal houdt automatisch een zeker gok-element in. 'Je leeft altijd naar zo'n tentoonstelling toe; er kan tussentijds van alles mis gaan. Zijn de belangrijkste troeven wel op het juiste tijd stip tentoonstellingsklaar? Je fokt er wel op, maar vertra ging in de zomerrui kan al rampzalig zijn. Altijd is er wel wat wanneer je met gedierte te maken hebt. Belangrijker dan die bekroning is voor mij de onderlinge mentaliteit tus sen de fokkers. Het type mens waar je mee in aanraking komt, spreekt mij aan. Een heel verschil met bijvoorbeeld voetbalsupporters. In deze hobby heeft men nog wat voor elkaar over. Persoonlijk heb ik tenminste al menig staaltje van fijne kameraad schap meegemaakt.' De collega's die met hem bij de Rabobank Steenwijk hun schouders zetten onder het spaarbankbeleid, begrijpen weinig van Öe innerlijke strijd die Johan Visser ieder voor jaar te voeren krijgt. Lang niet alle kuikens die het broedma chineresultaat zijn van de tientallen ingelegde eieren, zullen langdurig smullen van de uitgelezen voedselcombi- naties die de Overijsselse fok ker zijn troeteldieren toebe deelt. Hun kostje bestaat uit de fijnste graanmengsels, groenvoer, vitamines en beendermeel. Behalve kennis, zijn ook ondervinding en ge voel wezenlijk belangrijk bij het beantwoorden van de vraag welke dieren worden 8

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 8