ZICHT OP TOEKOMSTIGE WERK- EN PERSONEELSOMVANG KOST HOOFDBREKENS Leeftijdsopbouw 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 Wanneer onze werkomvang steeds rus tig groeide, de economie blijvend floreer de en de techniek stilstond zouden de werk- en personeelsomvang van over een paar jaar vrij makkelijk voorspelbaar zijn. Helaas ontwikkelen deze en tiental len andere factoren zich vaak grillig, soms onlogisch maar in elk geval voort durend. Dat de leiding op allerlei niveaus in onze organisatie niet achter de feiten wil aanhollen spreekt voor zich. Wat we in 1983 aan personeelsplanning probeerden op te zetten vindt u hieronder beschreven. Duur van het dienstverband WERKGELEGENHEID 9 -9.000 -8.000 -7.000 -6.000 -5.000 -4.000 -3.000 -2.000 1.000 per 31-12 0 ter voor dat we - gemiddeld - veel sneller ouder worden dan vroeger. Toch blijven we een organisatie met veel jonge mensen. Bij de aangesloten banken ligt de ge middelde leeftijd net iets onder de 30 jaar (29,7). Daarmee ver geleken is de Rabobank Neder land-medewerker behoorlijk wat ouder: gemiddeld 36,1 jaar. Dit verschil heeft alles te maken met de samenstelling van het personeelsbestand. Vrouwen plegen in het algemeen bij de komst van hun eerste kind de bank gedag te zeggen, zodat er een regelmatige uitstroom (en vervangende instroom) van jonge vrouwelijke medewerkers is. In de doorgaans hogere functies bij Rabobank Nederland vindt die natuurlijke verjonging niet plaats, doordat hoofdzakelijk mannen de functies daar vervullen. Aange zien de aangesloten banken 56 vrouwen in dienst hebben en Rabobank Nederland en de ge lieerde instellingen 'slechts' 28 zal het duidelijk zijn dat dit door werkt in de gemiddelde leeftijd. Het lage verloop en het praktisch ontbreken van personeelsgroei leidden er toe, dat ook de gemid delde diensttijd fors steeg. Voor de organisatie als geheel bedroeg de stijging in 1 983 0,6 jaar waar mee we op 31 december gemid deld 8,1 jaar in dienst waren. Zoals blijkt uit bijlage 8 zijn er ook op dit punt aanzienlijke verschil len tussen de vrouwen en de mannen in de Rabobankorgani- satie. Bij personeelsplanning gaat het niet alleen om het aantal mensen dat een bedrijf in dienst heeft. Ookdeverdeling over de verschil lende soorten werk en functie groepen speelt mee, terwijl de werkhoeveelheid door allerlei omstandigheden kan veranderen en de organisatie van het werk op verschillende manieren kan ge beuren. Het spreekt voor zich dat we bij personeelsplanning dus steeds van bepaalde aannames moeten uitgaan. Als we bijvoorbeeld aannemen dat iedere voltijdwerker alle 40 uren van de week hard moet wer ken om het werk gedaan te krij gen, ons werkaanbod niet veran dert en iedereen een dertig-urige werkweek krijgt dan zouden we -4.500 -4.000 -3.500 -3.000 -2.500 -2.000 -1.500 -1.000 -500 per 31-12 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 9