AANTAL DEELTIJDBANEN EXPLOSIEF GEGROEID Personeelstoename Vorige jaarverslagen van onze organisa tie meldden al uitgebreid dat deeltijdar beid 'in de lift' zat. We vonden bijvoor beeld in het verslag over '82 een toename met 265 deeltijdbanen al heel wat. Dat het ook nog anders kan werd in 1983 bewezen. Overigens niet bij Rabobank Nederland, waar - in het spoor van de vermindering van voltijdbanen - ook de deeltijders wat in aantal terugliepen. De groei van het aantal deeltijders namen de aangesloten banken dan ook helemaal voor hun reke ning. Gezamenlijk zorgden zij voor maar liefst een toename met 1 056 deeltijdba nen. WERKGELEGENHEID 7 -29.000 -28.000 -27.000 -26.000 -25.000 -24.000 -23.000 -22.000 -21.000 -20.000 -19.000 per 31-12 1974 75 76 77 78 79 80 81 82 83 werkers stond dus op een heel laag pitje. Het aantal personeelsleden in dienst van de aangesloten ban ken en de Rabo Onroerend Goed B.V.'s nam met 286 toe, dank zij - zoals reeds werd opgemerkt - een groot aantal nieuwe deeltijd banen. Bij de jaarafsluiting bleek daardoor het aantal medewer kers in dit binnenlandse deel van onze organisatie op 23 530 te zijn gekomen. Dat het jaar 1 983 bij de aangesloten banken met een personeelsuitbreiding zou worden afgesloten was aan het begin ervan absoluut niet voor zien. De maandelijkse perso- neelscijfers bewogen zich name lijk al sinds augustus 1 982 in een dalende lijn. Die lijn zette in de eerste vijf maanden van 1983 door met als resultaat dat er eind mei 1 63 medewerkers minder in dienst waren dan eind 1982. Toen de zomermaanden voor het eerst weer positieve cijfers (lees: personeelsuitbreiding) te zien ga ven dachten we dat die ontwikke ling paste in het gebruikelijke jaarpatroon. Plaatselijke Rabobanken voorzien 's zomers immers al vele jaren door middel van schoolverlaters in vacatures die de maanden daarvoor ontstonden en in vaca tures waarvan bekend is dat ze in de maanden direct na de zomer zullen ontstaan. Deze veronderstelling bleek ech ter niet juist want de dalende lijn van voor die opleving werd na de gebruikelijke zomerse perso neelsuitbreiding niet hervat. Na mei gaven alle maanden een per- soneelsgroei te zien. In de maan den september tot en met no vember zelfs een forse groei met maar liefst 350 personen, al moe ten we daarbij wel aantekenen dat daarin de in die maanden aangetrokken 140 medewerkers met een leer-arbeidsovereen- komst zitten. Hun binnenkomst was een van de werkgelegen- heidsbevorderende afspraken uit de CAO. Al met al zijn de aangesloten ban ken dus in staat geweest om te zorgen voor een bijdrage aan de oplossing van het knellende werkgelegenheidprobleem waar mee ons land nu al jaren kampt. Te midden van de ook in 1983 nog veel voorkomende berichten over arbeidsplaatsen die verloren gingen is dit de moeite van het vermelden waard. Natuurlijk springen de cijfers van de resterende onderdelen van on ze organisatie door hun beperkte re omvang minder in het oog. Bovendien is er daar geen sprake van spectaculair uiteenlopende cijfers als het gaat om volledige arbeidsplaatsen ten opzichte van het aantal medewerkers. Het aantal personeelsleden nam bij de gelieerde instellingen toe met 6 en bij de buitenlandse ves tigingen met 391 (waarvan zoals al isopgemerkt 382 bij deADCA- bank), waarmee per de jaarultimo de aantallen medewerkers op re spectievelijk 1 94 en 455 uitkwa men. Hoe kwam dit getal tot stand? Dat is een eenvoudige vraag met een ingewikkeld antwoord. Bij het op rij zetten van de cijfers bleek dat de belangrijkste oor zaak was: de omzetting van vol tijd- in deeltijdbanen. Die veroorzaakte een stijging van 876 in deeltijd werkenden en de monstreerde de belangstelling voor korter werken, zowel bij de medewerkers als bij de leiding van de aangesloten banken. Eén van de CAO-afspraken was namelijk, dat als het organisato risch mogelijk zou zijn de werkge ver zou meewerken aan een door de medewerker in 1 983 gedaan verzoek om een voltijdbaan om te zetten in een deeltijdbaan. Verder steeg het aantal deeltij ders bij de aangesloten banken nog door de indiensttreding van bijna 700 parttimers, waartegen over iets meer dan 400 stonden die het dienstverband beëindig den: per saldo een toename met 284. Het omzetten van een deeltijd baan in een voltijdbaan kwam ook voor; het ging daarbij om 104 medewerkers. Optellend en aftrekkend krijgen we dan als resultaat een uitbrei ding met 1 056 deeltijders bij de aangesloten banken en Rabo On roerend Goed B.V.'s.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 7