DOELSTELLING 1:
WERKGELEGENHEID
1983: MINDER WERK, MEER BANEN
Kortweg is dat de conclusie die zich op
dringt bij een terugblik op de ontwikke
ling van de werkgelegenheid bij de Rabo-
bankorganisatie in het verslagjaar. Het
kopje 'Voor 1983 daling personeelsaan
tal verwacht' uit ons vorige Algemeen
Sociaal Jaarverslag lichtte op basis van
de toentertijd verwachte ontwikkelingen
een tip van de sluier op die toen nog over
1983 lag.
IMu die geheel weggetrokken is ziet het
beeld er gelukkig mooier uit.
Minder volledige
arbeidsplaatsen
Toch meer banen
6
WERKGELEGENHEID
Begin juni 1 983, tijdens de Alge
mene Vergadering, sprak de
voorzitter van de Hoofddirectie
van Rabobank Nederland nog
duidelijker verwachtingen uit
over de werkgelegenheidsont
wikkeling. Volgens de ramingen
zouden bij onze organisatie in
1 983 zo'n 500 volledige arbeids
plaatsen verdwijnen. Aangezien
echter tegelijkertijd het aantal
deeltijdbanen naar verwachting
zou toenemen, zou de terugloop
van het aantal medewerkers min
der dan 500 zijn.
De signalen die leidden tot bo
venstaande verwachtingen zijn
achteraf gezien maar gedeeltelijk
betrouwbaar gebleken. Tevens
speelde een rol dat er zich om
standigheden voorgedaan heb
ben die aanvankelijk niet werden
voorzien, of voorzover dat wel
het geval was die meer effect
hadden dan we vroeg in het ver
slagjaar aannamen.
Als we enkele van die 'omstan
digheden' op een rijtje moeten
zetten noemen we op de eerste
plaats de voor de jaren 1 983 en
1984 afgesloten Collectieve Ar
beidsovereenkomst (CAO) voor
het Bankbedrijf (waarover onder
doelstelling 2 méér). Hoewel het
niet onomstotelijk kan worden
bewezen blijkt toch uit berekenin
gen dat de afspraken in de CAO er
voor zorgden dat vooral bij de
aangesloten banken aanzienlijk
minder volledige arbeidsplaatsen
verloren gingen dan we eerst
dachten.
Een andere omstandigheid zal
daarbij ook hebben meege
speeld, namelijk de in het tweede
halfjaar van 1983 toegenomen
bedrijfsdrukte. Al was het econo
misch herstel maar beperkt van
omvang, een positieve uitwerking
zal het ongetwijfeld gehad heb
ben.
Bovendien werden de vooruit
zichten voor het bedrijfsleven -
en daarmee ook voor onze orga
nisatie - in de loop van het jaar
minder somber.
Na deze inleidende beschouwing
wat cijfers. De werkgelegenheid,
uitgedrukt in volledige arbeids
plaatsen, liep ten opzichte van 31
december 1982 voor het hele
Nederlandse deel van de Rabo-
bankorganisatie met 210 (0,8%)
'volle banen' terug. (Volledige ar
beidsplaatsen en volle banen zijn
aanduidingen om aan te geven
dat we deeltijdbanen hebben om
gerekend naar voltijdbanen. Zo
gerekend tellen twee deeltijders
die allebei 20 uur per week wer
ken dus als één volledige arbeids
plaats.) Bij de aangesloten ban
ken en de Rabo Onroerend Goed
B.V.'s was de teruggang beperkt
van omvang: het aantal volledige
arbeidsplaatsen daalde daar met
74 (0,3%).
Bij Rabobank Nederland was de
personeelsvermindering aan
zienlijk groter. Het jaar 1983
werd afgesloten met 1 61 (3,7
volledige banen minder dan de
stand eind december 1 982. (Over
de redenen voor deze aanzienlijke
terugloop later meer). De gelieer
de instellingen (De Lage Landen,
De Lage Landen Factors, Schret-
len en Co N.V. en H. P. Verbist
B.V.) boekten samen een toena
me: er kwamen 7 volledige ar
beidsplaatsen bij. Ook onze bui
tenlandse vestigingen namen in
personeelsomvang toe en wel
met 362 volledige arbeidsplaat
sen, waarvan 353 bij de Allge-
meine Deutsche Credit Anstalt
(ADCA-bank) in Duitsland. De
resterende 9 extra arbeidsplaat
sen kwamen voor rekening van
ons kantoor in New York en de in
1 983 geopende vertegenwoordi
ging in Londen.
Samenvattend mogen we con
cluderen, dat naar volledige ba
nen gemeten de personeelsver
mindering in Nederland minder
dan de helft was van wat we oor
spronkelijke dachten. Wat echter
niet wegneemt, dat een vermin
dering op zichzelf voor de Rabo-
bankorganisatie iets heel nieuws
was.
De gedachte na te gaan of er in
het lange verleden van onze orga
nisatie al eens eerder van zo'n
ontwikkeling sprake was hebben
wij snel laten varen. Volgens ons
is dit echt iets nieuws.
Op 31 december 1983 konden
28 536 medewerkers (waarvan
382 bij de ADCA-bank) de Rabo-
bankorganisatie hun werkgever
noemen, 516 (1,8%) méér dan
op dezelfde datum een jaar eer
der.
Desondanks was er bij Rabobank
Nederland sprake van een sterke
vermindering van het aantal per
soneelsleden, namelijk met 167
(3,7%) personen. Hierdoor daal
de het aantal medewerkers daar
tot 4 357. Deze afname van de
werkgelegenheid hield recht
streeks verband met het project
Opvoering Toegevoegde Waarde
(zie doelstelling 4) en kwam tot
stand door alleen in geval van ui
terste noodzaak uit dienst treden
de medewerkers te vervangen.
De externe werving van mede-