DOELSTELLING 6: MEDEZEGGENSCHAP CAAR OPGERICHT Medezeggenschap op organisatieniveau kreeg vorm: In april 1983 verscheen het Vijfde Deel rapport van de Commissie Arbeidsver houdingen. Dat rapport werkte de eerder ontwikkelde ideeën rond de meest wenselijke medezeggenschapsstructuur voor de Rabobankorganisatie verder uit door middel van een concept-reglement voor de Centrale Adviesraad Arbeids- aangelegenheden Rabobankorganisatie (CAAR). De CAAR is het nieuwe overlegorgaan dat de Raad van Beheer zal gaan advise ren over uiteenlopende sociale aangele genheden van het bedrijfsbeleid, voorzo ver die niet in de Collectieve Arbeidsover eenkomst (CAO) zijn bepaald. V erkiezingscommissie 22 MEDEZEGGENSCHAP Het reglement bevat een aantal technische zaken en procedures die nodig zijn om het hele over- leggebeuren op deze schaal van de grond te krijgen.'Zo staan er bijvoorbeeld bepalingen omtrent de verkiezingen in vermeld. Tevens heeft de Commissie Ar beidsverhoudingen een Positie regeling voor de leden van de CAAR ontworpen. Deze regeling probeert een basis te leggen waarop goed overleg binnen de CAAR kan plaatsvinden. Er moet immers voor gezorgd worden dat noch de CAAR-leden, noch de banken waar de CAAR-leden werkzaam zijn nadeel ondervin den van het lidmaatschap van de CAAR. Het vijfde Deelrapport kreeg de instemming van de Centrale Kringvergadering. Deze besloot de CAAR vanaf 1 ja nuari 1 984 in werking te stellen. In feite gaf de Centrale Kringver gadering daarmee groen licht voor de benoeming van een ver kiezingscommissie die de eerste CAAR-verkiezing binnen onze or ganisatie op touw moest zetten. Eén van de eerste activiteiten van die verkiezingscommissie was het opstellen van een schrijven aan alle medewerkers van onze organisatie. Daarin kregen ze in formatie over de doelstelling, sa menstelling en verkiezingsproce dure van de CAAR. Het reglement van de CAAR ver meldt dat iedere regio een regio commissie zal instellen. Zo'n re giocommissie bestaat uit zes le den, te weten drie leden namens de medewerkers die op hun bank geen ondernemingsraad hebben en drie leden uit de onderne mingsraden van aangesloten banken uit die regio. De verkiezin gen voor de regiocommissies slo ten op vrijdag 21 oktober vorig jaar. De belangstelling van medewer kers van banken zonder een on dernemingsraad om zich voor de regiocommissies verkiesbaar te stellen was erg groot. Die voor de kiesgroep Onderne- mingsraadplichtige banken stel de daarentegen enigszins teleur. Te meer, daar juist van de kant van ondernemingsraadvertegen woordigers sterk op de instelling van deze commissies was aange drongen. In de regio's Groningen, Leeu warden en Bergen op Zoom ble ken uiteindelijk zelfs lege plaat sen niet te voorkomen, vooral doordat in deze regio's veel on dernemingsraden nog in de op richtingsfase verkeerden. Veel medewerkers maakten van hun kiesrecht gebruik. De aldus tot stand gekomen re giocommissies kwamen allemaal nog in 1983 bij elkaar. Eén van hun taken is de verkiezing van de werknemersleden van de CAAR. Op deze wijze kwam een lijst van personen tot stand die aan de Raad van Beheer werden voorge dragen voor benoeming als CAAR-lid. Inmiddels vond deze benoeming (en die van de werkgeversleden) al plaats. Daarmee stond niets een vrucht bare start per 24 januari 1984 (toen de CAAR officieel geïnstal leerd werd) meer in de weg.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 22