INTERNE ARBEIDSMARKT GESTART RABOBANK NEDERLAND IN DE BAN VAN OTW Binnen de Rabobankorganisatie staat het behoud van de werkgelegenheid voor het in dienst zijnde personeel centraal. Om dit doel te kunnen realiseren is in 1982 een Interne Arbeidsmarkt (IAM) ontwikkeld om personeelsvraag en -aan bod binnen de organisatie zo soepel mo gelijk op elkaar af te stemmen. De Cen trale Kingvergadering ging op 4 mei 1983 akkoord met de voorstellen rond de IAM. De bij Rabobank Nederland in 1982 inge stelde regel alleen in de hoogst noodza kelijk gevallen extern d.w.z. buiten de Rabobankorganisatie personeel te wer ven bleven we ook in 1983 trouw. Die stellingname vloeit voort uit de zorg voor de werkgelegenheid van het personeel dat al in dienst van onze organisatie is te gen de achtergrond van een groot scheeps intern organisatie-, efficiency- en 'produkten'-onderzoek: het Project Opvoering Toegevoegde Waarde Rabo bank Nederland. BEGELEIDING EN OPLEIDING 17 De IAM bestaat nu uit 9 regionale vacaturebanken, die vraag en aanbod van medewerkers bij aan gesloten banken samenbrengen. Met het instellen van de tiende vacaturebank, die bij Rabobank Nederland, wachten we tot het Project Opvoering Toegevoegde Waarde is afgerond. De eerste re sultaten van de regionale vacatu rebanken zijn reeds zichtbaar. Voor een echt oordeel over de IAM is het nog te vroeg. Dat kan pas gefundeerd geveld worden wanneer de eerste van de afge sproken jaarlijkse evaluaties heeft plaatsgevonden. Het eerste evaluatierapport krijgt de CAAR nog in 1 984 aangeboden. Buiten onze organisatie vernamen we al wat positieve geluiden. 'Medium', een vakbondsblad, had het zelfs over een goed idee met positieve aanknopingspunten. Als hulpmiddelen om met het nieuwe verschijnsel IAM ver trouwd te raken verschenen er in het verslagjaar een leidraad voor de aangesloten banken en een brochure voor hun medewerkers. Tevens lieten we onze gedachten gaan over het begrip 'passende arbeid'. Ideeën daaromtrent zijn hard no dig bij het op elkaar afstemmen van mensen en (andere) functies. Naast voor de hand liggende za ken, zoals de aard van hetwerken de loonhoogte, komen dan ook dingen als de afstand tot het werk en individuele (familie-)omstan- digheden van medewerkers om de hoek kijken. Het zal duidelijk zijn dat uit de inventarisatie geen klakkeloos toe te passen criteria naar voren kwamen waarmee beoordeeld kan worden of een functie al dan niet passend is. Be middeling blijft maatwerk. Na jaren van voortdurende groei en expansie verricht namelijk sinds januari 1983 een project groep samen met de betrokken leidinggevenden (en met steun van het adviesbureau McKinsey& Company) zo'n onderzoek binnen de hele centrale bank. (We ver meldden het 'vooronderzoek' hiervan in 't vorig ASJ al onder 'Kort Nieuws'.) Via een bezinning op het nut van de huidige taken en een studie naar de mogelijkhe den die beter en/of goedkoper te verrichten wil men het functione ren van Rabobank Nederland ver beteren. In vier achtereenvolgen de en deels overlappende 'gol ven' - waarbij telkens een aantal onderdelen ('eenheden') van de centrale bank onder de loep ge nomen wordt - hoopt men dat doel te bereiken. Tegelijkertijd overwegen onderzoekers en on derzochten samen welke nieuwe (deel)taken en diensten verricht kunnen worden en welke er kun nen vervallen. Elk van de 4 onderzoeksperioden sluiten de betrokken eenheden- managers af met een voorstel welke personeelsleden de dan bestaande taken en functies gaan vervullen. Daarnaast is er soms om-, bij- en herscholing nodig; daartoe zorg de de projectleiding er voor dat deABO- (Algemeen Bancaire Op leiding) I en II cursussen er kwa men. Deze in 2 niveaus gegeven opleidingen moeten tevens de in het vooronderzoek ontdekte zwakke plekken op kennisgebied bij medewerkers versterken. Dank zij de bereidwilligheid van een groot aantal aangesloten banken konden er praktijk-stages in de theoretische opleiding wor den opgenomen. Eind 1983 wa ren ongeveer 75 medewerkers met een ABO bezig of stonden op het punt eraan te beginnen. Een honderdtal andere medewer kers kwam in verband met het vervallen van taken in het 'Rota tie-team'. Vanuit dit team vullen we voorlopig vacatures en - voor de duur van OTW - opengevallen plaatsen op. Eind december waren er 3 van de 4 'golven' van het OTW-eenhe- den-onderzoek afgerond. Deze grootscheepse bezinning op kos ten en baten (maar ook; mogelijk heden en kansen) van de diverse onderdelen en taken van Rabo bank Nederland bleek op z'n plaats te zijn. OTW leverde tot dan toe een besparing van zo'n 1 5 op! Om de mensen van wie de taken anders of niet meer vervuld gaan worden (eventueel na om-, bij- en herscholing) een andere arbeids plaats te kunnen aanbieden wa ren de poorten van Rabobank Nederland in 1983 praktisch ge sloten. Dat bracht - mede gezien het jaarlijkse aantal uitdiensttre- ders - nog al eens problemen voor afdelingen met zich mee. (Bestaande vacatures werden na melijk niet meer opgevuld; voor zover mogelijk probeerden we echter wel met uitzendkrachten, arbeidskrachten met een tijdelijk dienstverband en mensen uit het Rotatieteam de problemen te ver lichten.) Voegen we daarbij de spanningen en veranderingen die een dergelijk project met zich meebrengt dan is het duidelijk dat er in 1 983 soms erg veel van onze medewerkers is gevraagd. We beschouwen deze bijver schijnselen echter als onont koombaar wil Rabobank Neder land in en met de Rabobankorga nisatie een gezonde toekomst te gemoet gaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 17