DOELSTELLING 2:
ARBEIDSVOORWAARDEN EN
RECHTSPOSITIE
BIJSTELLING PENSIOENREGLEMENT GESTART
VOORAL CAO EN RAD-BEZOEK LEIDDEN
TOT WIJZIGINGEN IN PRIMAIRE EN
SECUNDAIRE ARBEIDSVOORWAARDEN
Het huidige Pensioenreglement is inmid
dels al weer 6 jaar oud. 'Niet zo oud', zult
u zeggen, en dan heeft u gelijk want
pensioenreglementen gaan doorgaans
behoorlijk lang mee. Toch waren er in
1983 enkele ontwikkelingen die ons
noodzaakten eens over een herziening
van het reglement na te denken, al gin
gen de in 't vorige ASJ vermelde wijzigin
gen dat jaar ook al in (het ging toen om
't weduwnaarspensioen en om de pen
sioensleeftijd voor vrouwen, die net als
die voor mannen op 65 jaar kwam).
Deeltijd
Zoals wij vorig jaar in het sociaal jaarver
slag hadden aangekondigd zijn er in 1983
enige arbeidsvoorwaarden gewijzigd
naar aanleiding van het bezoek dat wij
hebben gehad van de Rijksaccountants
dienst (RAD) en de daarop volgende me
dedeling dat wij aan de Inspecteur een
aanzienlijk bedrag moesten betalen over
datgene wat de organisatie als 'boven
matige vergoeding' aan de personeelsle
den had verstrekt.
ARBEIDSVOORWAARDEN EN RECHTSPOSITIE
11
Allereerst schrijft Europese wet
geving Nederland voor, mannen
en vrouwen (ongeacht of ze kost
winner zijn) een gelijk recht op
een Algemene Ouderdoms-Wet
(AOW)-uitkering toe te kennen.
Aangezien de AOW de basisvoor
ziening op pensioengebied vormt
en het Rabobankpensioen hierop
een aanvulling geeft tot 70 van
de zogenaamde pensioengrond
slag, moest er in 1 983 nagedacht
worden over de vraag of en hoe
deze nieuwe AOW in het regle
ment moet worden ingebouwd.
Een tweede punt is de hoogte van
de pensioenuitkeringen. Die was
oorspronkelijk (in 1978) bepaald
op 70% van de pensioengrond
slag. In 1978 leverde dat uit
gangspunt netto echter een heel
ander resultaat op dan in 1984.
Vooral in de lagere inkomens
groepen pakt dat wel eens zo uit,
dat iemand aan pensioen meer
krijgt dan zijn netto salaris voor
de pensionering. Over pensioen
uitkeringen hoeven immers geen
sociale premies betaald te wor
den. Aangezien de sociale pre
mies de laatste jaren sterk zijn
gestegen is het verschil tussen
netto loon bij werken en netto
pensioenuitkeringen dus steeds
kleiner geworden.
De tweede aanleiding tot regle
mentsherziening is het verschijn
sel 'deeltijd'. Deeltijd komt steeds
meer voor (onze organisatie sti
muleert het zelfs), maar het pen
sioenreglement is er niet op inge
steld.
Wanneer iemand korter dan 20
uur per week werkt, kan hij op
grond van het reglement zelfs
geen deelnemer in ons pensioen
fonds worden en derhalve geen
pensioenrechten opbouwen. Nu
staat er in datzelfde reglement
een bepaling dat alle aanspraken
op pensioengebied, die er op
grond van de CAO bestaan, auto
matisch worden meegenomen in
het bedrijfspensioenreglement.
Via deze niet bepaald fraaie om
weg kan zo'n deeltijder dus wel
deelnemer worden en een pen
sioen opbouwen. Daarom is in
1983 besloten om deze pen
sioenaanspraken van deeltijders
rechtstreeks in het reglement op
te nemen. Dat klinkt vrij simpel
maar blijkt een behoorlijk inge
wikkelde operatie te zijn.
Nog moeilijker is het echter om
een reglement te maken dat voor
iedereen leesbaar is.
Over de leesbaarheid ontvingen
we regelmatig - zeer terechte -
klachten. Ons voornemen is dan
ook om niet alleen de bovenge
schetste inhoudelijke wijzigingen
aan te brengen maar tevens daar
van een leesbaar en begrijpelijk
geheel te maken. Wanneer dat er
zal liggen durven we echter niet te
voorspellen.
Per 1 april 1 983 werd daarom de
autokostenvergoeding veran
derd. Naar aanleiding van het
overleg met de Inspectie der Di
recte Belastingen in Eindhoven is
de regeling van Rabobank Neder
land en het advies aan de aange
sloten banken hierover zo gewij
zigd dat er nu sprake is van een
zuivere kostenvergoeding. De ba
sis daarvoor is de ANWB-kosten-
voorcalculatie gebleven. De bere
kening is echter zo gemaakt dat in
alle gevallen wordt uitgegaan van
de veronderstelling dat per jaar
met de auto 10 000 km privé
wordt gereden en dat een forfai
taire aftrek wordt toegepast in
verband met het collectieve auto
verzekeringscontract.
De ondernemingsraad van Rabo
bank Nederland riep de nietig
heid van de herziene regeling in.
De OR was van mening dat het
hier ging om een beloningsrege
ling in de zin van artikel 27 van de