ARBEIDSDUURVERKORTING EEN VERVOLGVERHAAL Personeelsomvang in de toekomst Hulp Deeltijd, roostervrije dagen, vervroegde uitdiensttreding; het zijn allemaal vor men van arbeidsduurverkorting (ADV) waarmee we in onze organisatie te ma ken hebben. Arbeidsduurverkorting stond binnen en buiten onze organisatie dan ook volop in de belangstelling. Ons beleid hieromtrent kreeg in '83 weer wat meer vorm. Grootscheeps 10 WERKGELEGENHEID -32.000 o— 31.000 30.000 29.000 28.000 27.000 26.000 25.000 24.000 dus 25% meer mensen in dienst moeten nemen. Of, uitgaande van dezelfde veronderstellingen, dan zou bij 10% meer werk ons per soneelsbestand met datzelfde percentage moeten groeien. Daar komt iedereen nog wel uit. Echt lastig wordt het wanneer er combinaties van factoren veran deren, dus als bijvoorbeeld 20% van onze medewerkers in deeltijd wil gaan werken (geen 40 maar bijvoorbeeld 36 uur) de economie weer wat aantrekt maar onze rei- zenverkoop 5 afneemt en bo vendien door automatisering (tekstverwerkers) secretariaten 25 sneller tikwerk kunnen afle veren. Hoe ziet ons personeelsbe stand er dan over 3 jaar uit? Hou den we mensen over of moeten we juist nu beginnen met werven, aannemen en opleiden? U ziet, dat het bepaald niet mak kelijk is. Enige oefening in het be palen hoeveel werk er in aanwijs bare eindprodukten gaat zitten kregen de medewerkers van Rabobank Nederland in het ver slagjaar via het OTW-project. El ke afdeling moest namelijk z'n eindproducten van 1983 op een rij zetten en aangeven hoeveel tijd en/of geld erin gestoken was. Zul ke gegevens kunnen in de toe komst helpen de effecten van ver anderingen in de werkomvang op de personeelsbezetting enigszins in beeld te krijgen. Onderzoek op dit vlak vond dan ook in 1983 plaats. Los daarvan stak men bij Rabo bank Nederland energie in een rekenmodel dat een indruk kan geven van de effecten van verkor ting van de werkweek op de per soneelsomvang. Die vraag is nogal actueel gezien de landelijke ideeën dat die werkweek maar korter moet worden om meer mensen aan werk te helpen. Een probleem bij dit alles is - we noemden het al - dat voorspellin gen altijd gebaseerd zijn op be paalde veronderstellingen. Een praktischer benadering ver meldden we al in ons vorig Alge meen Sociaal Jaarverslag. De so ciaal-organisatorische gevolgen van de eerste tien KIK-systemen vormden in 1982 en 1983 voer voor onderzoekers. Door nieuwe werkwijzen en apparatuur op be perkte schaal te beproeven en de effecten te onderzoeken wil onze organisatie onplezierige verras singen zien te voorkomen. Uit de combinatie van theoretische be schouwingen en praktijkonder zoek moeten op den duur de hulpmiddelen ontstaan die ons zicht op de toekomstige hoeveel heid werk en personeel vergro ten. Op basis daarvan kunnen dan weloverwogen beslissingen val len over aanname, begeleiding, doorstroming en opleiding van personeel. We verwachten in 1 984 de eerste hulpmiddelen op dit vlak gereed te hebben. In het verslagjaar kwamen niet al leen de meningen over en ervarin gen met deeltijd op tafel (na een onderzoek bij zo'n honderd aan gesloten banken) maar werden tevens allerlei andere mogelijke vormen van ADV gewikt en ge wogen. De voor '83 en '84 afge sloten collectieve arbeidsover eenkomst (CAO) vulde een deel van die bespiegelingen concreet in. Ondertussen hielden de be- leidsontwikkelaars hun ogen en oren open met betrekking tot ont wikkelingen en meningen over dit verschijnsel bij andere bedrijven, regering, vakbonden, bedrijfstak genoten en wetenschap. Dit alles leidde eind '83 tot een uitgebreid onderzoek naar ADV bij de Rabobankorganisatie. Het onderzoek werd uitgevoerd door middel van een schriftelijke enquête bij ongeveer 1 00 aange sloten banken en onder vijfender tig hoofden van directoraten en vergelijkbare eenheden van Rabobank Nederland. Aanvul lend vonden 5 interviews plaats. Centraal stonden de volgende drie vragen: - Welke zijn de vormen van ar beidsduurverkorting die in aan merking komen; - Wat zijn voor de verschillende soorten functies de voor- en na delen van de diverse vormen; - Welke mogelijkheden zijn er om eventuele nadelen van de ver schillende vormen van arbeids duurverkorting op te vangen. In de enquête had men een on derscheid gemaakt tussen een aantal mogelijk vormen van ar beidsduurverkorting. Die vormen waren verdeeld invier groepen, te weten: - vormen van ADV met een vast aantal uren per week; - vormen van ADV met een varia bel aantal uren per week waarbij afhankelijk van de (seizoens-) drukte meer of minder wordt ge werkt; - vormen van ADV waarbij het aantal werkdagen per jaar wordt verminderd; - vormen van ADV op lifetime- basis (dus: over het hele leven van werknemers bekeken). Omdat de verschillende vormen van ADV meer of minder geschikt kunnen zijn voor verschillende soorten functies binnen de orga nisatie had men de functies bij de onderzochte delen van onze or ganisatie in categorieën inge deeld. Van de 104 verzonden vragenfor mulieren kwam 77 ingevuld te rug. De resultaten van dit onder zoek worden in het voorjaar be kend gemaakt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 10