Belastingbepalingen in verband met woon-werkverkeer bij de autokostenvergoeding voor dienstreizen Belast of onbelast Gemiddeld aantal dagen per week 10 De belastingdienst (of 'fis cus') wordt steeds strenger in het beoordelen of de kosten vergoedingen die bedrijven aan hun werknemers betalen wel echte onkostenvergoedin gen zijn of dat ze misschien gedeeltelijk inkomen vormen, waarover belasting en sociale premies betaald moeten wor den. Dat laatste was het geval met een aantal binnen Rabo bank Nederland gehanteerde en de aangesloten banken geadviseerde regelingen. Die zijn inmiddels (of: worden nog) herzien, om te voorko men dat onze organisatie op nieuw een navordering van de fiscus moet betalen zoals in 1982. De autokostenvergoeding voor dienstreizen is inmiddels aangepast. De daarbij beho rende vergoeding woon-werk- verkeer (zoals die per 1 janua ri aan de aangesloten banken is geadviseerd en vanaf die zelfde datum voor de mede werkers van Rabobank Neder land wordt toegepast) voldoet nu aan de fiscale normen. He laas is de gang van zaken daar door voor de medewerkers die niet dagelijks heen en weer reizen tussen de woonplaats en de standplaats er niet be paald duidelijker op gewor den. Dit artikel licht de ons opge legde belastingnormen voor vergoeding woon-werkver keer op basis van autokosten vergoeding wat toe. De tekst van de regeling zelf is echter bindend; u kunt zich dus niet op de passages uit deze toe lichting beroepen. De woon-werkverkeervergoe- ding kan hoger uitvallen dan wat de belastingdienst voor een kostenvergoeding rede lijk vindt. Behalve voor dege nen, die dagelijks heen en weer reizen tussen stand plaats en woonplaats (zij ont vangen hun vergoeding maan delijks als vast bedrag via de Centrale Salaris- en Perso neelsadministratie) moet dus voor degenen die niet dage lijks heen en weer reizen tus sen de woonplaats en de standplaats bepaald worden welk deel van hun woon- werkverkeervergoeding onbe last en welk deel belastbaar is. De fiscus koppelt het onbelas te bedrag aan de dagelijkse af stand in kilometers. Aange zien dat bedrag soms lager is dan de werkelijke kosten van het openbaar vervoer over be paalde afstanden mogen we in dat geval die laatste - echte kosten - onbelast vergoeden. Om te voorkomen dat alle dienstreizen makende mede werkers zelf moeten bepalen welk deel onbelast is hebben we de volgende tabel opge steld. Daarin is tevens reke ning gehouden met het aantal dagen waarop gemiddeld per week wordt gereisd (over de bepaling daarvan straks meer). De voor belasting vrijgestelde bedragen zijn - we zagen dat in de bovenstaande tabel - dus afhankelijk van het aantal dagen per week waarop de medewerker in de regel naar het werk reist. Om u een partij rekenwerk te besparen heb ben we dat gemiddelde aantal dagen per week voor u op een rij gezet bij verschillende aan tal dagen per maand waarover u woon-werkverkeer wilt de clareren. Dat tabelletje ziet er als volgt uit: aantal dagen waarop in een maand woon-werkverkeer wordt gedeclareerd zal het tot nu toe vermelde hopelijk wat duidelijker ma ken. Stel: een medewerker woont 6 kilometer van zijn stand plaats. Hij declareert in een bepaalde maand over 12 da gen woon-werkverkeer in ver band met de vergoeding voor dienstreizen. Berekening vergoeding: (het vergoedingsbedrag per kilometer is afhankelijk van het aantal zakelijk te rijden ki lometers per jaar. Daarover leest u meer in de regeling autokostenvergoeding bij dienstreizen). gemiddeld aantal dagen per week 1 t/m 2 3 t/m 6 1 7 t/m 10 2 11 t/m 15 3 16 t/m 22 4 of meer N.B.: bij 1 of 2 dagen per maand heeft de belastingdienst geen bedragen vrijgesteld. Het is dan echter wel toegestaan om de kosten op basis van openbaar vervoer als belastingvrije vergoe ding uit te betalen. In voorkomende gevallen zullen we hiermee rekening houden. Het onderstaande voorbeeld - Onbelaste bedragen per week kilometers vrijstelling per week als gemiddeld wordt heen en terug gereisd op van t/m 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 of meer Ot/m 6 2,31 4,62 6,93 9,24 7 12 2,50 5,00 7,50 10,00 13 19 3,30 6,60 9,90 13,20 20 29 7,22 14,44 21,66 28,88 30 39 8,90 17,80 26,70 35,60 40 59 12,07 24,14 36,21 48,28 60 79 15,25 30,50 45,75 61,00 80 99 18,37 36,74 55,11 73,48 100 en meer 19,91 39,82 59,73 79,64 Bovenstaande bedragen gelden per week. Herleiding naar maandbedragen kan plaatsvinden door ze te vermenigvuldigen met 4,4 (52:12). bij f 0,29 per kilometer: 12 x 12x0,29 f41,76; - bij f 0,21 per kilometer: 12 x 12 x 0,21 f30,24. Berekening vrijstelling: - 12 dagen per maand is ge middeld 3 dagen per week (zie de tweede tabel); - bij 12 kilometer (2 x 6) en 3 dagen per week is de vrij stelling per week f 7,50 (zie eerste tabel); - het vrijgestelde maandbe drag is dan f 7,50 x 4,4 f 33,00; de vergoeding wordt dus onbelast uitbe taald; indien f 0,21 per ki lometer wordt vergoed. Bij f 0,29 per kilometer vindt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 10