7 Tussen herrie en muziek Onze inmiddels tot Nederlan der genaturaliseerde Schot grijnst maar weer eens breed. Zijn opdecountry-muziek ge baseerde kledij moet overi- van de diesel door in de songs. Een sterk ritme, maar geen ge jank. Lawaaierige popmu ziek doet mij totaal niets. Dat is ook mijn bezwaar tegen de moderne discotheken. Je kunt jezelf er niet eens ver staanbaar maken. Maar geen bezoeker kan zeggen dat gens geen misverstanden wek ken. Mensen denken al gauw alleen aan muziek die hoort bij veedrijvers en ander ruig volk uit Nashville, Texas of Tennessee. Maar de roman tiek van kampvuur en huifkar is voorbij. Country-muziek is veel ruimer, kent invloeden uit allerhande landen. Wel vormen volkse elementen steeds de basis. Fred Irving: 'Behalve de galop van het paard of het geluid van een trein klinkt ook het gebrom country oorverdovend is. Het verschil tussen herrie en mu ziek, duidelijk?' Het duo Black Crystal staart zich geenszins blind op de populariteit en het succes van grootheden uit het vak zo als Emmylou Harris, Hank Williams, Chet Atkins, Tam- my Wynette en Johnny Cash. Zolang elk optreden maar een feest is, doet de rest er minder toe. 'Geen na-aperij, da's foute boel'. De uren die niet besteed worden aan haar atheneum- en muziekstudie, offert Joyce gehoorzaam op aan zangles. 'Zij is tevreden, haar zangpedagoog' mogen we op gezag van partner Fred aannemen. Allang vergeten is de ellende van vroegere leer meesters die haar wegstuur den met het onverbiddelijke oordeel 'jij zult het nooit le ren'. Voorbij ook het verdriet over de trouweloosheid van een muzikale zus. Toen die omgang kreeg met een veelbe lovend vriendje mocht Joyce het verder alleen uitzoeken. Zelfs de episode waarin ze met een opschepperig verhaal ei genhandig een door haar vol- gezongen cassetteband ging aanbieden bij een platenfir ma, resulteert nu slechts in wat verlegen gegiechel. 'Die lui schrokken zich werkelijk rot...' Trekken als een bloedzuiger Sinds kort staat als trots van de vrouw des huizes bij de Utrechtse binnenstadswo ning een Amerikaanse Mercu- ry voor de deur. 'Bouwjaar 1975 weliswaar, maar je wilt bij elk optreden toch een beet je sjiek aankomen' licht Fred Irving toe. Naar de gekste uit hoeken van het land snelt het gulzige slagschip desgewenst. Aan boord steevast de gloed nieuwe installatie, inclusief versterker aangeschaft voor een vracht geld. 'Alles wat we hadden ging eraan op, plus nog een boel centen die we niet bezaten'. Twee maanden leef den Joyce en Fred vrijwel uit sluitend op een rantsoen van bonen en rijst. Black Crystal hebben er tot nu toe geen moment spijt van gehad. De belangstelling is verheu gend, en vooral het feit dat ze bij optredens naderhand wor den teruggevraagd is een reu ze stimulans. 'Het bevordert zichzelf'.Inmiddels kan het tweetal putten uit ruim vier uur repertoire. Irving: 'De pu bliek heeft wel niet zoveel meer uit te geven, maar toch kunnen we leuk blijven draai en. Voor een smalle prijs veel doen is beter dan veel vragen bij weinig werk. Er is een ge luk: deze muziek past bij ieder een. Geen leeftijd te jong of te oud. Als iets niet aanslaat', beweert de mannelijke helft van het country-duo 'kun je het gerust vergeten. Zelfs al is het gehalte uitstekend. Bang ben ik nooit op een podium, maar soms is het zwoegen om er sfeer in te brengen. Je kunt leren een publiek te lezen. En toch, het blijft spannend be- fore ('Ik moet dat afleren') elk optreden. Je moet hard wer ken aan ze, zeker bij een grote zaal vol volk. Als een bloed zuiger aan hun gevoelens trek ken. Doen wij iets fout, dan merkt de publiek het meteen. Maar gelukkig zitten wij niet verstopt in een cocon van perfectheid'. De man die al vanaf zijn jeugd muziek maakt 'opgehoor' wil nog wel kwijt dat je aan het eind van zo'n voorstelling vaak compleet versleten bent. 'Maar wat hindert bij klate rend handgeklap die ver moeidheid nog? Je neemt ze op de koop toe net als het net jes wegbergen en verslepen van alle onhandelbare appa ratuur'. Daarna pas zoeft de gerieflij ke Amerikaan weer richting Utrecht, geruisloos haast.*

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1984 | | pagina 7