In vogelvlucht door het verleden
«■tóf*
SS'"
Dwalen met Jan Bram
IN
kle
buni?el A
8
De man die verleden maand
de bank waar hij in 1947 werd
aangesteld vaarwel zei heet
officieel Jan Abrahams.
Maar veel liever praat Hilva-
renbeek over 'Jan Bram'; het
karakteriseert de plaatselijke
verhoudingen, net als het
compliment 'zijn bank is geen
kasteel maar een open huis'.
Bedoeld wordt dan een statig
pand genaamd 'De Ossekop'
en sfeervol gelegen aan het
Vrijthof. Reeds anno 1487
staat het gebouw vernoemd,
doch de laatste restauratie da
teert pas uit 1976. Twee dames
dreven er een boekwinkeltje
en de fietsclub 'Velocitas' had
er haar stamlokaal alvorens
'De Ossekop'z'n huidige
bestemming vond als bankge
bouw. Alle gegevens zijn per
soonlijk nagevlooid door de
man die met nauwverholen
trots kan melden dat hij een
Rabobank vertegenwoordigt
waar ze sedert de oprichting in
1916 niet meer dan drie direc
teuren 'versleten'en een gelijk
aantal bestuursvoorzitters.
Ter gelegenheid van zijn ver
trek heeft Jan Abrahams 'in
vogelvlucht' de volledige ge
schiedenis van het lokale
Rabobank-wezen ge
boekstaafd. In meer dan één
opzicht is het een opmerkelijk
initiatief geworden, veel meer
dan een dorre aaneenschake
ling van cijfertjes en jaartal
len. Speurzin en een fijne neus
voor smaakmakers kunnen de
samensteller van de uitgave
niet worden ontzegd. Zelfs
heeft de bundel iets weg van
een persoonlijk levensdocu
ment. Op diens wandeling
door de historie van het plaat
selijke bankbedrijf dwaalt de
schrijver vaak gretig af om te
belanden op charmante en
ontroerend mooie zij paadjes.
De lezer die mag meegenieten
en zich herhaaldelijk bij het
omslaan van een pagina af
vraagt wat hij nou weer zal be
leven, maakt aldus kennis met
kleurrijke figuren en gebrui
ken uit de plaatselijke ge
meenschap. En als het ware
tussen de regels door verne
men we in de verte enig
snelweg-geraas. Het zijn de
landelijke ontwikkelingen
waarmee het lokale bankwe
zen onherroepelijk te maken
krijgt. Een paar voorbeelden:
op 14 maart 1943 wordt met
het intrekken van de grote
bankbiljetten een eerste stap
gezet op weg naar de geldzui-
vering; vanaf 5 september
1942 moesten de zilveren
rijksdaalders, guldens, halve
guldens en kwartjes er al aan
geloven. Anno 1949 is er de
schuchtere opkomst van het
girale geldverkeer. De invoe
ring van de vijfdaagse werk-
kweek in 1961 blijft niet on
vermeld; zes jaar later volgt de
introductie van de persoonlij
ke lening in het bankwezen.
Nog een jaar later maakt het
Nederlandse volk kennis met
de betaalcheque. Vanaf 1969
gaan banken optreden als be
middelaarsbij deafzet van va
kantiereizen en in hetzelfde
jaar worden voor het eerst de
rekening-courant-mutaties
verwerkt via computers...
Zoals gezegd, Jan Abrahams
heeft het allemaal zorgvuldig
uitgeplozen. Als actief lid van
de heemkundekring was het
hem wel toevertrouwd, en
ook in de naaste toekomst zet
hij zijn tanden vast nog wel
vaker in een historische kluif.
Laconiek klinkt het zelfs: 'Je
zult zien, over een poos be
grijp ik niet eens meer waar ik
mijn levenlang de tijd van
daan heb gehaald om te
werken...'
Snuffelaars in de Hilvaren-
beekse historie hebben over
studiemateriaal niet te kla
gen. Wisten we dat de lijfarts
van koning Philips uit Hilva-
renbeek stamde? Hebben we
dan nooit dat verhaal gehoord
over hertogin Johanna van
Brabant, die hier in 1390 's
avonds met haar reiskoets in
een moeras verdwaalde? Hoe
talrijk nog zijn de (on)ver-
klaarde plaatselijke gebrui
ken? De scheidende bankdi
recteur licht in zijn boekwerk
je bereidwillig alvast een tipje
vandesluiersop. Werdergens
'een kleine' geboren, dan
kwamen buurvrouwen 'met
d'n krommen erm' op kraam-