Spoedig installatie CAAR T Alle afgevaardigden nu gekozen Op 4 november hebben de regiocommis sies uit hun midden de afgevaardigden aangewezen, die zitting zullen nemen in de CAAR. De namen zijn voorgelegd aan de Raad van Beheer, die inmiddels for meel met deze keuze accoord is gegaan. Elke regio heeft binnenkort minimaal twee vertegenwoor digers in de CAAR: één repre sentant van de banken mét een ondernemingsraad en één man die spreekt namens de banken die geen ondernemingsraad hebben. Voorde regio's Haar lem, Rotterdam en Arnhem is echter een uitzondering ge maakt. Deze zouden er op grond van de bestaande OR's nogal bekaaid vanaf komen. Aan elk van deze regio's valt daarom een extra-OR-zetel ten deel. De CAAR telt in totaal 23 werknemerszetels. De regio commissies wijzen er 21 aan, terwijl de ondernemingsraad van Rabobank Nederland ook twee afgevaardigden stuurt. Van de werkgeversvertegen woordiging in de CAAR zijn de namen inmiddels ook be kend: twee leden namens de beheerscolleges van de aan gesloten banken, twee afge vaardigden van de directeuren én het hoofd van het Werkge bied Sociale Zaken van Rabo bank Nederland. Het abstracte begrip Centrale Adviesraad Arbeidsaangele- genheden Rabobankorganisa- tie krijgt zo langzamerhand eengezichl. In principe komen de 28 leden zes keer per jaar bij een. Hun taak is het adviseren van de Raad van Beheer over uiteenlopende sociale aangele genheden van het bedrijfsbe leid, voorzover die althans niet per CAO worden geregeld. De besluitvorming die uitein delijk heeft geleid tot de oprichting van de CAAR is lang en heftig geweest. In 1981 kwam de Commissie Arbeids verhoudingen met een rapport uit over de problematiek van de meest wenselijke medezeg genschapsstructuur. De com missie die onder leiding stond van de toenmalige voorzitter van de Raad van Beheer, C.G. A. Mertens, deed de aan beveling een Centrale Onder nemingsraad in het leven te roepen. De discussies laaiden hoog op met als resultaat dat de studiegroep wederom aan het werk toog om in augustus 1982 met een alternatief plan te komen: de CAAR. Deze vorm van medezeggenschap tast de bevoegdheden van de aan gesloten banken en de plaatse lijke ondernemingsraden niet aan. Het is een orgaan dat vol gens velen goed aansluit bij de overlegstructuur, die een we zenskenmerk is van een coöpe ratieve vereniging. Sommigen zijn van mening dat de CAAR slechts een tussenstap kan zijn op weg naar een COR, terwijl anderen van oordeel zijn dat de - iiiini IS/O//

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 3