Terugblik op een
beleidsplan
1
■1 SOCIAAL EN««
ORGANISATORISCH
BELEID Hl
Cijfermatig is niet helemaal bereikt wat de organisatie
zich voor ogen had gesteld. Toch zijn er in de afgelopen
vier jaar goede resultaten geboekt, vooral ook kwalita
tief. Dat is de conclusie die getrokken kan worden uit
de evaluatie van het Beleidsplan 1979-1982 van de geza-
menlijke aangesloten banken.
In een beleidsplan wordt aan
gegeven in welke richting de
organisatie zich in de komende
vier jaar verder wil ontwikke
len. Er worden keuzes ge
maakt op veel terreinen. Wat
zal het sociale beleid zijn? Wat
willen we op financieel gebied
bereiken? Welk commercieel
beleid gaan we voeren? Het
zijn slechts enkele vragen die in
zo'n beleidsplan aan de orde
komen en - vanzelfsprekend -
van een antwoord worden
voorzien, leder jaar wordende
plannen bijgesteld, waarbij
een nieuwjaar aan de planperi
ode wordt toegevoegd en het
voorbije jaar vervalt. Het is
natuurlijk heel zinvol om na
zo'n periode eens te bekijken
wat er uiteindelijk van de plan
nen is terecht gekomen.
De eerste conclusie is dan, dat
de oorspronkelijke beleidsuit
gangspunten op het gebied van
de financien na vier jaar niet
zijn verwezenlijkt. De ver-
WWWV
V4U MV
wachtingen met betrekking tot
balansgroei, spaarmiddelen,
woninghypotheken, krediet
verlening en kostengroei
moesten steeds meer in neer
waartse richting worden bij
gesteld. Ook de uitkomsten ten
aanzien van bruto-winstmarge
en de verliezen blijken wezen
lijk anders te zijn dan in 1979
werd verwacht.
De oorzaak hiervan ligt niet in
te hoog gegrepen idealen,
maar vooral in 'omgevingsfac-
toren'-zoals dat in vakjargon
wordt genoemd. Simpeler ge
zegd: niemand kon vier jaar
geleden vermoeden dat het met
de Nederlandse economie zo
verschrikkelijk snel bergaf
waarts zougaan. Endieecono-
mie is van wezenlijk belang
voor de bedrijfsresultaten van
het bankbedrijf.
Maar het is niet een en al treur
nis. Veel van de beleidsplan
nen die in 1979 werden op
gesteld zij n wel degelij k verwe-
zenlijkt.
Laten we eens kijken naar het
voorgestane commerciële be
leid. Vier jaar geleden werd
besloten aan het cliëntgericht
denken en handelen nieuwe in
houd te geven. Inmiddels zijn
deze termen naar letter en geest
al aardig ingeburgerd. De op
mars van de bankadviseur
spreekt boekdelen.
Wat te denken van het spaar-
beleid? Het beleid richtte zich
op de jeugd en de bejaarden.
Na vier jaar blij ken ergoede re
sultaten te zijn geboekt. Bin
nen afzienbare tijd wordt er
een compleet nieuw systeem
van spaarvormen aangebo
den: daarmee wordt inhoud
gegeven aan de i n 1978 voorge
nomen stroomlijning van
spaarvormen.
Ook de doelstellingen ten aan
zien van het bedrijfsleven wer
den in de planperiode groten
deels gerealiseerd: de Rabo-
bankorganisatie is er in
geslaagd haar marktaandeel in
de verschillende bedrijfssecto
ren tenminste te handhaven, ja
zelfs hier en daar flink uit te
breiden.
Belangrijke doelstelling van
het beleidsplan was in 1979 het
afremmen van de procentuele
personeelsgroei, de invoering
van de functieclassificatie
voor alle aangesloten banken
en het bevorderen van de
doorstroming binnen de orga
nisatie. Na vier jaar kan wor
den gesteld dat we hiermee aar
dig in de goede richting zitten.
De personeelsgroei is er uit,
80% van alle personeelsleden
zijn 'gefunctieclassificeerd' en
van de 1949 nieuwe perso
neelsleden in 1982 waren er 306
(16%) afkomstig uit de
organisatie.
Ook in organisatorisch op
zicht is grote vooruitgang ge
boekt. Het automatise
ringsplan bijvoorbeeld. De in
voering van KTS, KIK, MI-
RA - het loopt allemaal.
13