Bijpraten op de Veluwe. Voorvader van Rabofant? m 18 'Wat zullen we nou hebben? Een rivaal voor Rabofant?' Aldus de eerste reactie van de heer en mevrouw Gelens uit Cuijk toen ze zich tijdens een vakantie-oponthoud in Midden-Limburg zagen geplaatst voor onderstaand uithangbord. Lichtelijk bezorgd wendde het Brabantse echtpaar zich tot de redactie met een verzoek om opheldering over hetgeen men had waargenomen in het witte stadje Thorn. De Rabobank Ermelo-Harderwijk kampt met een niet alledaags probleem. Het werkgebied omvat twee afzonderlijke gemeenten met plaatsen die op flinke afstand van elkaar gelegen zijn. Hoewel elke gemeente een volledig zelfstandig opererende Rabobank kent, volstaat men toch met één bestuur, één raad van toezicht en één directie. Personeels leden die werkzaam zijn op de verschil lende vestigingen zien elkaar dikwijls in tijden niet, en zo bestaat de kans dat de betrokkenheid bij het werk in gevaar komt. Tegelijkertijd leefde binnen de be- heerscolleges de wens intensiever be trokken te worden bij het bankgebeu- ren. Uit het voorgaande werd aansluitend een plan tot het houden van kaderdagen geboren. In een Kootwijkse uitspanning stond half oktober voor de tweede keer een dergelijke praatdag op het program ma. Dertig medewerk(st)ers van de bank stelden er hun vrije zaterdag voor beschikbaar in een poging het nuttige met het aangename te verenigen. Dit maal waren het de particuliere relatie beheerders die samen met bestuurders en leden van de raad van toezicht in re traite gingen om zich te buigen over een tweetal actuele onderwerpen. Tijdens een ochtendsessie cirkelden de discussies vooral rond de vraag of de huidige personeelsbezetting en -inde ling geen hinderpaal vormen voor het ontplooien van commerciële activitei ten. Daarbij kwamen de nodige sugges ties ter verhoging van de slagvaardig heid aan de orde. De middaguren verstreken voor een be langrijk deel met gedachtenwisselingen over de samenhang tussen deeltijdar beid, arbeidsduurverkorting en een niet minder actuele kwestie als een verrui ming van de openstellingsuren. Behalve dat er pittig gediscussieerd kon worden over zakelijke en actuele onder werpen, wil directeur Reith ook het sociale aspect van de kaderdag aller minst onderschatten. Er is volgens hem duidelijk sprake van een wisselwerking. 'Door de inzet en de deelname van alle betrokkenen ondervind je als directie steun bij de beleidsvoorbereidingen. Met suggesties en kritiek kan iedereen z'n voordeel doen. Aan de andere kant krijgen ook de medewerk(st)ers dank zij bijeenkomsten als een kaderdag het ge voel dat zij sterker betrokken worden bij de bepaling van het bankbeleid.' De Rabobandmascotte zou toch geen concurrentie hebben gekre gen van een soortgenoot die het jammerlijke gemis van een vrolijke krul staart trachtte te compenseren door mid del van flapoor, slappe slurf en een ver vaarlijke hoektand? Misschien betreft het hier een tamelijk agressief aangelegd en ver familielid van Rabofantje, veronder stelden de Brabantse briefschrijvers bij hun verzoek om opheldering van het ge signaleerde mysterie. Vrijwel gelijktijdig viel het oplettende oog van collega J. van Straaten op de sierlijke blikvanger. Als lid van de fotoclub die on der de naam Coopographic een solide re putatie geniet binnen het Eindhovense kantoor van Rabobank Nederland, wist hij ogenblikkelijk wat hem te doen stond. Met als gevolg dat bij wijze van uitzondering Rabofant deze keer op voor- en achterkant van dit blad prijkt. Maar daarmee zijn de raadselen rond de smeedijzeren kolos nog altijd niet opgelost. Voor naspeuringen daaromtrent moeten we in eerste instantie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 18