Veel animo voor CAAR
In elke Rabobank-regio
zullen volgens beproefde
democratische principes
deze maand verkiezingen
nodig zijn. Negen keer zes
zetels tellen de zogenaamde
regiocommissies waar
aansluitend de selectie
plaatsvindt van
afgevaardigden naar de
Centrale Adviesraad
Arbeidsaangelegenheden
Rabobankorganisatie. Door
het hele land wemelt het
echter van kandidaten.
Personeel kiest.
Die voorzichtige conclusie kon wor
den getrokken, kort voordat eind
september de kandidaatstelling
werd afgesloten. Rabobanken die eigen
ondernemingsraden kennen schoven in
vrijwel alle regio's meer kandidaten naar
voren dan er zetels beschikbaar zijn. Ook
onder banken waar men minder dan 35
personeelsleden telt en waar dus geen on
dernemingsraad draait, is de animo groot.
Die gegevens stemmen hoopvol wanneer
ze gelden als graadmeter voor de verkie
zingen die nu voor de deur staan. Tot kort
na afloop van de herfstvakantie krijgt
Rabobankpersoneel de gelegenheid zelf
mensen aan te wijzen die in de naaste toe
komst via de CAAR kunnen zorgen dat het
begrip medezeggenschap inhoud krijgt.
De afgelopen weken hebben Vic Kerkhoff
(Haarlem), Leo van de Vondervoort (Eind
hoven-Noord) en Hendrik Eggens (Emmel-
oord) als leden van de CAAR-verkiezings-
commissie kriskras door het land in iedere
regio informatiebijeenkomsten geleid.
Daar staken afgevaardigden van bestaan
de Rabobank-OR's de koppen bijeen om te
worden bijgepraat over de voorgeschiede
nis van de CAAR en om vragen of informa
tie over diverse 'hete hangijzers' door te
spreken.
Spijt klonk er door over het feit dat de
CAAR weliswaar dicht aansluit bij de gel
dende Wet op de Ondernemingsraden,
maar dat de specifieke structuur en het ka
rakter van een coöperatieve bankorganisa-
tie vooralsnog de oprichting van een vol
waardige Centrale Ondernemingsraad be
lemmeren. In dit verband werd opgemerkt
dat het bestaan van één pensioenfonds,
een algemene vereveningsregeling, een
uniforme autokostenregeling etc. het voor
de hand liggend maken de Rabobank als
een concern te zien. De regionale CAAR-
bijeenkomsten brachten herhaaldelijk een
heersend gebrek aan informatie aan het
licht. Zo beschikten diverse onderne
mingsraden niet eens over het rapport
waarin de commissie-arbeidsverhoudin
gen haar voorstellen ontvouwt over de
CAAR, alsmede het bijbehorende regle
ment.
Raboband bezocht in Delft een samen
komst voor OR-vertegenwoordigers van
banken in de regio. Uitvoerige aandacht
werd daar gevraagd voor de scholing van
degenen die gekozen worden in regiocom
missie of CAAR. Veel banken kennen nog
maar betrekkelijk kort een ondernemings
raad; ook kleine banken zijn straks per re
gio met drie afgevaardigden aanwezig in
de regiocommissie en tellen 9 vertegen
woordigers in de CAAR. Namens de ver
kiezingscommissie had Vic Kerkhoff er wel
vertrouwen in: 'De medezeggenschap
moet goed gestalte krijgen, en dat houdt in
dat men aan de top moet weten wat er aan
de basis leeft. Het scheppen van oplei
dingsfaciliteiten kan noodzakelijk blijken.
Men zal vooral de eerste tijd nog wat moe
ten wennen. Dat is een leerproces voor de
hele organisatie. Het overleg aan werkge
verskant is al uitstekend geregeld, maar
kost ook veel centen. Waarom zouden per
soneelsleden de stoute schoenen niet aan
trekken als het gebeurt met positieve in
tenties?'
Dat er regiocommissies komen ter onder
steuning van de CAAR werd algemeen als
positief ervaren. Op die manier krijgt de
CAAR een breder draagvlak, dan wanneer
willekeurig een aantal mensen bijeen zou
zijn gegraaid. Tijdens de informatiezitting
in Delft werd met klem geïnformeerd naar
de (rechts)positie van CAAR-leden, het
tijdsbeslag dat deze medezeggenschaps-
vorm met zich meebrengt en de mogelijk
heid tot het eventueel raadplegen van ex
terne deskundigen in de CAAR. Duidelijk
werd dat er alleen al vanuit de onderne
mingsraden bij plaatselijke banken grote
behoefte bestaat aan onderling overleg en
ruggespraak.
Naar verwachting zullen in de toekomst
veel vragen via de regiocommissies boven
water komen. Zo leveren momenteel de ac
tuele plannen om (afhankelijk van plaatse
lijke situaties) te komen tot gewijzigde
openingstijden voor banken flink wat dis
cussiestof op. Ook het fenomeen van de
roostervrije dagen blijkt bij plaatselijke
banken aanleiding te zijn tot misverstan
den of foutieve interpretaties. Problemen
bij het inpassen ervan hebben bijvoorbeeld
incidenteel geleid tot het instellen van lan
gere middagpauzes, hoewel zulks lijnrecht
indruist tegen de uitkomsten van het CAO-
overleg. Onwetendheid eveneens rond de
recente vermindering van de autokosten
vergoeding voor personeel en het feit dat
inmiddels de ondernemingsraad van
Rabobank Nederland de kantonrechter
heeft gevraagd het bewuste besluit nietig
te verklaren.
Met de komst van de regiocommissies en
de CAAR ontstaat voor het eerst een repre
sentatief platform waarop een samen
spraak mogelijk is over allerlei vraagstuk
ken en knelpunten op het sociale vlak. Het
belang van de verkiezingen die voor de
deur staan is er afdoende mee aangege
ven.