De blauwe kolom. Maandelijks orgaan voor het personeel van de Rabobanken Jaargang 9 nummer 9 september 1983 Bij de voorplaat: Redactieraad: mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter (Rabobank Nederland) mr. Gerard Meijs, plv. voorzitter (Rabobank Nederland) Wil Botting (Vlissingen) Sievert Hekman (Baflo) Joop Keuning (Renkum) Henny Krist (Dalen-Coevorden) Karin Mulder (Steenwijk) Jos. Paulussen (Merkelbeek) Yvonne Verdonk (Hengelo-O.) Ger Wijbrandts (Enkhuizen) Redactie: Wim G. M. Aerts drs. Cok de Zwart Bureauredactie Thea Fibbe Karei de Mol Redactieadres: Postbus 8098 3503 SE Utrecht telefoon (030) 36 23 96 of 36 28 94 Abonnementen administratie: telefoon (030) 36 26 91 Vormgeving en druk: Hoonte-Holland, Utrecht Correspondenten: Jo Boesewinkel (Someren) Frans Broos (Venray) Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal) Frans van Hoof (Valkenswaard) Theo ter Horst (Hazerswoude) Arie den Hoed (Lopik) Rene Kuzee (Bergambacht) Ruud van Nistelrode (Veldhoven) Fred Tuurenhout (Schipluiden) Huub Vanhommerig (Kerkrade) Bert Westra (Voorschoten) Henk de Wolf (Amstelveen) Een uitgave van Rabobank Nederland raboband Een nieuw begrip op pagina 18 en 19 (opname Theo-Ton van Diejen) De naam CAAR zal in de toekomst vast en zeker nog wel vaak in ons blad opduiken. Dat heeft hij in de afgelopen tijd ook al een paar keer gedaan. Maar laten we wel wezen, toen zal het voor de meeste lezers een onderwerp geweest zijn, dat naar hun gevoel nog tamelijk ver van hun bed afstond. Al begreep je natuurlijk best, dat het een zaak was, die als hij dichterbij zou komen, ook jou en alle Rabomensen terdege zou aangaan. In dat stadium zijn we thans aangeland. Dat brengt meteen al mee, dat het woord CAAR van nu af aan allengs bij ieder van ons een eigen persoonlijke indruk zal gaan oproepen. We hebben er immers mee te maken gekregen en, de een meer de ander minder, zul len we allemaal toch wel willen zien, hoe die CAAR zich nu verder zal ontpoppen. Zo gaat dat, wanneer er in een gemeenschap iets nieuws naar voren komt. Ik hoef toch niet meer de betekenis van de afkorting CAAR uit te leggen? We zitten momenteel midden in de verkiezingsprocedure voor die Adviesraad. In de eerste weken van oktober worden de leden van de regiocommissies gekozen. De kandi daatstelling daarvoor is inmiddels aan de gang. En het zal intussen al wel duidelijk geworden zijn of al die Rabomedewerk(st)ers een beetje warm zijn gelopen voor deze eerste verkiezingen. Zo ja, dan zou dat die eerste CAAR-vertegenwoordigers straks meteen al een mooi steuntje in de rug geven. Misschien moeten we echter straks wel concluderen, dat de verkiezingsactie en -opkomst tamelijk lauw geweest zijn. Dat zou wel even teleurstellen. Maar ander zijds mag dat ook weer geen reden zijn om bij de pakken neer te zitten. Niemand van ons immers heeft nog ooit zulke omvangrijke landelijke verkiezingen binnen onze or ganisatie meegemaakt. Het systeem is ook tamelijk ingewikkeld. Je moet het haast eerst een keertje in de praktijk meemaken om te weten hoe het (uit)werkt. En dan vooral die CAAR zelf is nog zo pril. Op papier kunnen we zijn functies diep bestude ren, we kunnen de 'voors' en 'tegens' op een rijtje zetten, b.v. in vergelijking met he lemaal geen overkoepelend orgaan, dan wel in vergelijking met een COR. Dat blijft echter allemaal wat in de theoretische sfeer hangen. Pas als zo'n CAAR er is, pas als we na een tijdje weten wat hij adviseert en hoe invloedrijk hij wel is, zal dit college en zijn plaats echt gaan leven. Ik vermoed, dat dat ook het geval zal zijn voor de raadsle den, die binnenkort als allereersten uit de verkiezingsbus te voorschijn komen. Het kiezerscorps zelf zal in ieder geval bij een tweede en volgende verkiezingsronde in de komende jaren meer en meer in zijn rol groeien. Ik denk dat we het snel door zullen krijgen: zo'n kandidaatstelling en verkiezing is toch wel zo belangrijk, dat je daar geïnteresseerd aan meedoet! Wie weet bleek dat al in de tijd die verlopen is sinds ik deze regels aan het papier moest toevertrouwen. Overal waar het democratische systeem wordt toegepast, geldt dat de kiezers door hun betrokkenheid mee inhoud geven aan het functioneren van het gekozen orgaan. Denk maar aan de eerste, vaak schuchtere pogingen tot het instellen van OR's. Daar voor was in het begin vaak maar weinig belangstelling onder het personeel. Die groeide veelal pas jaren later en heeft daardoor een impuls aan de importantie van de OR gegeven. Of onze eigen, nu tot wording komende, CAAR tot in lengte van jaren een onvervang baar blijvertje moet zijn, is m.i. thans minder belangrijk, dan dat zij volgend jaar een goede start maakt. Natuurlijk, zo'n geheel nieuwe Adviesraad moet zich eerst inwer ken, wennen en ervaring opdoen. Maar ontegenzeglijk ligt de weg voor haar open om zich te ontwikkelen tot een lichaam, dat een zeer gewichtige en invloedrijke plaats in onze organisatie inneemt. Daarom is dat huidige verkiezingswerk van heel wat meer betekenis dan we op het eerste gezicht achter de formele procedureregels menen te kunen vinden. JRH

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 2