stond en toch verloor.
korte tijd heb ik daar twee jeugdgroepen
naar de sub-top gebracht. Zo heb ik tijdens
de jeugdkampioenschappen één keer 6 en
één keer 8 van de 10 nationale titels met ze
behaald. Zijn trainerskwaliteiten vielen op,
zodat hij werd gevraagd de nationale
jeugdploeg te trainen. Vervolgens was
Fred vier jaar lang oefenmeester van de na
tionale B-selectie, - zeg maar 'Jong Oran
je' -. Sedert 1979 traint hij de absolute
badmintontop, waarvan hij sinds vorig jaar
tevens team-captain is.
Uitgegroeid tot volwaardige sport
De terminologie die bij het spel wordt ge
bezigd is op en top Engels. Vreemd is dat
niet, want de Engelsen hebben badminton
in Europa geïntroduceerd. Legerofficieren
brachten uit India een soortement spel
mee, dat Poona werd genoemd. In 1873
werd het voor het eerst gespeeld op het
landgoed Badminton. Zo kreeg het spel
zijn huidige naam. Enkele jaren later stelde
kolonel Selby spelregels op, waardoor
badminton ook geschikt werd gemaakt om
'kamer en suite', ofte wel tussen de schuif
deuren, te spelen. In 1 887 legde de oudste
badmintonvereniging, de Bath Badmin
tonclub de spelregels vast die tot op de dag
van vandaag nog van kracht zijn. In korte
tijd werd het spel bijzonder populair. Daar
om werd in Engeland al in 1 893 een over
koepelende bond opgericht.
Ook in Nederland maakte men spoedig
kennis met het nieuwe fenomeen. Maar
erg veel aanhangers kreeg het niet. De Ne
derlandse Badmintonbond, die in 1931
werd opgericht, heeft decennia lang een
zeer bescheiden rol gespeeld in het geor
ganiseerde sportwezen. Daar is de laatste
jaren echter drastisch verandering in geko
men. Telde de Bond in 1961 nog slechts
2000 leden, in 1 982 bedroeg dit aantal al
meer dan 100 000. Ook op Europees ni
veau spreekt Nederland een aardig woord
je mee. Na Engeland, Denemarken en Zwe
den bezet de Nederlandse selectie een
goede vierde plaats. 'Tegenwoordig is
badminton toch echt wel een volwaardige
sport. Het wordt niet uitsluitend meer be
schouwd als een oude-wijvenspel, dat
voornamelijk op strand of camping wordt
beoefend.'
Toch wordt Fred nog regelmatig gecon
fronteerd met de vergelijking die leken
trekken tussen badminton en tennis, waar
bij de laatste sport toch veruit superieur
zou zijn. Een erfenis uit het verleden, toen
het spel nog bijna uitsluitend werd ge
speeld door tennissers, die 's winters in
vorm wilden blijven. Natuurlijk probeert hij
deze vergelijking krachtig en in alle toon
aarden te ontzenuwen: 'Badminton is echt
heel anders dan tennis, eigenlijk zijn ze
nauwelijks met elkaar te vergelijken. Ten
nis gaat veel langzamer. Duurzaamheid
en fysieke kracht spelen hierbij een heel
belangrijke rol. Badminton daarentegen is
een typisch aanvallende sport. Explosief,
waarbij het aankomt op snelheid en tem
po.' Wel zijn de spelregels van badminton
vrij eenvoudig, terwijl het voor een ongeoe
fende speler ook niet zo lastig is de shuttle
te raken. 'Het is een zeer populaire recrea
tiesport, juist omdat het ookopeen laag ni
veau kan worden gespeeld,' aldus Fred de
Jong.
De hete adem van jong talent
Hij ziet de toekomst zeer rooskleurig, te
meer daar er een hoop jong talent komt op
zetten. 'Het is heel moeilijk om bij de jeugd
te selecteren. Maar als Bond proberen we
het toch zo goed mogelijk in de gaten te
houden.' Voor dat doel loopt hij dan ook re
gelmatig alle mogelijke wedstrijden en
toernooien af, om te bezien of zich nieuw
talent aandient.
Degenen die zich duidelijk onderscheiden
en op nationaal niveau goede prestaties le
veren kunnen worden opgenomen in het
nationale team. Opname in dit elite-gezel
schap betekent méér dan alleen maar een
erkenning van iemands spelkwaliteiten.
Talentvolle spelers kunnen immers onder
leiding van ervaren oefenmeesters extra
trainen in het Nederlandse Badminton
Centrum te Nieuwegein en wat wellicht
nóg belangrijker is: ze doen internationale
wedstrijdervaring op. Maar in het nationale
team zijn natuurlijk niet ongelimiteerd
plaatsen te vergeven. Extra hard knokken
dus voor de 22 spelers, die zich nü van een
plaats verzekerd weten. Zij voelen de hete
adem van anderen in de nek.
Voor sentiment geen plaats
'De sportwereld', zegt Fred de Jong, 'is
een prestatiemaatschappij. Badminton
vormt hierop geen uitzondering. Ook daar
is geen plaats voor sentiment. Het zijn stuk
voor stuk ras-individualisten, die opkomen
voor hun eigen hachie en bijzonder eer
zuchtig zijn.' Van een goede coach vergt
dat heel wat meer dan het uitdenken van
intensieve trainingsprogramma's en de
zorg dat zijn troep in topconditie blijft. Hij
moet ontegenzeglijk ook behept zijn met
een flinke dosis mensenkennis. In een
gezelschap waar het knokken is om je
plaats te behouden, komen spanningen
voor, die door de trainer moeten worden
opgelost. Psychologische oorlogvoering
en intimidatie komen ('gelukkig heel inci
denteel, hoor') wel degelijk voor.
Het is de taak van de trainer dergelijke ge
dragingen te corrigeren. Fred de Jong
geeft nog een ander voorbeeld waaruit
blijkt dat een trainer tevens een soort psy
choloog moet zijn: 'Kijk, voor elke wed
strijd neem je wel een bepaalde tactiek
door, maar wanneer een speler eenmaal op
het veld staat, ben je hem kwijt. Hij kan dan
alles van de training vergeten. Belangrijker
is het iemand in een bepaalde sfeer te pra
ten. Ook daarom moet je situaties heel
goed kunnen intaxeren.'
Carrière en sponsoring
Het nationale team heeft drie trainers, van
wie er slechts één in loondienst is bij de
Badmintonbond. Sinds 1977 is dat de