Kleur bekennen
De heer Van Essen, hoofd kas en kantoren
van Rabobank Sloten-Badhoevedorp en
deelnemer aan de eerste cursus kan deze
woorden volledig onderschrijven: 'Het we
zenlijke van deze cursus is, dat zij zo is toe
gespitst op onze eigen organisatie. Het is
niet alleen maar pure theorie, waardoor al
les misschien wat wazig zou blijven. Inte
gendeel. De onderwerpen worden heel
praktijkgericht behandeld.' Die praktijkge
richtheid komt vooral tot uiting in de huis
werkopdrachten, die de cursisten moeten
maken.
'Doe een opleidingsbehoefte-onderzoek
en maak een opleidingsplan voor uw eigen
afdeling'. 'Stel enkele commerciële be
leidsaanbevelingen op'. Twee voorbeelden
uit de rij opdrachten die intensief tijdens de
cursus worden behandeld.
Pierre van Hedel, de maker van de cursus,
heft in dit verband een vermanende vinger
op: 'Juist omdat het geheel zo praktijkge
richt is, is het beslist geen vrijblijvende cur
sus. De mensen moeten de kans krijgen
het geleerde ook daadwerkelijk in prak
tijk te brengen. Ze moeten daarvoor van de
directeur wél de ruimte krijgen. Anders
heeft het weinig zin.'
Goed samenspel
'Ik denk dat deze cursus heel goed aansluit
bij de door ons gesignaleerde behoefte,'
zegt de heer Van Deventer, directeur van
de Rabobank Zuivelbank in Alkmaar. Hij is
nauw betrokken geweest bij de ontwikke
ling van de cursus. Samen met de directeu
ren van de Rabobanken Alphen aari den
Rijn, Amsterdam, Beverwijk, Gouda, Slo
ten-Badhoevedorp en sinds kort ook
Hoorn, zit hij in een informele gespreks
groep, waarin maandelijks gegevens over
eikaars banken worden uitgewisseld en ac
tuele zaken worden besproken. 'Een van
die regelmatig terugkerende actuele zaken
is de opleidingsproblematiek binnen onze
organisatie. Bijna dagelijks voelden wij dat
veel van onze middenkadermensen een
onvoldoende scholing hadden, vooral
wanneer zij werden geconfronteerd met
overlegsituaties of moeilijke gesprekken
met hun medewerkers.'
Toen de directeuren hierover eens contact
opnamen met de opleidingsmensen van
het directoraat Personeel en Opleiding AB
op de centrale bank, bleek men daar al be
zig te zijn met de ontwikkeling van een op
het middenkader afgestemde cursus. Al
eerder was namelijk in de regio Arnhem de
behoefte aan een dergelijke opleiding ge
signaleerd. De directeuren, die allen lei
ding geven aan banken die een zich snel
uitbreidend stedelijk gebied als werkter
rein hebben, kregen in de verdere ontwik
keling van de opleiding een grote mate van
inspraak. 'Wij vonden het een aardig idee
om als collectief van zes banken ook de
eerste cursisten te leveren, omdat we dan
in staat zouden zijn in onze besprekingen
de experimenten te volgen. Bovendien wa
ren wij van mening dat het erg verfrissend
werkt, wanneer een cursus wordt bezet
door mensen uit verschillende regio's. Die
mening zijn we tussen haakjes nog steeds
toegedaan.'
Hun wens werd gehonoreerd, hoewel Van
Deventer toegeeft dat het wel een flinke
hoeveelheid werk heeft gegeven.
Maar het lukte, met als resultaat de feeste
lijke bijeenkomst in Sloten-Badhoevedorp
en een degelijke middenkadercursus,
geënt op de Rabobank-praktijk. ■hbi
De steunkleur van onze organisatie is
blauw; daar zeg ik niets nieuws of specta
culairs mee. Vlaggen, lichtreclames en ook
het blad Raboband maken ons vertrouwd
met de blauwe kleur. Nog even en voetbal
en volleybaltoernooien gaan -gespeeld
worden met een blauwe bal. Blauw is onze
kleur en dat moet iedereen dan maar weten
ook.
Het blad 'Raboband' kent zelfs een blauwe
kolom, geschreven door ene heer JRH.
Vroeger kwamen in dit blad ook kolommen
voor als: 'De ene vereniging aan het
woorden 'De andere vereniging aan het
woord'. Ik meen althans dat die rubrieken
zo heetten. Toen echter de ene vereniging,
te weten de VPR, contacten legde met
de externe vakorganisaties, werd'de be
treffende rubriek beëindigd. De VPR was
door haar toenadering tot het CNV geen
'eigen' organisatie meer, aldus de redene
ring en zo mocht de mening van de VPR
niet meer in Raboband. Gelijktijdig is de
andere vereniging gestopt om mij niet be
kende redenen.
Nee, in ons blauwe blad moet een blauwe
kolom, geschreven door een 'blauwe' JRH.
Ik heb daar geen enkele moeite mee, ware
het niet dat ik vind dat meneer JRH ten on
rechte deze blauwe kolom schrijft, omdat
hij geen 'blauwe' mening verkondigt, zo
die al bestaat. Al eerder heb ik mij aan de
inhoud van die kolom geërgerd. De heer
JRH heeft kennelijk wel het recht om een
sterk gekleurde opvatting in ons blad te
publiceren, terwijl anderen dat recht is Ont
zegd.
In nummer 83/5 gaat het over de zater
dagopenstelling. De heer JRH kan weten
dat dat voor velen een zwaar punt is. De
VPR bijvoorbeeld achtte dit een zwaarwe
gend element in de c.a.o.-onderhandelin
gen.
Nu is het van tweeën één: of de heer JRH
stopt dit soort geschrijf, of hij geeft andere
'blauwe' organisaties ook het recht hun
zegje te doen.
Nu heb ik het onaangename gevoel dat hij
misbruik maakt van zijn functie.
Als onze kleur blauw is, dan moeten we wel
steeds samen uitmaken hoe de kleur blauw
er uit zal zien.
Kortom, kleur bekennen, mijnheer JRH.
A. Stuivenberg, voorzitter VPR