ging vergezeld van een kluissleutel. Enkele tientallen daarvan pasten op een in de bank geplaatste demonstratiekluis en ook dat gaf recht op een prijs. Van de gedistri bueerde 5500 sleutels werden er - meest uit 'nieuwsgierigheid' - weer meer dan 3000 ingeleverd. Tot de gelukkigen be hoorde een toevallig aanwezige politie agent. Het streven om heel de plaatselijke bevol king nauw bij de nieuwe startte betrekken heeft kort na het open huis geresulteerd in nog een tweede initiatief. Ondernemers, zakenmensen en winkeliers werden - met wederhelft - uitgenodigd voor een onge dwongen kennismakingsbijeenkomst. Ook hier een kleine attentie voor de aanwezi gen. Er werden er circa 1 50 geregistreerd. Enkele conclusies van de bijeenkomst: De vrouwen van ondernemers vormen een ca tegorie die sterk in de vergeethoek is ge raakt. Toch horen ze erbij. Veel onderne mers hebben wel verstand van de branche waarin hun bedrijf thuishoort, maar cijfer tjes zeggen hen niks of te weinig. Het blijkt echt nodig een brok informatie te verstrek ken. 'Wij weten wel wat er nodig is,' aldus directeur Broekhoven, 'maar de in Neder land gangbare administratieve systemen zijn zo dat de burger door de bomen het bos niet meer ziet. Ook wij zullen meer naar hem toe moeten. Men ervaart het als heel plezierig wanneer ze dan op zo'n avond meteen in contact gebracht kunnen wor den met degene die bij een bank gaat over bepaalde zaken.' Tot ver na middernacht is er nagepraat op die avond voor onderne mers. Van alles kwam er los, ook dingen die voor ons vanzelfsprekend zijn. 'Het ge voel dat men bepaalde vragen kwijt kon was voor sommigen gewoon een opluch ting. En dan luidt voor ons de uitdaging: ga daar op in, bank. Pak dat op.' Op personeelsgebied heeft het samen gaan van twee banken natuurlijk altijd con sequenties. Fusie en integratie brengen onherroepelijk een gewenningsproces met zich mee. Er worden van personeelsleden extra inspanningen gevergd. Van de ene dag op de andere dag worden mensen toch maar geplaatst in volstrekt nieuwe werksituaties en zien ze zich geconfron teerd met compleet nieuwe werkprocedu res. Is er bij het samengaan van een kleine en een grote bank bovendien niet het risico dat de laatste een allesoverheersende rol gaat spelen? Raboband stelt deze en dergelijke indrin gende vragen in het directiekantoor van de bank en de antwoorden wekken niet de in druk dat er om de hete brij heen wordt ge draaid. Van de verwachting dat er een te veel aan mankracht zou zijn is niets geble ken. Eerder was er het gevoel dat men nu eindelijk over voldoende mankracht be schikte. 'Daarbij komt wel,' aldus onze ge sprekspartner, 'dat de klanten natuurlijk in zo'n aanloopfase ook extra aandacht vra gen.' Op termijn zullen voor de 87 perso neelsleden veranderingen zeker niet uitge sloten zijn. Wie gewend is aan een kleine gezellige bank met een plezierige onderlin ge sfeer zal het gevoel hebben iets prijs te geven, en een hard werkende grote afde ling zou meer rendement kunnen opleve ren als alles meer gestroomlijnd verliep. Bij een grote bank bestaat het risico dat iedereen teveel in het eigen straatje bezig blijft. Afdelingen worden tot eilandjes, om geven door - denkbeeldige - muren. Net zo gaat het met de communicatielijnen die iedereen gewend is te gebruiken. Directeur Broekhoven: 'Mensen zoeken in het begin nog allemaal hun plaats. We zitten voorlo pig met een heleboel extra werk. Dat op zich levert al spanningen op en niet zo zui nig ook. Juist dan ben je aangewezen op elkaar, in die sfeer moet je elkaar bijsprin gen.' Bestaan er dan geen standaardmodellen voor de organisatiestructuur van een bank? fn Halfweg wordt bevestigend geknikt, maar spoedig komen de kanttekeningen. - r7:' 'Allemaal mooi en aardig, maar het is een theoretisch verhaal waarin je de prachtig ste takenpakketten voor elk individu kunt opnemen, ledereen heeft bij de aanvang een bepaalde voorstelling, maar in de prak tijk gaat het soms anders lopen dan men gedacht had. Het dondert bij standaard modellen niet of iedereen ook wel op de goeie stoel zit. Maar de stoelen zelf zijn stellig de juiste.' Liever zoekt men in Halfweg dus de oplos singen in de praktijk, zonder dat mensen constant op hun tenen lopen of kapot gaan omdat ze niet kunnen functioneren en niet opgewassen blijken tegen taken die ze krij gen toebedeeld. Daarmee berokken je on gewild veel kwaad. 'We moeten,' zo be toogt directeur Broekhoven, 'gezamenlijk proberen knelpunten boven water te krij gen. Mensen behoren ruimte te krijgen, ook op de bijkantoren. Daar moet niet het idee bestaan dat ze er maar bijbungelen en dat het hoofdkantoor iets heel aparts is. Plannen en ideeën moeten evenmin alleen van bovenaf doorsijpelen. Aan de balie weet het personeel veel meer van de klan ten dan ik. Niet alle ideeën zullen in beleid te vertalen zijn. Dan moeten we in ieder geval wel het waarom uitleggen. Sommige beslissingen zullen niet vriendelijk en aardig zijn; ook dan echter zul je duidelijk moeten zijn.' Door heel nadrukkelijk tussen de perso neelsleden te gaan staan, denkt Broekho ven te bereiken dat er een wisselwerking ontstaat. 'Ik hoop dat ze ook echt met hun vragen en opmerkingen voor de draad ko men en ze niet opzouten tot na afloop van besprekingen.' Ideeën uitwisselen, elkaar bijstaan en het bevorderen van positieve elementen: al deze aspecten zullen na drukkelijk herkenbaar zijn in het nieuwe gezicht dat de bank gaat uitdragen. Bij het onwikkelen van nieuwe doelstellingen zul len de personeelsleden ook zeer nadrukke lijk betrokken worden. 'Mensen die zich veredelde baliekluivers voelen moeten dat idee heel snel verliezen. Je zult zien, als mensen een duidelijke taakstelling mee krijgen en daarover gaan nadenken dan ra ken ze vanzelf extra gemotiveerd. Ze krij gen ruimte en verantwoordelijkheid. Jaze ker, ook de vraag wat ervan bepaalde plan nen is terechtgekomen moeten ze beant woorden. Er valt van alles en nog wat op te pakken en te bedenken. Laten we ons niet vergissen in de uitstralingseffecten die al lerlei initiatieven hebben. Jan en alleman zal tot de ontdekking komen dat de bank het levendige en sociale middelpunt van een gemeenschap kan zijn. Veel te weinig nog buiten we als Rabobanken het gewel dige vertrouwen uit dat we genieten.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 15