'Rood'
Dood spoor
Het probleem van rood staan neemt hand
over hand toe, wanneer je niet alert rea
geert. Hoe langer hoe meer mensen schij
nen te denken: 'Liever rood staan dan krap
zitten'.
Door de niet aflatende stroom bezuinigin
gen gaat het iedereen zo'n beetje groen en
zwart voor de ogen zien. Wat veel mensen
dan niet meer zo duidelijk zien, is het de
betsaldo op hun dagafschrift. Of het dag
afschrift nu een D- of een C-saldo ver
toont, velen zien het verschil niet. Daardoor
geraken ook cliënten in de war.
Het zal vast niet alleen bij ons gebeurd zijn,
dat een rekeninghouder zijn debetsaldo
komt ophalen. Een cliënt die er warmpjes
bij zit en te goeder naam bekend staat,
werd niet gefiatteerd. Daarom was het mo
gelijk dat hij zijn f 400,- debetstand mee
kon nemen. Zijn nieuwe debetstand werd
dan wel f 800,- en bij opname daarvan
f 1.600,- enz. totdat er eens gekeken werd
hoe het allemaal kwam.
Allemaal even dom natuurlijk en ook de
man in kwestie begreep maar niet hoe het
kwam dat hij over steeds meergeld 'de be
schikking' kreeg. Met veel omhaal hebben
wij hem verteld wat er gebeurd is. Het geld
lag gelukkig thuis nog keurig in de kast en
hij zou het direct terugbrengen.
Zoiets mag en kan eigenlijk niet gebeuren,
maar het geeft wel te denken. Maar, zo
vroegen wij ons af, zou zulk een vergissing
niet heel gemakkelijk voorkomen kunnen
worden als bij 'rood staan' het saldo ook
daadwerkelijk in deze kleur vermeld zou
worden op het dagafschrift. Is men met al
le techniek die wij tegenwoordig in huis
hebben niet in staat een rood saldo met
een letter D voor de dag te toveren?
Wij zijn ervan overtuigd dat het zeer doel
matig zal werken.
Rabobank 'Haaften'
Met belangstelling heb ik inRaboband het
artikel onder de kop 'Sollicitant op dood
spoor' gelezen. Wat me sterk verbaasde is
de gevraagde anonimiteit van de geïnter
viewde. Waarom toch eigenlijk? Deugt de
verhouding binnen de bank in kwestie dan
niet? Als 'men' ten onrechte iets conclu
deert, kan de betrokken persoon dat toch
weerleggen? Ik proef uit het relaas een ze
ker defaitisme, negativisme. Niettemin zit
in sommige opmerkingen een kern van
waarheid. De steeds schaarser wordende
personeelsadvertenties maken duidelijk
dat het kostenaspect wel degelijk telt. Men
vraagt veelal jonge mensen met ervaring,
hoe tegenstrijdig dat 3ok klinkt.
1||MU
Een tweede kern van waarheid zit in het on
gebruikt laten van ervaring in eigen huis,
terwille van goedkoper lijkend jong talent
dat in het bezit van een universitaire titel is.
Maar hoe men de zaak ook wendt of keert,
eens bereiken we allemaal de grenzen van
onze mogelijkheden.
Persoonlijke limieten en/of plaatsingsmo
gelijkheden binnen onze bank/organisatie
spelen er een rol bij. Alleen accepteert he
laas niet iedereen een eerlijke zelfkritiek
ten aanzien van eigen grenzen qua oplei
ding/kunnen/ervaring/geschiktheid.
Men kan zich dan, verkerend in de positie
van de persoon uit het interview, ook an
ders opstellen. Dat vereist in de eerste
plaats eerlijkheid van de betrokkene zelf,
plus de directie/personeelsadviseur.
Laat ik mijzelf als voorbeeld nemen. Ik ben
38 jaar oud, getrouwd en vader van 3 kin
deren. Functie: Hoofd afdeling Verzekerin
gen bij de Rabobank Geesteren (Ov.).
Ook ik had en heb het gevoel nog wel wat
meer/anders te kunnen en willen. Gesolli
citeerd werd bij een bank binnen onze or
ganisatie, wederom als hoofd van een -
veel omvangrijker - afdeling Verzekerin
gen. Gevraagd werd iemand van nog geen
dertig jaar, maar de uiteindelijke keus viel
op iemand van meer dan 40 jaar. Daar bin
nen onze bank een heel gezonde en eerlij
ke verhouding aanwezig is, werd de sollici
tatie in alle openheid met mijn directeur
besproken. Daarbij kwamen ook facetten
aan de orde waaruit bleek dat de nieuwe
functie teveel van me zou vergen. De grens
is dan duidelijk gesteld en ik heb niet de
bezorgdheid dat mijn directie mij nu kwijt
wil of twijfelt aan mijn instelling. Het is nu
een zaak van mijzelf om in de huidige func
tie de nodige uitdagingen te blijven vinden.
Wel blijf je alert op eventuele andere mo
gelijkheden, maar binnen je grenzen en
mogelijkheden.
Juist in de assurantie-hoek is doorstro
ming vrijwel uitgesloten. Je kunt eens van
bank veranderen, doch binnen de eigen
bank zijn er slechts weinig kansen. Het
overige bankwerk kent veel meer uitwijk
mogelijkheden: hoofd-kas, bijkantoorhou
der, hoofd-bedrijven, hoofd-particulieren,
boekhouding etc., allemaal functies welke
bereikt of verwisseld kunnen worden.
Het interview gaat ook in op de inkomsten
die je als personeel voor de bank vergaart.
Inderdaad bestaan de inkomsten van een
afdeling assurantiën voor een belangrijk
deel uit prolongatieprovisie. Zou dit echter
de enige bron van inkomsten zijn, dan
wordt het tijd het aantal assurantieadvi
seurs drastisch te beperken. Juist in de as
surantie-sector is service, begeleiding, ac
quisitie nodig. Vervallende posten moe
ten worden aangevuld met zodanige nieu
we produktie dat de groei van een porte
feuille aanwezig blijft.
Denk maar aan de afdeling Levensverzeke
ringen.
Juist de financieringshoek kent een enor
me vaste bron van inkomsten. Als de be
trokken persoon uitsluitend de afsluitpro-
visie bedoelt van nieuwe financieringen
heeft hij gelijk, maar er bestaat toch ook
zoiets als de rente, welke een cliënt moet
betalen. Deze komt zeker ook van bestaan
de financieringsposten. Bovendien: geld
heeft men nodig, verzekeringen niet altijd,
denkt de cliënt.
De geïnterviewde klaagt ook over het ge
brek aan onderlinge contacten en de on
mogelijkheid ervaringen uit te wisselen.
Mijns inziens heeft dit vooral te maken met
de individuele instelling van mensen. Ik
heb die ervaring ook wel, maar in plaats
van af te wachten kun je zelf ook op dit punt
wel initiatieven ontplooien.
Samenvattend:
Als Rabobank-employé, die werkzaam is
op een afdeling welke oog en oor van de
bank dient te zijn, heb ik heus wel kritiek op
onze organisatie, maar wil ook heel onom
wonden stellen, dat het primair aan jezelf
ligt hoe je je voelt in onze organisatie.
Koen Smit, Rabobank Geesteren i