mijn school-Engelsdat iktwintig jaar gele den heb geleerd. Je begrijpt wel dat dat niet altijd meevalt.' Maassen had voor de komst van zijn gast een mooi programma opgesteld en zijn 'paradepaardjes' van stal gehaald. 'Ik wilde hem van alles wat laten zien. Een grote varkensfokkerij, een koeienhouderij, een grote kippenboerderij. Maar die bedrijven hadden voor hem nau welijks herkenningspunten. Hij was veel meer geïnteresseerd in de kleine gemeng de bedrijfjes. De tijd dat mister Quinto nu hier in Voerendaal is hebben we besteed aan het uitleggen van verschillende bank zaken, de balans, de winst- en verliesreke ning, het marketingplan. Tijd om wat te relaxen en om wat van onze leefgewoonten te laten zien, hebben we nauwelijks gehad.' Wanneer mister Quinto echter bij de lunch een flink glas bier be stelt, mompelt Maassen: 'Nu ja, in één op zicht begint-ie al aardig op een Limburger te lijken. Deze gewoonte heeft-ie heel snel overgenomen.' De dagen worden voornamelijk doorge bracht met het bestuderen van definancie- ringsstukken van een bepaald bedrijf ge koppeld aan een bezoek. Kredietverlening sociale zaak Mister Quinto is erg onder de indrukvan de wijze waarop in Nederland de landbouw wordt gefinancierd. 'Dat kennen wij hele maal niet. Hier kan je een investeringsplan opstellen voor het totale bedrijf en de bank kan dan een totaal financieringspakket over vele jaren aanbieden. Wij kennen al leen maar hele kortlopende leningen. Hier kan een hele boerderij worden gefinan cierd, bij ons bijvoorbeeld alleen maar de aankoop van rijstplanten. Na de oogst moet het geld dan weer onmiddellijk wor den terugbetaald. Wanneer de opbrengst tegenvalt lukt het de boer niet om zijn schuld af te lossen. De regering krijgt dan het geld niet terug.' Mister Quinto wijt het gebrekkig functioneren van het land bouwkrediet in zijn land aan het feit dat de boeren niet georganiseerd zijn en vooral dat de kredietverlening niet in hun eigen handen ligt. Hij heeft wel een ideaal voor ogen: 'We moeten de eigenaars van de plattelandsbanken ervan zien te overtuigen dat zij de boeren moeten laten meepartici- peren. De boeren moeten vertrouwen in de bank krijgen, zodat ze er ook gaan sparen. De bank moet eigen middelen zien te wer ven op lokaal niveau en 'self-supporting' worden. De regering kan immers niet door gaan met het geven van subsidie. Nu is landbouwkrediet nog een sociale zaak, maar het moet zakelijk worden. En vervol gens is het noodzakelijk dat al die kleine banken gaan samenwerken. Apart zijn ze te klein om het te kunnen opnemen tegen de grote commerciële banken die momen teel zeer agressief zich overal op het plat teland vestigen. Het is voor hen coöpere ren of ten ondergaan. Daar moeten we ze van zien te overtuigen. Fight the giant, but now there is no fight at all. En als ze een model willen hebben: wel, de Rabobankor- ganisatie,' voegt hij er vriendelijk aan toe. In het uiterste geval wil de regering, wan neer de bestaande plattelandsbanken on willig zijn, er toe overgaan om met behulp van de boeren zelf coöperatieve banken op te zetten. Ondanks het feit dat de 25 coö peratieve boerenbanken die sinds 1976 zijn opgericht met veel moeilijkheden te kampen hebben. Het zijn 'baby-banken' zegt mister Quinto als gevolg van niet vol doende opgeleide managers en de onmo gelijkheid om eigen lokale middelen te werven. Voerbakken eerder open Even ziet het er naar uit dat een bezoek aan de boerderij van varkenshouder en be stuurslid van Rabobank Voerendaal Pieters geen doorgang kan vinden. Een bezichti ging van de stallen zo vroeg in de middag zou de varkens van slag af brengen. Maas sen waagt er nog eens een telefoontje aan. 'Oké, dan gooien we de voederbakken maar wat eerder open. Kom maar,' is het antwoord. Tien minuten later zit mister Quinto in de huiskamer bij de familie Pieters. Maassen fungeert als tolk en moet keihard werken. De Philippijnse bankman vraagt honderd uit. Over de opbrengsten, de financiering, de coöperaties, wie hem adviseert bij wat enz. enz. De versgezette koffie van mevrouw Pieters is niet aan de heren Maassen en Quinto be steed. Een pilsje zou evenwel best smaken. De zoon des huizes wordt gevraagd even wat in de bijkeuken te gaan ophalen. Wan neer hij weldra weer de huiskamer be treedt met in zijn armen een paar pijpjes van een bekend Nederlands merk, doet een gebaar van zijn vader hem weer spoorslags verdwijnen. Even later staan er halve liters van het bier waar Limburg trots op is op ta fel. Delen overnemen en aanpassen Mister Quinto kan er nauwelijks over uit. Hij vindt het haast onvoorstelbaar dat een Ne derlandse boer van zoveel verschillende coöperaties lid kan zijn die aankopen, ver kopen en vooral ook adviseren. Boer Pie ters wordt door hem over dat onderwerp behoorlijk aan de tand gevoeld. Aan de ene kant vindt mister Quinto het maar verwar rend. 'But it seems to work,' stelt hij vast. Aan de andere kant ziet hij ook heel duide lijk de kracht van een dergelijk georgani seerd samengaan van de agrariërs. 'Eigen lijk zou het,' zo filosofeert hij, 'ook bij ons zo moeten zijn, dat een boer alleen maar goed hoeft te boeren. Nu is het zo, dat hij alles zelf moet doen. Daarbij vormt het ver kopen van zijn produkten het grootste pro bleem. Dat zou hij gezamenlijk moeten doen om zo tegenover de koper sterk te kunnen staan.' Toch realiseert hij zich ter dege dat de Nederlandse boeren er bijna honderd jaar over hebben gedaan om een zo sterke en machtige vorm van samen werking op te bouwen. Daarom is het uit drukkelijk niet zijn bedoeling zijn superieu ren aan te bevelen om het Nederlandse coöperatieve systeem in zijn geheel overte planten naar de Philippijnen. 'We zullen er delen uit moeten overnemen en aanpassen aan onze omstandigheden.' Hoe dat pre cies zal gaan, staat hem nog niet helder voor de geest. Maar van één ding is hij overtuigd: de boeren in zijn eigen land zullen meer en vooral ook beter moeten gaan produceren. Een basisvoorwaarde hiervoor is een goed landbouwkrediet en daaraan gekoppeld een bankwezen waarin de boeren vertrouwen - dus zeggenschap - hebben. Daarbij zijn ze gebaat bij een bundeling van krachten op het gebied van aan- en verkoop van hun produkten, zodat ze van die lasten zijn bevrijd en al hun ener gie kunnen richten op het kweken van hooggekwalificeerde gewassen. Coöpera ties zijn voor dit doel uitermate geschikt. En dat wilde deze derde internationale agrarische cursus de deelnemers duidelijk maken,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 11