De bewoners van Walcheren spreken over de IMolledijk. Ze bedoelen er de noor delijke oever van de Westerschelde mee, iets voorbij het kustlicht ten westen van Vlissingen. De wind kan er zijn gang gaan. Een ideale plaats dus voor de plaatsing van een regiment bamboepijpen die gezamenlijk de derde (en definitieve?) versie moeten opleveren van het Walcherense windorgel met z'n sonore brom- en zoemgeluiden. anneer alles meezit, krijgen wandel- en strandliefhebbers vanaf dit voorjaar ter plaatse weer het eeuwige lied van de bamboe te horen als de wind rond een dertigtal bam boepijpen blaast. Ze worden stuk voor stuk van inkepingen voorzien en met een con serveringsmiddel behandeld om ze tegen weersinvloeden te beschermen. Ten slotte volgt dan de eigenlijke plaatsing, bij voor keur speels van opzet maar ook zodanig dat de bamboepijpen van Japanse oor sprong tijdens flinke stormen stand zullen houden. De opstelling van het windorgel zal de be kroning zijn van een unieke reddingsopera tie, mogelijk gemaakt door een spontaan samenspel tussen overheid, burgerij en plaatselijke Rabobank. Gezamenlijk brach ten zij het bedrag bijeen dat noodzakelijk was voor herstel nadat onbekende vanda len twee jaar geleden op een nacht enkele pijpen van het vorige windorgel kapot zaagden. Het staaltje baldadigheid dreigde de aanzet te worden tot de definitieve on dergang van een speels initiatief waarvoor in 1974 de grondslag werd gelegd. Het Belgische kunstenaarscollectief Mass Mo- ving onder aanvoering van de Brusselaar Raphael van Opstaele kwam op de prop pen met een gedurfd plan. Men wilde op tal van plaatsen windorgels gaan bouwen om via een keten van geluid de solidariteitsge- dachte tussen volkeren te bevorderen. Ge meenten werden benaderd, maar om nou te zeggen dat de weerklank overweldigend was... Meestal vonden wethouders van cultuur en gemeenteraden het van tijd tot tijd aankopen van een schilderij of bronzen beeld toch beter en in ieder geval gemak kelijker. Positieve reacties waren er echter ook voor Van Opstaele en diens bent. De belangstelling was afkomstig uit Bonn, Aken en Vlissingen. In december 1 974 zetten 1 9 leden van de groep Mass Moving koers richting Kameroen om daar voor aanvang van het regenseizoen honderden bamboestokken, soms met een lengte van wel tien meter, te kappen en te verschepen naar Antwerpen. Op de terugweg over het Afrikaanse continent werd alvast een eer ste windorgel opgesteld aan de Atlanti sche Oceaan. De bij Vlissingen 'geplante' uitvoering was geen lang leven beschoren. Al enkele De Culturele Raad garandeert hierbij de echtheid van deze bamboe-pijpen die afkomstig zijn uit Kameroen (West-Afrika) en verwerkt zijn door de groep MASS AND INDIVIDUAL MOVING tot het eerste windorgel. T ONDERGETEKENDE: Culturele Raad Vlissingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 7