De
blauwe
kolom.
Maandelijks orgaan voor het personeel
van de Rabobanken
Jaargang 9 nummer 4
april 1983
Bij de voorplaat:
Redactieraad:
mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter
(Rabobank Nederland)
mr. Gerard Meijs, plv. voorzitter
(Rabobank Nederland)
Wil Botting (Vlissingen)
Sievert Hekman (Baflo)
Joop Keuning (Renkum)
Henny Krist (Dalen-Coevorden)
Karin Mulder (Steenwijk)
Jos. Paulussen (Merkelbeek)
Yvonne Verdonk (Hengelo-O.)
Ger Wijbrandts (Enkhuizen)
Redactie:
Wim G. M. Aerts
drs. Cok de Zwart
Bureauredactie
Karei de Mol
Redactieadres:
Postbus 8098
3503 SE Utrecht
telefoon (030) 36 23 96
of 36 28 94
Abonnementen
administratie:
telefoon (030) 36 26 91
Vormgeving en druk:
Hoonte-Holland, Utrecht
Correspondenten:
Jo Boesewinkel (Someren)
Frans Broos (Venray)
Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal)
Frans van Hoof (Valkenswaard)
Theo ter Horst (Hazerswoude)
Arie den Hoed (Lopik)
Rene Kuzee (Bergambacht)
Ruud van Nistelrode (Veldhoven)
Fred Tuurenhout (Schipluiden)
Huub Vanhommerig (Kerkrade)
Bert Westra (Voorschoten)
Henk de Wolf (Amstelveen)
Een uitgave van Rabobank Nederland
raboband
f
Sollicitant van middelbare
leeftijd kansloos
(foto: Marco Sweering)
zie pagina 20 t/m 22
Voor onze hele Rabobankorganisatie bestond vorig jaar de personeelsgroei uit
slechts 82 personen. Op een totaal van rond 28.000 is dat maar een heel klein getal
letje, zeker als je weet dat het getal onzer collega's in 1981 nog met 1 024 aanzwol.
We verwonderen ons er echter niet over, want we weten allemaal dat voorlopig de
tijd van 'overvloed van werk en arbeidsplaatsen' voorbij is. Je hoort het van andere
bedrijven en grote instellingen en ons eigen bankbedrijf heeft er natuurlijk ook mee
te maken gekregen. Dat zal nog wel even aanhouden ook, en 1983 zal voor het eerst
geen groei maar een zekere 'afslanking' van het personeelsbestand laten zien. Door
natuurlijk verloop - geen gedwongen ontslag - zal dat bestand vermoedelijk enkele
honderden onder 28000 dalen, zei Lardinois op de persconferentie over de (con
cept-) jaarcijfers.
Jammer, maar de tijd werkt nu eenmaal niet mee. De economische teruggang is ook
in de bankactiviteit merkbaar: de uitstaande bedragen namen met slechts 1 toe,
evenals het balanstotaal van de hele organisatie. Dat is wel eens anders geweest!
Het zal ook wel weer anders worden, maar voor 1983 gaan de verwachtingen naar
de woorden van Lardinois niet veel verder dan een 'pas-op-de-plaats-jaar'.
Die 82 nieuwe collega's van vorig jaar en eigenlijk wij allemaal zullen deze keer toch
wel even met wat meer 'persoonlijke' belangstelling naar de cijfers kijken dan we
gewoon waren. Nu er verschillende bekende, soms zeer grote ondernemingen open
baar in financidle moeilijkheden zijn geraakt, waardoor veel mensen hun baan be
dreigd zien en verloren zien gaan, ga je je immers onwillekeurig afvragen hoe dat met
je eigen werkgever gaat. Staat die wel op sterke financiële benen?
In dat opzicht kunnen onze jaarcijfers gerust stellen! De solvabiliteitspositie, die we
in de loop der jaren juist met het oog op 'slechtere tijden' met veel zorg hebben opge
bouwd, mag er zijn! Ook in vergelijking met die van andere banken. Die zorg zal blij
ven, hij moet zeker niet minder worden nu het 'niet meezit' - we weten er langza
merhand alles van - maar het is een probleem dat we aankunnen, omdat we een
echt gezonde bankinstelling zijn.
'We' - en dan denk ik aan de medewerk(st)ers van laag tot hoog - kunnen ook ieder
voor zich aan dat gezond houden wat doen. Met name ook door een gezonde groei te
bevorderen. Die groei staat door natuurlijke oorzaken ('de toestand') onder druk,
maar moet ook opboksen tegen de veel feller geworden concurrentie van andere
banken. In die concurrentieslag staat het personeel in de eerste linie. Aan de balie, bij
adviserende gesprekken, door correspondentie, via de telefoon, krijgt de cliënt het
'materiaal' van de bank waarop hij zijn beslissing baseert. Welnu, dét materiaal moet
goed en volledig zijn. Zowel naar inhoud als naar de wijze waarop het door ons wordt
gepresenteerd. Beide zaken hangen af van onze eerste linie: de personeelsleden die
direct of indirect het contact verzorgen. Die hebben het eigenlijk volledig in de hand
hoe onze diensten bij de cliënt overkomen. Daardoor zijn zij de voornaamste invloed
op de beslissing van onze cliënten.
Zoals gezegd, een zekere 'persoonlijke' belangstelling voor de cijfers en uitkomsten
van je werkgever is in deze tijd begrijpelijk. Maar veel interessanter wordt dat als je
weet, dat al die getallen door je eigen werk en dat van je collega's worden beïnvloed.
Dat is bij onze banken weliswaar altijd zo geweest, maar er is alle reden voor om dat
tegenwoordig geheel opnieuw te gaan beseffen. JRH