van ervaring in eigen huis? kijkt naar de kostprijs voor jong talent. Toch vind ik zo'n beslissing kortzichtig. Er blijft namelijk op die manier flink wat be drijfskapitaal onbenut. Aanwezige kennis bij mensen uit je bedrijf moet je op allerlei manieren proberen te gebruiken. Mis schien kan een oude rot cursussen geven aan de lichting jongeren, misschien kan hij in zijn normale werk doorschuiven naar een bank waar voor hem nieuwe uitdagin gen liggen en waar hij zijn tanden kan zet ten in anderssoortige problemen.' Hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd, is meteen al bij het begin van het telefoontje duidelijk waar de schoen wringt. We hebben te maken met iemand die voor zichzelf constateert aat hij zijn werk wel dromen kan en die zich dan af vraagt: hoe kan ik de komende jaren nog nuttig zijn, nu in mijn vak het verzadigings punt in zicht komt? Is het voor de rest al leen een kwestie van consolideren, zeg maar inslapen? Dat kan toch niet waar zijn De man die het erallemaal zo spontaan uit flapt heeft het stellige vermoeden dat flink wat collega's met vergelijkbare problemen zitten. Ze hebben alleen op de vraag 'Wat doen de banken eraan?' voor zichzelf reeds het antwoord 'geen bliksem' gegeven en vervolgens heeft het Grote Berusten een aanvang genomen. In kringen van perso- neelsadviseurs - en niet alleen bij het op zetten van een interne vacaturebank - vormt de problematiek van de ouder wor dende werknemer uiteraard geregeld punt van bespreking. Of men inmiddels een be vredigende oplossing wist te vinden is ech ter twijfelachtig. Het waagstuk van de nieuwe uitdaging Bedenkingen zijn er in overvloed: mensen op leeftijd kunnen nog wel een hoop willen en als het ware bruisen van energie, maar ze lopen wel behoorlijke risico's wanneer het menens is met hun plannen van baan te veranderen. Een bank die de aanstelling van een kracht op leeftijd overweegt zit toch in een tamelijk moeilijk parket. Zolang jongeren massaal staan te trappelen om een plaatsje op de arbeidsmarkt en zelfs met een prima opleiding niet bereiken wat ze verwachten, zullen ze bedrijfsecono misch gesproken favoriet blijven bij perso- neelswervers. Ouderen brengen weliswaar een grotere ervaring mee, maar ze kosten veel meer aan salaris en verder is er statis tisch een verhoogd ziekterisico. Natuurlijk heeft zoiets ook zijn weerslag op functio neren van een vacaturebank. Als je syste matisch wilt gaan bemiddelen tussen per- soneelsvraag en -aanbod dan is zo'n insti tuut het meest gebaat met mensen die ook daadwerkelijk bemiddelbaar zijn. Het heeft er minstens de schijn van dat de ouder wordende werknemer er verstandig aan doet zich te realiseren dat de opklimmende lijn in zijn carrière al ver voor de pensioen datum een knik gaat vertonen. Wie perso neelsadvertenties van een aantal jaren erop naslaat, ontdekt inderdaad dat gelei delijk aan de gevraagde leeftijdsgrenzen zijn verlaagd. De nog resterende vraag naar personeel richt zich sterk op ambi tieuze jongelui, bij voorkeur bereid met ze venmijlslaarzen de carrièreladder te be klimmen. Met helaas ook als gevolg dat veertigers doorgaans niet overdreven veel promotiekansen meer overhouden. Ze zit ten aan de top van hun carrière en dan drei gen al gauw de 'we-horen-er-niet-meer- bij-gevoelens'. Soms resulteren ze in gees telijke spanningen of lichamelijke klachten. Mensen beginnen te sukkelen met de ge zondheid, in werkelijkheid uit onvrede met bestaande werksituaties. Er valt aan het werk geen lol meer te beleven of men heeft het gevoel niet meer echt mee te doen, op dood spoor te zitten; gevoelens van over bodigheid en er maar wat 'bij te hangen' zijn zeker niet denkbeeldig. Is het zo gek als inzet en werklust het geleidelijk steeds zwaarder te verduren krijgen? Vaak is de reactie van de ouder wordende werknemer er ook een van cynische berusting: hij zit z'n tijd uit in het besef dat het waarschijn lijk te riskant is nog iets nieuws te wagen. Alles gaat zo z'n gangetje Heel de omgeving intussen schijnt het als tamelijk normaal te ervaren dat de oudere werknemer nog maar weinig te verwach ten heeft. De loopbaanbegeleiding voor mensen van middelbare leeftijd staat nog helemaal in de kinderschoenen. Misschien hangt het ook wel wat samen met de op vattingen en karakterstructuren van de be trokken categorie. De meesten kost het grote moeite voortdurend te moeten opko men voor zichzelf. Ze zijn gewend zwijg zaam hun werk te doen en de omgeving gaat ervan uit dat men ook zonder promo-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 21