1 1 'e,nedèu>er£stt en meer dat het baliewerk zich ontwikkelt tot een totaalvorm van relatiebeheer. Als vroeger iemand van 15 jaar aan de balie verscheen, dachten en grepen we blinde lings richting Zilvervloot. Je keek niet ver der. Maar dat is allang niet meer zo. Balie- personeel moet met van alles en nog wat terdege uit de voeten kunnen.' En zo begon een werkgroep van zes Rabo- bankstafleden, in overleg met dezes direc teuren van de deelnemende banken, aan de voorbereiding van die gedenkwaardige baliecursus Zeeuwse stijl. Hoe hoog de ontwikkelingskosten zijn geweest? Het is een vraag die men in de contreien rond Vlissingen en Middelburg minder belang rijk acht dan de resultaten nu men eenmaal de nieuwe koers is gaan varen. Jan Smits (Goes), Kees Schuurbiers (Heinkenszand), Ben Biondina (Noord-Beveland), Hans Meijnders (Vlissingen), Johan Kesselaar (Middelburg) en Co Roose (Veere), ontdek ten al bij het bundelen van hun basismate riaal dat ze menig praktijkprobleem boven water tilden. Maar het moest gebeuren. Er was iets mis. Te weinig basiskennis, daar kwam het kort gezegd allemaal op neer. De primair voor nieuwkomers bedoelde cursus (Hans Meijnders: 'degenen die een maand of drie in huis zijn eigenlijk') beleeft dit voorjaar z'n tweede aflevering. Om het kennisniveau van de oude garde op te vijzelen is de lesstof overigens inmiddels wel reeds terdege beproefd op deugdelijk heid. Hans Meijnders: 'Die inhaalmanoeu vre heeft zoals begrijpelijk hier en daar nog wel wat problemen opgeleverd die ons in de toekomst erg goed van pas komen.' Hij legt in grote lijnen de opbouw uit van het geheel. Bij ieder onderdeel wordt aange geven waar men voor meer informatie te recht kan. We verwijzen naar circulaires, geven ook aan welke formulieren er nodig zijn. De docenten zelf hebben tot taak het lesmateriaal bij te werken en actueel te houden. De bedoeling is namelijk dat iedereen aan de cursus een naslagwerk overhoudt en dat ook als zodanig ge bruikt. Dat de privé-rekening en alles wat ermee samenhangt bijzondere aandacht moest krijgen stond voor de cursusschrij vers van meet af aan vast. Net als bij het onderdeel sparen besteden ze er vier les- dagen aan. Hans Meijnders: 'Maar de pri vé-rekening is ook niet voor niets de spil waar alles om draait. We gaan in op de meest uiteenlopende aspecten. Welke al gemene voorwaarden zijn van toepassing? Burgerlijke staat, natuurlijke personen, be schikkingsbevoegdheid en erfrecht, alles komt aan bod. Uiteraard moet je waken voor een pakket met teveel ballast, maar baliepersoneel moet wel uit de voeten kun nen met allerlei diensten. Men moet zich kunnen verplaatsen in de schoenen van een cliënt. Wat verwacht die? En daarbij hebben wij als docenten ernaar gestreefd onze cursisten te wijzen op de samenhang tussen de afzet van je produkten en marke ting. Het is juist voor baliepersoneel van groot belang dat men op de hoogte is van marktaandelen en verschuivingen die er zich voordoen. Daar kan men dan op inspe len. Wij weten en vertellen bijvoorbeeld dat een kwart van de mensen die gaan verhui zen in hun nieuwe woonplaats op zoek gaan naar een andere bank. Waarom zou je ze dan niet wijzen op de dichtstbijzijnde Rabobank? Iedere bank krijgt verhuissig- nalen; dan is het alleen een kwestie van slagvaardigheid en oplettendheid. Je he velt klanten over door tijdig de collega's in de nieuwe woonplaats een seintje te ge ven.' Uit het voortgezette relaas valt trouwens op te maken dat de voorbije probeerfase van hun baliecursus door Hans Meijnders en zijn mededocenten beschouwd is als een leerproces over en weer. Hij wil ermee zeggen dat als iemand iets niet begrijpt de leerkracht zich gerust de vraag mag stellen of hij alles wel helemaal goed heeft uitge legd. Ook werden er na afloop van iedere lesdag formulieren uitgereikt, waarop cur sisten - anoniem - konden aangeven in hoeverre ze over de aanpak van de afzon derlijke docenten en de gebruikte hulp middelen te spreken waren. Hans Meijn ders: 'Mijn ervaring is geweest dat het pri ma werkte wanneer de cursisten zelf zo veel mogelijk het woord kregen. Die cursus kon je eigenlijk beschouwen als een soort handleiding, ledereen kreeg ook opdrach ten mee naar huis. Men was gedwongen aan de hand van circulaires van alles en nog wat na te zoeken, en op die manier probeer je dan te bereiken dat mensen kwalitatief hun vak beter gaan beheersen. Gedrevenheid en hobbyisme - hoe voor treffelijk op zichzelf ook - zijn toch onvol doende als er niets mee wordt losge maakt.' Het was ook de reden waarom cursisten zich tot besluit van hun lesdagen aan een officieel examen dienden te onderwerpen. De deelnemende banken investeerden zonder uitzondering behoorlijke sommen geld in het project. Dat cursisten na afloop beter tegen hun taak zouden zijn opgewas sen, vond iedereen een vanzelfsprekend heid. Geen vrijheid-blijheid dus voor de deelnemers, maar de wetenschap dat ze na afloop duchtig aan de tand gevoeld zou den worden over de opgedane kennis. 'Geen makkie,' luidde dan ook unaniem het commentaar na afloop. Desondanks be haalden van de dertien kandidaten er elf het examencertificaat, compleet met bul- lekoker en ingevuld overeenkomstig aller beste tradities op dit gebied. Opnieuw een staaltje van Vlissingse zelfwerkzaamheid. Een collega van de assurantieafdeling op de Rabobank Vlissingen tekende ervoor.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1983 | | pagina 11