I méM
kantoor in vlammen op. Maar indachtig de
spreuk 'onder hoge druk wordt alles vloei
baar' stropen de bankiers hun hemdsmou
wen nog eens extra op. Acht werkdagen na
de catastrofale brand draait er alweer een
noodvoorziening. Aanvankelijk is er 500
meter vloer beschikbaar, later zal het dub
bele noodzakelijk blijken.
Intussen doet zich een andere ontwikke
ling voor. De grote afstand tussen Dronten
en Lelystad (20 kilometer) blijkt in toene
mende mate een struikelblok. In eerste
aanleg rijst dan de gedachte het Drontense
hoofdkantoor te verplaatsen naar Lelystad.
Dat plan krijgt handen en voeten, maar nog
tijdens de bouw ontstaan er andere opvat
tingen. Is het niet veel verstandiger om Le
lystad helemaal los te koppelen van Dron
ten?
Het beoogde nieuwe hoofdkantoor van de
bank Flevoland fungeert inmiddels alweer
een poosje als zetel voor de bank Lelystad.
Formeel wordt ze opgericht bij notariële
akte van 6 februari 1980; de boekhoud
kundige splitsing volgt op 30 juni. Opera
tioneel krijgt Lelystad op 1 september van
dat jaar zelfstandigheid en de aankomende
lente zal de nieuwe behuizing alweer een
jaar lang dienst hebben gedaan
Thans is er het vijfvoudige aan ruimte be
schikbaar van wat direct na de brand het
uitgangspunt vormde. Het geweldige
groeitempo heeft met de gang van zaken in
Lelystad natuurlijk veel te maken, maarniet
alles valt eruit te verklaren.
Eigen boontjes
Begrijpelijk is dat in Dronten de bindingen
met de agrarische wereld traditioneel nog
al sterk zijn. Dat ligt in Lelystad (tien zetels
voor de FVdA bij de jongste gemeente
raadsverkiezingen en slechts zes voor het
CDA) wel even anders. Hier strijken nu
vooral mensen neer die zijn weggevlucht
uit de drukte van Amsterdam. Het resul
teert in een samenleving die in meerder
heid sterk op de randstad gericht blijft.
Sinds het werkgebied van de Rabobank
Flevoland niet langer meer tot over de
grenzen van de stadskern Lelystad reikt,
moeten de Rabobankcollega's er zien hun
eigen boontjes te doppen. 'Een situatie die
zeker in de beginperiode nogal flexibiliteit
vroeg en aanpassingsvermogen,geeft
Aad van den Bosch toe. Hij heeft als hoofd
algemene zaken - en als voorzitter van de
personeelsvereniging - van nabij meege
maakt wat het betekent te moeten werken
op onontgonnen terrein.
Twee jaar geleden waren er nog slechts
tien collega's; inmiddels zijn het er bijna
vijftig. Hun gemiddelde leeftijd ligt laag.
Slechts een enkeling is ouder dan veertig.
De meesten zijn zelf 'gekomen van buiten
af'. Dus ook voor hen was het wennen, de
overgang vanuit Twente, de Veluwe of de
Randstad naar het nieuwe land. Van den
Bosch: 'Groei is leuk natuurlijk, maar bij de
dynamiek waarmee het hier gebeurt denk
je daar al heel gauw te gemakkelijk over.
Dagelijks openen hier flinke aantallen
mensen een nieuwe rekening. Dat moet al
lemaal toch maar opgevangen worden en
er moet toch maar voor gezorgd worden.
Bij veel banken weet het personeel bijna
blindelings wat bepaalde klanten willen.
'Je had bij wijze van spreken nog voor
iemand iets zei de naam van de klant al op
de bon staan en de gewenste coupures van
het op te nemen bedrag. Hier begin je nu
pas langzamerhand de mensen te kennen
en wat contacten tot stand te brengen;
over het van buiten kennen van de reke
ningnummers hoeven we hier natuurlijk al
helemaal niet te spreken.'
Flet moet klikken
De administratieve ontkoppeling van
Dronten en Lelystad heeft uiteraard flink
wat teweeg gebracht. Zo moesten - om
maar eens wat te noemen - alle rekening
nummers worden voorzien van nieuwe co
degetallen.
Een niet minder gigantische klus vormde
de verhuizing naar het nieuwe kantoor.
Met inzet van iedereen werd het karwei
glansrijk in een weekend geklaard. De offi
ciële ingebruikname van het nieuwe kan
toor heeft men vanzelfsprekend ook gretig
benut om de eigen aanwezigheid kenbaar
te maken.
Resultaten bleven niet uit. Er kwamen in to
taal ruim tweeduizend bezoekers naar het
open huis.
'Het is,' aldus Aad van den Bosch, 'zeker
niet de bedoeling de mensen dood te
gooien met een massa folders. Iedere bank
noemt mooie rentes, dus daar moet je het
met name niet in zoeken. Wij proberen
meer gericht contacten te leggen met de
particulier, met verenigingen en midden
standers. Je moet mensen het gevoel ge
ven dat ze er niet maar wat bijhangen. Je
moet met die gemeenschap bezig zijn en
dan nog gaat er echt heel wat tijd in zitten
alvorens een zeker gemeenschapsidee
ontstaat. Het moet maar klikken, en het kan
jaren duren eerzo'n proces helemaal is vol
tooid.'
Zo heeft het bankieren in Lelystad z'n spe
cifieke charmes maar duidelijk ook heel
eigen problemen. Van den Bosch noemt
een voorbeeld: 'Je kent de meeste klanten
eigenlijk nog onvoldoende. Je houding
mag dan natuurlijk niet te strak zijn, maar
van de andere kant zul je ervoor op moeten
passen dat men geen loopje met je
neemt.'