T3
0
0
1
CÖ
Volwassen kinderen?
I—I
cö
43
Een tijd geleden zag ik vanaf enige afstand
op straat wat kinderen spelen. Opeens
werd het spel onderbroken en toen ik dich
terbij kwam hoorde ik schelden, mopperen
en vloeken. Het geheel liep uit op een fikse
vechtpartij. Een kind kwam mij tegemoet
en vertelde wat zich had voorgedaan. Toen
de rest mij ontdekte hield het vechten op
en er kwamen enige kinderen naar mij toe
gelopen. Anderen gingen op een afstand
de zaak gadeslaan. Het groepje dat rond
mij stond verwachtte van mij een mening.
Gekrenkte trots, ontevredenheid, plezier,
zelfmedelijden, agressiviteit en zelfingeno
menheid stonden te lezen op de gezichten
om me heen. Degenen die op afstand toe
keken, gedroegen zich een beetje schuld
bewust. Toen ik een mening gaf, maakten
ze zich uit de voeten. Voor mij stond wel
vast dat de zaak nog niet afgelopen was.
Elders in de maatschappij zie je dagelijks
vergelijkbare tafereeltjes: op school, op
een voetbalveld, in werkgemeenschappen
en huiskamers waar volwassen en onvol
wassen kinderen zich bevinden.
Opeens worden, als je er oog voor hebt, de
kindergezichtjes volwassen mensen, waar
wij dagelijks mee te maken hebben.
Lopend door een straat bij avond, kort na
dat kinderruzietje, zag ik hoe nagenoeg
maar ook landhuisachtige boerderijen. In
een van de meest bekende jachthavens in
ons land dobberde de voorbije zomer zo
waar een 'Raboot', zij aan zij met een zee
waardig jacht dat veelbetekenend te koop
lag met in sierlijke krulletters de aanduiding
Black money op de voorsteven.
De voorlopig laatste aanwinst in de langge
rekte keten maken wij hierbij wereldkundig.
Het betreft een opschrift aan de gevel van
het benzinepompstation Boszicht in Maas-
bree. De bestuurder van menige dorstige
auto neemt met een royale grijns kennis van
de tekst. Of het opschrift ook bevorderlijk
werkt op de inhoud van de fooienpot, ver
meldt de geschiedenis niet. Hoe de medede
ling daar op zulk een prominent punt terecht
gekomen is? 'Een kwestie van een wedden
schap, laat de pompbediende weten.
Vrienden van de baas dachten dat hij het
toch niet zou durven, maar je ziet wel. Dat
geld van die weddenschap heeft hij in ieder
geval vast binnen. Voor de rest7 Beschouw
het maar als een geintje. Een beetje gevoel
voor humor is nooit weg. A/s dat niet meer
bestond, wat zouden we dan moeten begin
nen in kommervolle tijden?
overal in de huiskamers de TV aanstond. Al
die gezichten keken zo dat het voor mij dui
delijk werd waarom saamhorigheid alleen
maar een begrip is en waarom alles zo ge
smeerd liep: de een keek nors, de ander
ontevreden, weer een ander verveeld enz.
Ik moest in mijzelf lachen, en dacht: daar
rusten de tijgers waar de mens morgen
weer mee te maken krijgt. Op dat moment
realiseerde ik mij, dat ook ik eens tot deze
Wanneer zal de mens eens verantwoorde
lijkheid erkennen voor zijn daden?
Ik doorzag ook het spanningsveld waar
emotionaliteit het won van verstandelijke
en afstandelijke benadering.
Ik vroeg mij af: is dit het punt waar zo wei
nig mensen aan toe zijn? Is het zo moeilijk
om zich neutraal op te stellen, ook als het
om eigenbelang gaat?
Doordenkend passeerden mij vele gezich-
mensen behoorde. Ik realiseerde mij ook,
hoe het voor veel mensen moeilijk is zich
volwassen te gedragen, gezien de invloed
die onvolwassenen op hen uitoefenen.
Mijn oren tuiten telkens als ik hoor kanke
ren en roddelen, of wanneer ik me ge
plaatst zie tegenover jaloezie, afgunst,
haat, nijd, zelfmedelijden of agressiviteit.
Hoort deze emotionaliteit bij volwassen
mensen en moet dit het voorbeeld zijn voor
de volgende generatie?
Is dit het enige wat de volwassen mens het
kind kan meegeven? In mijn geest zie ik
mensen die steeds meer willen en nooit te
vreden zijn. Op het moment dat men teveel
heeft aangegaan, schuift men de verant
woording naar het bedrijf, de maatschap
pij of naar andere mensen. Door mijn om
gang met mensen weet ik dat ieder mens
als persoonlijkheid gezien en behandeld
wil worden, en dat zij zich afzetten als ie
mand hen vertelt hoe zij met hun verant
woordelijkheid om moeten gaan.
leder mens wil immers als volwassene er
kend worden, maar dan mogen anderen
ook verwachten dat men zich als volwasse
ne gedraagt en zelf voor problemen verant
woording neemt.
Doordenkend zag ik weer de kinderen die
op afstand stonden toe te kijken en hun
schuldig geweten afwentelden op mensen
die buitenstaander zijn.
ten, uitspraken, beslissingen enz. van men
sen waar ik mee te maken heb of had.
Sympathieke en onsympathieke, en op dat
moment realiseerde ik mij dat ieder mens
een belang moet verdedigen: het belang
waar hij voor gekozen en aangesteld is.
Er kwamen toen vragen bij mij op, waar ik
geen antwoord op wil geven. Is het niet no
dig dat een bedrijf of organisatie inspeelt
op de markt? Mogen wij degenen die wat
moeten ondernemen en waarvan wij de er
varing hebben dat zij het goed doen, zo
maar afkraken? Is dit het probleem waar
wij privé en zakelijk zo tegen aan hikken? Is
zelferkenning zo belangrijk als alles goed
draait? Is het niet onvolwassen om op af
stand kritiek te hebben, terwijl jezelf niet
van de problematiek op de hoogte bent en
er zodoende geen oplossing voor weet?
Mag u een oordeel vellen over een sympa
thiek gezicht of over een onsympathiek be
sluit? Wat zou er gebeuren als eigenbelang
zou prevaleren boven het algemeen be
lang? Indien dit zou gebeuren, hoeveel be
drijven en organisaties zouden dan ten on
der gaan?
Willy de Bie, Eindhoven i