Huisvestingsadviseur Terwijl architect en aannemer er zorg voor dragen dat het gebouw eerst in en vervol gens uit de steigers komt, houdt de bouw adviseur zich al weer met andere zaken bezig. 'Eigenlijk,' zegt Cees, 'is de term bouwadviseur niet juist. Wij zijn veel meer huisvestingsadviseurs. Er zijn nog zoveel andere zaken die om de hoek komen kijken voordat een bank eenmaal in gebruik kan worden genomen en die verder niets met het daadwerkelijk bouwen hebben te ma ken. Zo adviseren wij ook op het gebied van de totale inrichting, waarbij de inrichting van de bankhal een heel belangrijke plaats inneemt en niet te vergeten de beveiliging. Voor de bank zijn dat allemaal eenmalige zaken, waarbij ze helemaal op eigen kom pas moeten varen. Natuurlijk kunnen ze het best zonder adviseur aan. Maar dat bete kent wel, dat ze steeds weer opnieuw het wiel moeten uitvinden. Wij bouwadviseurs bouwen iedere dag en worden geacht alles te weten of ten minste iemand te weten die het weet.' Een belangrijke adviesfunctie heeft Cees inzake de beveiliging, zowel de bouwkun dige beveiliging als de elektronische over val/inbraaksignalering, en de zogenoemde 'veiligheidswerken', zoals kluizen en brandkasten. 'Wij hebben een soort huis artsenfunctie voor de afdeling beveiliging op de centrale bank. Wanneer een aange sloten bank Eindhoven voor een van die za ken opbelt, wordt ze bijna altijd terugver wezen naar de bouwadviseur in de regio. Pas wanneer wij ook niets aan een bepaald probleem kunnen doen, wordt de hulp van de 'specialisten' van de centrale bank inge roepen.' Bouwadviseur, huisvestingsadviseur, huisarts. Het zijn allemaal aardige om schrijvingen. Maar wat is nu eigenlijk de meest sluitende omschrijving van de ta ken, die Cees van Gelderen en zijn 1 8 colle ga's uitoefenen? 'Intermediair tussen de bank en alle in te schakelen disciplines, die met de hele huisvesting van doen hebben,' zegt Cees. 'In het algemeen kan je zeggen dat de kostenbewaking een steeds belang rijker rol gaat spelen.' Hij bedoelt hier ech ter niet mee dat hij steeds weer met een schoolmeesterachtig opgeheven vingertje de bank ervan zit te betichten veel te veel uit te geven. Cees geeft een aardige illustratie hoe hij kostenbesparend kan adviseren: 'Stel dat de architect zegt dat-ie stenen te koop weet voor 600 gulden de duizend en ik weet dat een andere bankze laatst heeft in gekocht voor 350 gulden de duizend. Dan moet je eens zien wat je bespaart op zo'n honderdduizend stenen. Maar aan de an dere kant pas ik ook op dat er niet ter wille van de kostenbesparing minder efficiënt gaat worden gebouwd. Soms vindt een bank iets te duur, terwijl ik dan toch advi seer het maar aan te schaffen, vanwege het gemak of efficiëntie voor later.' Als voorbeeld geeft hij de aanschaf van een verhoogde vloer. 'Eigenlijk dus twee vloe ren, waar een ruimte tussen zit. In eerste instantie kost dat meergeld dan een enkele vloer. Maar later heb je er erg veel gemak van, wanneer je besluit om de bankhal an ders in te richten of wanneer er nieuwe lei dingen moeten worden doorgetrokken. Een leek heeft dan in de gaten dat het mak kelijker en goedkoper is om alleen even een tegeltje op te lichten in plaats van in een betonnen vloer te gaan hakken. Dus soms is het beter iets meer bij de bouw te inves teren. Later haal je het er dubbel en dwars weer uit.' Toch gebiedt de eerlijkheid Cees te zeggen dat hij de banken eerder moet afremmen dan opjagen. Hij fungeert in de meeste gevallen als de persoon die alle be trokkenen weer met beide benen op de grond moet zetten en terughalen tot de werkelijkheid. Door zijn grote kennis van zaken en overredingskracht lukt hem dit overigens aardig. 'Maar ik realiseer me heel goed, dat ik als bouwadviseur in zekere zin vrijblijvend be zig ben. In wezen draagt een adviseur geen enkele verantwoordelijkheid. Die rust op de schouders van het bestuur.' Desondanks zegt hij: 'Het is een hele dank bare taak. Natuurlijk geeft het wel eens aanleiding tot conflicten. Geen enkele bank is hetzelfde. Van mij vraagt dat steeds weer andere oplossingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 16