N:
het toekomstig personeelsbestand en er
wordt gekeken naar de voor de bank meest
effectieve wijze van cliëntenbediening,
waaraan soms een nieuw plaatje van de
interne organisatiestructuur wordt gekop
peld. En niet in de laatste plaats wordt er
natuurlijk gekeken naar de centjes: hoeveel
kan een bank uitgeven aan een nieuw ge
bouw zonder onverantwoord van haar re
serves af te snoepen? Op deze manier
komt er een gedegen 'programma van
wensen' op tafel te liggen, dat kan worden
uitgedrukt in het aantal personeelsleden
en de benodigde vierkante meters.
Dan komt de bouwadviseur in actie. Ten
minste wanneer hij is gevraagd te komen
adviseren. En dat doet 99 %van de banken
volgens Cees. Aan de hand van het lijstje
met wensen maakt de bouwadviseur aan
zijn tekentafel een globale lay-out van de
toekomstige behuizing. Daarnaast maakt
hij een globale kostenraming om vervol
gens, na intensief overleg met alle betrok
kenen te komen met een uitgebreide en
gedetailleerde investeringsberekening.
Daar zit alles, maar dan ook alles in ver
werkt. Van de eerste paal tot de laatste as
bak. In een later stadium kan deze kosten
berekening worden vergeleken met de ra
ming die de architect maakt van de bouw
kosten. 'Meestal,' zegt Cees, 'liggen deze
wel in eikaars verlengde. Dat is erg belang
rijk, heel erg belangrijk. Het bestuur van
een bank heeft dan enige zekerheid over
zijn investeringen. Dat geeft vertrouwen.'
Diezelfde architect ('de vertrouwensman
van het bankbestuur, degene die met de
portemonnaie voor de bouw rondloopt')
krijgt de opdracht om de lay-out van de
bouwadviseur artistiek te vertalen. 'Voor
mij geldt alleen maar dat een bankgebouw
functioneel moet zijn, doelmatig en flexi
bel. Een gebouw is er voor de bank en niet
andersom. Kijk, een bank handelt in geld. Ik
heb wel eens gezegd dat je dat ook op een
sinaasappelkissie kan doen. De mensen
moeten vriendelijk en deskundig geholpen
worden. En als dat ook nog in 'n mooi ge
bouw gebeurt, is dat meegenomen. Een ar
chitect wil vaak iets heel moois neerzetten,
iets van blijvende waarde. Met z'n allen
moeten we het eens zien te worden over
een bevredigende vorm tussen 'wel mooi
en niet handig' en 'niet mooi en wel han
dig.'
In dit stadium van voorbereiding, zeg maar
totdat de eerste paal de grond ingaat, zit
Cees bij alle vergaderingen. Hij vindt die
periode uitermate belangrijk, omdat dan
immers figuurlijk het fundament van het
gebouw wordt gelegd. In die fase vinden
ook vaak pittige onderhandelingen met de
aannemers en onderaannemers plaats. 'De
bouwwereld,' zegt Cees, 'is een hele harde
wereld, waar het vaak om centenkwesties
gaat. Wanneer je met een aannemer in de
clinch gaat over zijn prijsstelling, kan je
dikwijls duizenden guldens besparen.'
Wanneer de bouw eenmaal is begonnen,
dan is het voor Cees niet meer noodzakelijk
zich voor de volle honderd percent op de
bouwactiviteiten te richten. De technische
besprekingen houdt hij dan voor gezien.
'Daar praten ze over bouwtechnische de
tails, bijvoorbeeld over de vraag hoe hoog
stopcontacten moeten worden geplaatst.
Nou, dat zoeken ze maar uit. Wel woon ik
alle vergaderingen van de bouwcommissie
bij, waar meer de beleidsmatige aspecten
van de bouw aan de orde komen.' Hier ver
vult de bouwadviseur ook nog de zeer nut
tige rol van vertaler. Ook in de bouwwereld
wordt gesproken en geschreven in zo'n
moeilijk vakjargon, dat een leek er geen jo
ta van snapt. Wat weet een bankman van
de voor- en nadelen van graduele spiegel
tjes aan de bovenkant van dragende ko
lommen?