kolom Maandelijks orgaan voor het personeel van de Rabobanken Jaargang 8 nummer 10 Oktober 1982 Bij de voorplaat: Redactieraad: mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter (Rabobank Nederland) mr. Gerard Meijs, plv. voorzitter (Rabobank Nederland) Wil Botting (Vlissingen) Sievert Hekman (Baflo) Joop Keuning (Renkum) Henny Krist (Dalen-Coevorden) Jos. Paulussen (Merkelbeek) Yvonne Verdonk (Hengelo-O.) Ger Wijbrandts (Enkhuizen) Redactie: Wim G. M. Aerts drs. Cok de Zwart Bureauredactie Karei de Mol Redactieadres: Postbus 8098 3503 SE Utrecht telefoon (030) 36 23 96 of 36 28 94 Abonnementen administratie: telefoon (030) 36 26 91 Vormgeving en druk: Hoonte-Holland, Utrecht Correspondenten: Jo Boesewinkel (Someren) Frans Broos (Venray) Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal) Frans van Hoof (Valkenswaard) Theo ter Horst (Bodegraven) Arie den Hoed (Lopik) Rene Kuzee (Bergambacht) Ruud van Nistelrode (Veldhoven) Fred Tuurenhout (Schipluiden) Huub Vanhommerig (Kerkrade) Bert Westra (Voorschoten) Henk de Wolf (Amstelveen) Een uitgave van Rabobank Nederland raboband Lichtend voorbeeld. Foto: Theo Ton van Diejen. Ja, dit nummer brengt 'alles' over ideeën, over de klaargezette bus en zelfs over wat er eventueel als beloning uit de bus komt. Prachtig, want iedereen weet nu de weg met zijn vondst en daar kunnen al onze banken profijt van hebben. Je mag toch zeg gen dat ieder idee de kosten-baten verhouding gunstig zal moeten beïnvloeden. Dat hoeft niet eens direct te zijn, dat kan immers ook langs een indirecte weg. Zo'n beetje direct of indirect profijt is altijd meegenomen, maar het is in deze tijd wel van bijzondere waarde. Ik denk, dat wij allemaal wel begrepen hebben, dat ook het bankbedrijf niet meer 'vanzelf gaat. In de kranten en tijdschriften lees je ook daar over en omdat we ten slotte insiders in het bedrijf zijn, merken we het in onze eigen omgeving ook wel op. De pas verschenen halfjaarcijfers van de Rabobankorganisa- tie zijn zeker niet slecht vergeleken bij die van andere bankinstellingen. Gelukkig, maar ook wij ervaren op verschillende punten, dat de wind heel wat ongunstiger op onze zeilen is komen te staan. Op zich zelf niet erg: we zijn zeer zeewaardig. Maar toch oppassen! Zorg dat je de vaart er in houdt, op koers blijft en vooral datje schip en tuig solide blijft. Het is bekend, dat verschillende grote bedrijven de laatste tijd de mist zijn ingegaan. Zij hebben zich niet tijdig aan de omstandigheden en veranderingen kunnen aanpas sen. Dat zal ons niet overkomen. Maar aanpassing, ook mentale aanpassing is voor ons nodig, leder van ons, welke p'aats hij of zij ook bekleedt, moet goed weten dat we voortaan onze zaken extra in de gaten moeten houden. Naar alle kanten, dus niet alleen de tekenen, die op 'gevaar' voor een uitstaand krediet wijzen, maar ook de kansen om onze bankactiviteiten te vergroten. Zulk paraat zijn moet natuurlijk nog veel meer omvatten. Woorden als efficiency en kostenbewustheid wil ik hier niet benadrukken, als we maar niet vergeten, dat het voor ons bedrijf van enorm belang is dat we zo goed en 'goedkoop' mogelijk ons werk tot stand krijgen. Daarvoor kun je allerlei maatregelen nemen. Dat zal ook wel gebeuren, met budget tering bijv. of op ander gebied. Op zich zelf zijn die maatregelen meestal niet leuk, maar het wordt wel leuk als je ziet dat we met z'n allen zo'n aanpassing toch maar even behoorlijk onder de knie gekregen hebben. Dat is een 'werk'-voldoening, die vanzelf komt, doordat je de noodzaak van de aanpassing begrijpt en vooral doordat je ziet dat het succesvol is. U ziet, ik ben helemaal niet somber. We moeten ons op zwaar weer voorbereiden, maar wie zou daarvoor niet voor zijn deel mee willen aanpakken? Het gaat er immers om de Rabobanken gezond en sterk te laten blijven, liefst nog verder te versterken. Dat moet en mag ook inspanning kosten. En dan heb ik nog niet eens genoemd de werkgelegenheid van ons en die van anderen. Ook dat heeft er in het groot gezien heel wat mee te maken! JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 2