een riek, een gaffel, een hamer, affijn, noem maar op. En de marktkoopman maar schreeuwen: 'Grote stelen en kleine stelen! Maar grote stelen 't meest!!!' En deze zin nu acht Bert op de diverse functionarissen van deze bank van toepassing. Zij het uiter aard, dat het zelfstandig naamwoord 'ste len' dan als werkwoord dient te worden ge lezen. 'Hartstikke fout!' zegt Piet doodern stig. 'Fout?' 'Ja, fout! En gruwelijk stom ook. Om maar één sigaar te vatten. Doe als ik. Vat er een heel rijtje uit dat kistje. Dan ziet geen mens, dat er één uit is. En zo zwol door de tijd het betrekkelijk onschuldig en kwajongensachtig roeien aan tot het mee nemen van allerlei bruikbare zaken. Deze gewoonte breidde zich uit en woekerde voort. Ze heerst ook heden ten dage in Klaardenkdorp, waar het personeel nu uit gebreid is tot zo'n dertig mannen en vrou wen. De directeur heeft het goedkopere meeneemwerk niet meer nodig. Hij laat alle - laten we ze noemen - tertiaire arbeids voorwaarden onderduiken in de represen tatievergoeding. Maar de mensen, die hij het geleerd heeft, kennen het nog best. Zo is bijvoorbeeld af te leiden uit het aange schafte closetpapier, dat het hele perso neel doorlopend ernstige diarree zou moe ten hebben. En gloeilampen hebben slechts tien branduren per stuk op deze bank. Toch is de netspanning niet hoger dan 220 Volt. Vervolgens schrijft ieder personeelslid zes ballpoints per dag leeg en breken er per week tien koffiekopjes ge middeld. Bestek durft men in arren moede geen meer aan te schaffen, zodat 't perso neel de friet vóór de avondopenstelling voortaan met de handen moet eten. Ech ter; er is iemand die de laatste tijd zijn ei gen bestek uitleent aan het personeel voor het verorberen van het Belgische volks- voedsel. Dat bestek staalt toevallig spre kend op het laatste, dat voor rekening van de bank werd aangeschaft. De werkster ten slotte klaagt steen en been wegens ontbreken van bezems, zeep en poetsdoe ken. En de directeur dan, die uiteindelijk de grote baas is; zo zult gij u nu wellicht afvra gen. Steekt die daar dan geen stokske voor? Welnu, die zegt niks. Kan ook niks zeggen. Want hij, die boter op z'n kop heeft, kan geen pet ophouden. Die pet schuift er den helen tijd af, zoals gewei be grijpen zult. En Piet, wiens gevoel voor hu mor grenzen heeft, ziet alles aan met 'n blik, waaruit nog steeds begrip maar geen goedkeuring meer straalt. Nu is er echter de Ideeënbus, die lafenis kan brengen aan zijn broeiend geweten. Piet zet zijn idee op papier. En stuurt het in. De commissieleden krijgen het te lezen en kunnen hun ogen aanvankelijk niet gelo ven. Daarom houden ze het schrijven van Piet tegen het spaarzame herfstlicht. Brildragers uit de commissie vatten een schone zakdoek om hun tuinglazen een ex tra poetsbeurt te geven. Of ze poetsen hun glazen tersluiks af aan het brandschone overgordijn, dat naast het bureau vreed zaam hangt te wiegen in een zucht van de volwassen herfst. Hier staat 't waar velen al jaren op zitten te wachten, maar waar nie mand hemelse raad mee wist. Niemand wist, hoe 't aangevat moest worden, dat euvel. Want 't euvel van weggekregen za ken speelde niet alleen op de Rabobank in Klaardenkdorp. Hele horden accountants hebben er 's nachts al wakker van gelegen, of en hoe ze zo iets in het rapport moesten zetten. En geloof ons, als die voort ergens wakker van liggen, dan is 't geen kattewa- ter meer. Hier staat 't dan nu op papier. Het voorstel van Piet, de Secundaire Ar beidsvoorwaarden aan te vullen met een hoofdstuk, getiteld: 'Eigendommen van de werkgever.' Het enige artikel van dit hoofdstuk zal kun nen luiden: 'Van de werknemer wordt ver wacht, dat hij voor de eigendommen van de bank, hoe gering ook van waarde, het zelfde respect opbrengt als voor de eigen dommen van zijn huurlieden.Een lumi neus idee. Van onschatbare waarde. Zo onschatbaar, dat de commissie eerst nog diverse séances door zal moeten maken voordat de exacte prijs bepaald is. Daar gaat tijd in zitten, veel tijd. Men denke al leen al aan de besparingen in geld, die her en der in den lande los zullen komen. En de besparingen in arbeidstijd. Want de meeneemwerkzaamheden kun nen moeilijk op een andere tijd worden ge daan dan in die van de baas...

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 21