Gulzige overheid
pikt volop uit ideeënruif.
Bedrijven klagen bij minister.
adviesbureaus. Te weinig let men volgens
de president van de bank op een andere
bron voor innovatie: de man en vrouw die
in de routine van hun dagelijkse werk na
denken over hun eigen werkzaamheden en
ook over die van anderen in hun omgeving.
Bruikbaar of niet?
Duisenberg: Voor een belangrijk deel zal
het voortdurend gespitst zijn op mogelijke
verbeteringen in produkt of werkzaamhe
den behoren tot iemands normale taak.
Voor een deel echter zal dat niet het geval
zijn en kan de ideeënbus een niet te ver
waarlozen kanaal zijn waarlangs deze vorm
van micro-innovatie zijn weg naar beoor
deling en toepassing kan vinden. De
ideeënbus als instituut kan zorgen voor
een klimaat waarin ideeën, of ze nu bruik
baar of onbruikbaar zijn, de weg vinden die
zij verdienen.
Ik noem met opzet ook onbruikbare ideeën
omdat, en de praktijk heeft dat wel uitge
wezen, deze anderen en soms de bedenker
zelf weer op wél bruikbare ideeën kunnen
brengen.'
Het voormalige Rabobank-hoofddirectie-
lid heeft dus alle vertrouwen in het instituut
ideeënbus. Tegenstanders die beweren
dat de ideeënbussen uit de tijd zijn met als
argument dat er overlegstructuren bestaan
om ideeën aan te kaarten of die simpelweg
elke toeslag voor oorspronkelijkheid mis
plaatst vinden, zijn bij hem aan het verkeer
de adres.
Duisenberg: 'Het is niet mijn bedoeling de
waarde van moderne overlegstructuren te
onderschatten. Decennia lang al zijn we
met het creëren, veranderen en verfijnen
van deze overlegstructuren bezig, maar het
blijft een experimenteerproces, waarbij we
door vallen en opstaan slechts heel lang
zaam voortgang boeken. Wat overleg
structuren niet kunnen voorkomen, is het
feit dat de individuele betrokkenheid van
Vooraanstaande Nederlandse bedrijven
hebben de minister van Economische Zaken
een klaagbrief geschreven waarin ze aan
dacht vragen voor de wijze waarop de
overheid beloningen afroomt, die worden
toegekend via het bestaande ideeënbusstel
sel. Volgens de huidige wetgeving zijn werk
gevers bij het toekennen van beloningen
voor ideeën verplicht loonbelasting te hef
fen. Ook moeten ze over de bonussen de
normale premies sociale wetten afdragen,
terwijl de beloonde ideeënleverancier over
het uiteindelijk uitgekeerde bedrag even
tueel ook nog eens inkomstenbelasting ver
schuldigd is.
In de brief aan Economische Zaken wordt
een pleidooi gehouden voor maatregelen
die ertoe moeten leiden dat de premies voor
ideeën voortaan onder de werking vallen
van de wet op de kansspelbelasting.
Met de heffing van een vast percentage zou
dan voor iedereen in één keer de kous afzijn.
Bij prijzen van staatsloterij en lotto kent men
een dergelijk systeem reeds.
'De beloningen voor ideeën,' aldus de brief
schrijvers, 'blijven dan toch in de fiscale
sfeer en de belastinginspectie kan hierop
toezicht uitoefenen. Daarbij worden de uit
kerende organisaties dan niet exorbitant
hoog belast voor hun streven naar innovatie,
kostenbesparing en efficiency-verhoging.
Bovendien sluit deze gedachtengang beter
aan bij de praktijk, zoals boven reeds kort
aangestipt, daar de arbeid van de inzender
niet wordt beloond, maar het resultaat en de
originaliteit van het idee bepalend is voor de
hoogte van de beloning.
De brief komt niet helemaal onverwachts.
Bij veel bedrijven namelijk mag de ideeën
bus zich in een snel stijgende populariteit
verheugen. Ondernemingen zien er een mo
gelijkheid in om snel, effectief en democra
tisch het spontane aanbod aan (kostenbe
sparende) vondsten te toetsen op bruikbaar
heid. Met de oogst aan premierijpe ideeën
stijgt echter ook het bedrag, dat via de schat-
de werknemer bij werk en onderneming
onder druk staat. Schaalvergroting en
snelle technologische ontwikkelingen zijn
hier gedeeltelijk schuldig aan; daarnaast
zou het wel eens kunnen zijn dat de over
legstructuren als zodanig velen er toe
brengen zich minder bij de gang van zaken
in de onderneming betrokken te voelen.
Wie niet persoonlijk meedraait in de over
legstructuur heeft z'n betrokkenheid in ze
kere zin gedelegeerd aan vertegenwoordi
gers. Het proces van vallen en opstaan met
kist wordt ingepikt, aanzienlijk.
Als vuistregel wordt wel aangehouden dat
een werkgever gemiddeld meer dan twee
honderd gulden kwijt is wanneer hij 'netto
iemand een bedrag van 100 gulden toekent.
Verleden jaar keerde Hoogovens in totaal
f 500 832,50 uit via de ideeënbus.
Het betekende echter wel dat gelijktijdig de
overheid nog eens een bedrag van...
f 687 279,43 incasseerde.
Hoewel de exacte bedragen gedeeltelijk af
hankelijk zijn van ieders persoonlijke situa
tie kan het gebeuren dat een bedrijf meer
dan 600 gulden kwijt is wanneer iemand
met een salaris van omstreeks f 77 000 via
de ideeënbus een beloning van WO gulden
bemachtigt.
De briefschrijvers zijn van mening dat het
pas opportuun is belasting te betalen wan
neer een idee baten oplevert en niet al op
voorhand.
In een eerste reactie lijkt men op de ministe
ries van Economische Zaken en Financien
overigens niet over te lopen van enthousias
me voor de 'kansspelgedachte' uit het be
drijfsleven. Men vreest een oneigenlijk ge
bruik van zulk een regeling: bedrijven zullen
mogelijk met beloningen gaan strooien en
tegelijkertijd beknibbelen op de post salaris
sen. Bovendien, aldus een zegsman, is de
kansspelbelasting met een heel ander doel
in het leven geroepen.
Bij het ministerie van Financien vreest men
eveneens een zekere concurrentieverval
sing: freelancers die op de vrije markt hun
ideeën slijten, moeten over het aldus ver
gaarde inkomen wel loonbelasting, sociale
premies etc. afdragen. Ten slotte is men op
het ministerie van oordeel dat de 'pijnvoor
de meeste inzenders van beloonde ideeën
nog wel meevalt. Men verwijst naar de 'toch
niet onredelijke bedragen' die jaarlijks als
bijverdienste zijn vrijgesteld van inkomsten
belasting. Het gros van de ideeënbusbelo
ningen blijft ruimschoots binnen deze gren-
de overlegstructuren leidt vervolgens ook
onder wel actieve deelnemers tot teleur
stelling. Het werken in de overlegorganen
is moeilijker dan men verwachtte en ver
vreemding van achterbannen wekt frustra
ties. Ook in dit groei- en leerproces doen
groeistuipen pijn,' concludeert de heer
Duisenberg. 'Deze ervaringen kunnen er
toe bijdragen dat men zich als individu
afwendt van de onderneming, waarbij men
een aanvankelijk sterk gevoelde betrok
kenheid richt op zaken buiten het werk.'