de materie. Zij: 'Je blijft natuurlijk steeds en overal bedrijven houden waar de direc teur het standpunt 'hier ben ik de baas' in neemt. Voor de levering van ideeën ervaart hij het allerminst als een beletsel. De deur van zijn kamer staat immers altijd open, nietwaar. Dus als personeelsleden eens iets hebben of met iets rondlopen, dan we ten ze hem vast wel te vinden. Wat de goe de man zich niet realiseert is dat veel men sen het helemaal niet zo prettig vinden bij de beoordeling van hun inbreng telkens volledig van één en dezelfde man afhan kelijk te zijn.' Wonderlijk genoeg, zo lijkt het in eerste in stantie, kent ook het NIVE zelf in het geheel geen voorstelsysteem dat gelijkenis ver toont met een ideeënbus. Mevrouw Braaksma, door een desbetreffende vraag niet uit het veld geslagen: 'In klein verband werk je informeler. Ik krijg regelrecht te doen met een medewerkster die bij een be paald karwei uitroept: zeg, wat een achter lijk systeem hanteren jullie hier nog. Vind je goed dat ik het voortaan anders doe?' De IC-secretaris heeft de indruk dat nogal wat mensen het niet direct beseffen wan neer ze een idee aandragen. Zo gauw het echt officieel op papier moet, schrikt men soms flink van het eigen vernuft.' Dank zij het Ideeëncentrum krijgen aange sloten bedrijven jaarlijks gelegenheid indi vidueel hun produktiefste ideeënleveran- ciers op een landelijk platform in het zon netje te zetten. Speciaal daarvoor is de zo genaamde oorkondedag in het leven ge roepen. Elske Braaksma: 'Als mensen niet aangemoedigd worden en gestimuleerd, houden ze op het laatst hun mond. Dat kweekt een mentaliteit van luiheid, terwijl juist plezier in het werk uiterst motiverend werkt.' Bedreigend? Een steeds weerkerend discussiethema binnen het ideeëncentrum betreft de kwestie, of inspraaksystemen en overleg organen de bestaansgrond van elk voor stelsysteem niet langzaam ondermijnen. Datzelfde geldt voor bedrijven waar via 'kwaliteitscirkels' kleine groepjes perso neel directe verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteitsbewaking van een pro- dukt. Elske Braaksma gelooft niet in zulke bedreigingen. 'Wat ideeënbussen uitspa ren is best belangrijk. Behalve in bedrijven waar ze die ideeënbus er 'effe bijdoen'. Tijdens een NIVE-conferentie over creativi- teitsbevordering in brede kring kreeg de problematiek rond het wisselende succes van de ideeënbussystemen eveneens ruimschoots aandacht. Hoe breng je men sen zover dat ze echt initiatieven betonen en meer gaan nadenken over het werk waar ze mee bezig zijn? Hoe vreemd het ook klinkt, nog steeds zijn er bedrijven die via de methode van de ne gatieve aanpak denken hun doel te berei ken: meneer Jansen bedenkt iets nuttigs en vervolgens wordt Pietersen erop aange keken dat hij niet veel eerder dan onderge schikte Jansen op het idee kwam. Pieter sen, aldus de veronderstelling, zal zich ex tra gaan uitsloven; hij wil zich immers niet laten kennen. In plaats daarvan echter pro beert Pietersen voortaan zoveel mogelijkte verhinderen dat anderen nog met iets nieuws komen. Over de niet-onderge- schikten hebben de Pietersens weliswaar geen directe macht, maar met autoriteit kan men suggesties van minder deskundi gen toch heel geloofwaardig afkraken. Ook het uitloven van vorstelijke beloningen garandeert trouwens nog geen succesver- zekerd-ideeënbus. De werkende mens, al dus sociologen die 'ervoor geleerd heb ben', vraagt om erkenning door zijn omge ving en hij is bang in aanzien te dalen door zich belachelijk te maken. Wanneer hij vreest dat het bedenken en inzenden van een idee hem in plaats van erkenning of re spect voor zijn waardigheid als persoon, alleen maar spot of kritiek op zal leveren, dan is de dikke worst die hem als beloning in het verschiet wordt gesteld niet toerei kend. Hoe het dan wel moet? Kort samengevat: de ideeëninzenders moeten er zeker van zijn dat hun denkpres- taties snel, grondig, objectief en positief benaderd worden. Zolang dat niet gebeurt, houdt elke andere methode om inzenders erkenning te geven, het karakter van voze pluimstrijkerij. Ten slotte heeft de directie om ideeën gevraagd, en dan heeft de in zender recht op een keurige behandeling van elk idee, ook al vinden de beoordelaars het idee nog zo waardeloos,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 16