informatiekanaal
nader belicht.
'Nou kunnen we
lachen De reactie is eruit
voordat de tv-kijker het zelf
goed in de gaten heeft. Op de
buis twee erkende
televisiekomieken. Ingehuurd
door de Rabobank. Aan de
hand van een paar
overduidelijke voorbeelden gaat
het duo aan de gang.
Duizenden bankmensen door
het hele land krijgen in
videobeelden gedemonstreerd
hoe je jonge klanten (niet)
moet behandelen aan de balie.
De aanpak is professioneel,
zonder twijfel. Succes
verzekerd derhalve, of.
Reactie nummer twee: 'Kijken naar
Aart Staartjes, allemaal goed en
wel maar ik had toch iets meer ge
wild. Zo'n onderwerp moet prikkelen tot
het ondernemen van actie. Bekende arties
ten leiden de aandacht te zeer af. Je hebt
veel meer aan een boodschap. Zonder
schoolmeesterachtig te zijn natuurlijk.'
Spontane uitingen als de bovenstaande
tonen aan hoezeer televisie toch een direct
en indringend medium blijkt. Het feit ligt
er, hoe verschillend ook over de effecten
op langere termijn gedacht mag worden.
De Rabobank vergaat het niet anders.
Sinds video erkenning verwierf als manier
om te communiceren met de banken,
vormt ook Bank in Beeld een dankbare en
onuitputtelijke bron voor commentaar.
Vandaar dat er zopas uitgebreid onderzoek
is verricht: op zoek naar het naadje van de
kous, de hoed en de rand. Bijzonderheden
in bijgaand artikel.
De Rabobanken zijn in meerderheid erg te
spreken over het eigen actualiteitenpro
gramma dat de Rabobankorganisatie nu al
sinds 1978 in de vorm van videobanden
produceert. Juist voordat het 'zilveren'
Bank in Beeld-programma deze zomer
van de montagetafels kwam, werden de re
sultaten bekend van een recente opiniepei
ling. In grote lijnen hebben de uitkomsten
van het onderzoek een positief beeld opge
leverd. Het videomagazine voldoet prima
voor zover het de overdracht betreft van
(actuele) informatie. Anderzijds heeft de
enquête ook aan het licht gebracht dat
sommige andere mogelijkheden nog on
voldoende worden benut en niet uitgebuit.
Met name is gebleken dat er nog onvol
doende profijt getrokken wordt van de on
dersteunendefunctie die Bank in Beeld zou
kunnen vervullen bij de opleiding van per
soneel.
Geruime tijd al heeft binnen de Rabobank
Nederland en dan vooral binnen het direc
toraat personeel en opleidingen de ge
dachte aan een opiniepeiling gespeeld.
Toen Bank in Beeld nog in de ontwikke
lingsfase verkeerde en ook het publiek er
nog aan wennen moest, wilde men eigen
lijk al wel weten of een betrekkelijk duur
produkt als een videomagazine z'n geld
waard is, en welk rendement het oplevert.
Inmiddels geven de beschikbare enquête
resultaten uitstekend weer hoe men denkt
over het gehalte. Het onderzoek als zoda
nig viel uiteen in twee onderdelen: behalve
dat er tientallen vraaggesprekken zijn ge
houden met de kijkers, gingen er circa