1
Knip
beurs,
We hebben het weer gehad. Op een enke
ling na. Het hele Nederlandse volk heeft
het zowat gehad. De vakantie. Voor de een
veel te heet; voor de ander veel te koud.
Voor de een te nat; voor iemand die in de
Sahara verdwaalde, te droog. Sommigen
moesten het met te weinig vakantiegeld
doen; anderen met te weinig vakantieda
gen. En zo zal de vakantie alles bijeen wel
voor de meesten van ons geslaagd zijn op
één of meer kleine onderdeeltjes na.
Hoe zeer ons Rabovolk eigenlijk betrokken
is bij het verschijnsel vakantie, daar staat
ge zo één-twee-drie niet bij stil. Hoe dik
wijls dan ook op Rabobanken het woord
'vakantie' zal vallen, dat is niet te tellen.
Dat begint al rond de jaarwisseling, als de
vakantieprogramma's partijgewijs binnen
komen. Dan vat het vrouwelijk gedeelte
van het personeel telkens zo'n vakantie
gids en kijkt er globaal in, hoe duur 't in de
bouwvakvakantie weer overal is. Ze nemen
het programma mee en zullen het
vanavond nog met de wederhelft bespre
ken. Want die is natuurlijk gebonden aan
de bouwvakvakantie, ook al werkt hij op
een walvisvaarder. De oorzaak van dit ver
schijnsel zal wel nimmer duidelijk worden.
Het mannelijk gedeelte van het personeel
vat ook een gids. Soms kijken ze bij 'vlieg
vakanties naar een zonneland'. Om daarna
te gaan nazoeken, of de naturistenvakan
ties, die verleden jaar ook in het boek ston
den van deze reisorganisatie, er nu weer in
staan. Niet dat ze van plan zijn, zulk een va
kantie te bespreken. Nee, ze willen weten
of dit programmaonderdeel voldoende,
juist en duidelijk geïllustreerd is. Wat ze
vervolgens met die wetenschap zullen
doen blijft een open vraag.
En na een paar dagen komen de vragen
dan los om vakantietoezeggingen richting
chefs. De aanzet is dan gegeven voor veel
gepas en gemeet, voornamelijk in de
maanden juni, juli en augustus. Want in de
vakanties moet alles gewoon doorgaan. In
clusief het maken van weinig of geen fou
ten en het helpen van vakantiegangers.
Overigens, hebt ge ook de ervaring dat dat
vaak de enige mensen zijn, die aanmerking
maken op te lange wachttijden? Gek maar
waar is, dat de mens klaarblijkelijk veel
haast heeft als hij niks hoeft te doen. Een
prachtig gezicht is het soms, dat wel. Zo'n
man, gehuld in spierwitte korte boks, waar
onderuit twee evenzo witte melkflessen
steken. Een shirtje aan met gaatjes erin,
waardoorheen het zweet en de muggeste-
ken kunnen. Fototoestel op de rug en
strooien hoedje op. Zet ge zulk een man in
de kersenboom, dan zullen de spreeuwen
er zeker met een grote boog omheen vlie
gen. Niet één kers zal worden aangepikt.
De man staat in de wachthal om kwart voor
één. Op de betreffende Rabobank is het die
dag 'kassa' met de wachttijden. Want de
middagpauzes zijn nog niet allemaal om,
de helft van de bezetting is met vakantie en
er is er één ziek. Die zieke, dat is Jopie. Die
is gisterenavond naar zijn zus op de cam
ping geweest en heeft daar tot halfdrie 's
nachts buiten aan de caravan gefeest. En
kele kisten bier en een half varken mee bur
gemeester gemaakt. Barbecuen noemen
ze dat. En toen hij om vier uur goed en wel
te bed lag, toen passeerden achtereenvol
gens zijn sponde: de melkman, gezeten op
een paarse geitenhok, de ministerpresi
dent die op een trekker met blubberton
reed, president Reagan, die zijn fiets aan
het poetsen was met een hele vuile tod en
een gemeentewerker, die een toespraak
hield voor het voltallige Europese Parle
ment. Toen efkes later ook nog het voe
teneind van het bed steigerde als een ver
schrikt paard, ja toen traden de eerste ziek
teverschijnselen op. In alle hevigheid. Ze
leidden uiteindelijk tot deze ziekmelding,
die om de één of andere onduidelijke reden
in de loop der jaren onder de sociale verze
kering is komen te vallen.
Maar terug naar de fris geklede vijftiger
met zijn witte billen en dito kleding. Hij
staat in de publieksruimte zoals gezegd
om 1 2.45 uur. En om 1 3.30 uur staat hij er
nog. En de zon klimt aan de hemel als een
reusachtige gloeiende vlieger.
De lucht boven de straatkeien trilt. De tem
peratuur loopt op. Ook binnen de bank. En
ook bij de vakantieganger, die nu eindelijk
aan de beurt is. 'Juffrouw,' begint hij met
een zweem van opluchting in zijn stem,
'geeft u mij even gauw vijfenzeventig gul
den van mijn rekening bij de Rabobank in
Zomerfeeststad.' 'Uw rekeningnummer?'
'Weet ik niet, mijn vrouw heeft het pasje bij
zich maar die is intussen andere bood
schappen doen. Het duurt hier ook zo ver
rekte lang!'
'Ja, ziet u, menheer, er zijn er zeven op va
kantie en er is er...' 'Ik geef er niks om,'
werpt de man er tussen. (Nader bezien is
dit natuurlijk een onwaarachtige bewe
ring.) 'Geeft u me nu maar gauw dat geld,
want 't gaat allemaal van mijn tijd af.' Rita
wordt deze dag reeds voor de derde keer
geplaagd door een vervelende klant en er
gert zich bovendien aan zatte Jopie en aan
't vooruitzicht van een uur of wat overwerk
bij deze temperatuur. Ze voelt zich dan ook
serieus genoodzaakt om de luchtig gekle
de kankeraar zijn vet terug te geven.
'Menheer, dat geld gaat niet van uw tijd af
maar van uw rekening. En nu 'n moment,
want ik moet effe belle...' Of ze nu moet
bellen voor fiattering of over het feit, dat
vanavond haar moeder de kat moet voeren,
daarover laat ze de klant in het ongewisse.
En de klant, hij wordt opnieuw te wachten
neergezet. Want op de Rabobank in
Zomerfeeststad, daar kan men zo vlug niet
zijn rekeningnummer vinden omdat men
de naam tot twee keer toe verkeerd ver
stond. Eergisteren is tegelijkertijd de huis
huur, de autoverzekering en het gas afge
schreven en nu staat de rekening in de min.
Ook nog. De bevoegde overstandenfiat-
teur is echter niet op z'n plaats. Na enig ge
zoek blijkt hij weg te zijn voor een grote
boodschap. Zonder boodschap achter te
laten nog wel. Hij kan dus bezwaarlijk ge
stoord worden... En de klant zijn tempera
tuur loopt opnieuw op. Tot gevaarlijke
hoogten zelfs. Het is hem aan te zien. Zijn
vrouw, die inmiddels terug is van de super
markt, maant hem tot kalmte. Ze verwijst
naar het laatste doktersadvies, dat 'kalm
blijven' inhield met het oog op 's mans niet
al te beste rikketik.
Maar aan alles komt een einde. Even goed
aan het helpen van deze klant. Zo rond de
klok van twee kan het echtpaar naar buiten
treden in het volle zonlicht. Voor hen is het
echter, als hangt er een mist. Het is voor
hen krek een druilerige Allerzielendag. De
particuliere relatiebeheerder van de Rabo
bank in Zomerfeeststad heeft opgelucht en
wel na zijn noodzakelijke verrichting, fris
en monter in de fiatteringslijst gekeken. Hij
heeft daarna meegedeeld aan Jantientje,
die de telefoon diende te beantwoorden:
'Zeg maar, dat we 't niet uitbetalen, omdat
de rekening overstaat. Ik wil die klant, als-
ie terugkomt van vakantie, zo gauw moge
lijk spreken...' Welnu, de klant is na de va
kantie snel gekomen. Zonder uitnodiging
nog wel. Heeft op z'n tweede werkdag na
de vakantie extra een snipperdag daarvoor
genomen.
Aard van de transacties, die hij nu komt
verrichten: opheffing van alle bankdien
sten. Hij is overgegaan naar een meedenk-
bank.