te verhalen uit de sensatiepers. Betekent dit, dat beeldschermen niet alleen als won deren der geavanceerde techniek, maar ook als wonderen van plezierig werkbare apparaten kunnen worden beschouwd? Dat is teveel gezegd natuurlijk. Het zijn en blijven apparaten die stroom gebruiken en dus warmte produceren. Wanneer er geen goede ventilatie in een vertrek is, kan dat zeer onaangenaam zijn. Om onbehaaglijk hoge temperaturen te voorkomen kan het nodig zijn de werkruimte te koelen. Dat kan dan weer leiden tot tocht. Bovendien produceren beeldschermstations ook ge luiden: geruis of gezoem van ventilatoren, h£t ratelen van het toetsenbord of een ho ge pieptoon veroorzaakt door het elektro nische systeem. Vooral dat laatste geluid kan bijzonder irritant zijn. Maar al deze kwalen zijn in meer of mindere mate te ver helpen, wanneer bij het ontwerpen en in richten van een werkruimte hiermee terde ge rekening wordt gehouden. Er wordt dikwijls beweerd dat door het werken met beeldschermen oogafwijkin gen ontstaan. De Bedrijfsgezondheids dienst van de Rabobank heeft naar deze bewering onlangs een onderzoek inge steld. Zij is tot de conclusie gekomen dat deze stelling naar het rijk der fabelen moet worden verwezen. Tenminste, zij heeft tot op heden geen aanwijzingen kunnen vin den dat door het werken met beeldscher men oogafwijkingen kunnen ontstaan. Wél kunnen tijdelijke klachten optreden als ver moeidheid, hoofdpijn, wazig zien of dub bel zien. Verkeerd gebruik De heren doktoren zijn tot de conclusie ge komen dat de meeste van deze klachten zijn terug te voeren op een verkeerd ge bruik van de beeldschermapparatuur. Het beeldscherm kan op een te hoge ofte lage tafel staan, waardoor de werkhouding ver keerd is. Vooral mensen die een bril dragen met dubbelfocus, trifocale of variolux-gla- zen kunnen klachten krijgen door een ver keerde houding van het hoofd. Ook kan de verlichting in de werkruimte zo zijn afgesteld, dat er voor zowel brildragers als mensen zonder bril hinderlijke schitte ring op het beeldscherm ontstaat. Daarom heeft de eenheid Ergonomie van Rabobank Nederland in nauwe samenspraak met de Bedrijfsgezondheidsdienst aanbevelingen en normen opgesteld voor beeldscherm apparatuur en werkomgeving. De BGD wijst met nadruk op het bestaan van deze ergonomische regels. Bij naleving ervan worden onnodige oogklachten voorko men. Wanneer aan al deze ergonomi sche voorwaarden is voldaan, kan het toch nog voorkomen dat mensen met oog klachten lopen. Eenmaal bij de dokter, blij ken hele andere zaken een rol te spelen. In veel gevallen zijn ze dan al lang aan een bril toe vanwege een beperkt gezichtsvermo gen. Door het turen op een beeldscherm komen ze er pas achter. Slechts in zeldza me gevallen treden er oogklachten op bij mensen met voortreffelijke ogen, óók bij een goede opstelling en belichting van het scherm. De BGD vermoedt dat problemen met de scherpstelling van het oog en de samenwerking tussen de ogen een belang rijke rol spelen. Bij werken met beeldscher men is er sprake van een 'statische belas ting' van de ogen, veroorzaakt door het scherpstellen op een constante kijkafstand van 50 a 60 centimeter. Daarom komt de BGD tot de aanbeveling het werken aan een beeldscherm te beperken tot maxi maal twee uur achtereen met daarna een pauze van ongeveer en kwartier. Op grond van deze en andere overwegingen vindt de BGD het beter niet langer dan vier uur per dag achter een beeldscherm te zitten. Oogklachten voorkomen Door de bank genomen vindt de BGD het niet nodig om beeldschermwerkers bij hun aanstelling intensiever op het gezichtsver mogen te controleren dan zij normaal al doet met functionarissen, die hun ogen in tensief gebruiken. Diegenen, die bij hun aanstellingskeuring geen uitgebreide ogentest hebben gedaan, worden in de ge legenheid gesteld dit alsnog te doen wan neer zij met beeldschermen gaan werken. Doel van dit onderzoek, dat bestaat uit het meten van de gezichtsscherpte dichtbij en veraf, het diepte zien, kleuren zien en het samenwerken van beide ogen, is om men sen met niet gecorrigeerde oogafwijkingen voor nader onderzoek naar de oogarts te verwijzen. De BGD heeft voor dit doel een speciale mobiele onderzoeksunit, waar mee zij de aangesloten banken aandoet. 'Deze extra zorg,' zegt de BGD ter gerust stelling, 'is bedoeld om nodeloze inspan ning bij het werkte voorkomen en bestaan de klachten en afwijkingen te verhelpen en niet vanwege een vermeend gevaar voor of schade aan de ogen.' Periodiek oogonderzoek acht de BGD niet noodzakelijk. Het is zinvoller om beeld schermwerkers die problemen met hun ogen hebben aan de hand van hun speci fieke klachten te onderzoeken, zodat de BGD goed en gericht advies kan uitbren gen zoals doorwijzen naar de oogarts, ex tra voorzieningen aanbrengen op de werk plek óf overgaan tot de aanschaf van een bril. Wel kan het zijn dat mensen, die kleuren blind zijn speciale aandacht nodig hebben, vooral wanneer zij met kleurenschermen werken. De praktijk wijst meestal wel uit of zij problemen in het werk ondervinden. In dividuele advisering is in dit soort situaties het beste. In het algemeen komt het echter zelden voor dat de BGD moet adviseren het werken aan beeldschermapparatuur om gezondheidsredenen te staken,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 12