niet iedereen nog heeft in de gaten dat 's mans werk beleidsondersteunend is en ad viserend. Een voorbeeld wil Hageraats niet ongenoemd laten: 'Je krijgt mensen op het spreekuur die onder invloed van hun werk situatie voortdurend op hun tenen lopen. Spanningen, onzekerheid, dat is waarmee ze zich zien geconfronteerd. Kun jij er iets aan doen, aldus luidt dan de standaard vraag. Eenvoudiger gezegd dan gedaan. Je kunt dan trachten zo iemand inzicht te ge ven waarom hij of zij in problemen geraakt. Vaak hangt het ermee samen hoe men om gaat met de eigen aspiraties en ambities. Maar nogmaals en heel nadrukkelijk: je verstrekt uitsluitend gezondheidskundige adviezen. Uiteindelijk beslist iedereen zelf over de eigen persoonlijke situatie. Ik reali seer me ook terdege dat zo'n advies geven vaak een stuk eenvoudiger is dan te moe ten leven met de consequenties die eruit voortrollen. Maar ongeacht de vraag of mensen nu veel of weinig boodschap heb ben aan watje zegt, voorveiligheid en wel zijn blijven zijzelf direct verantwoordelijk.' Opzij leggen 'Ja inderdaad,' filosofeert Elageraats, 'straks als het systeem van abonnements geld aan de orde komt, dan breekt het uur van de waarheid aan. Dan zal blijken in hoeverre banken ook echt massaal bereid zijn wat geld opzij te leggen om zich aldus te verzekeren van stelselmatige aandacht voor zoiets als de bedrijfsgeneeskundige zorg.' Persoonlijk heeft hij bij de gekozen formule stellig het gevoel dat er uitstekend mee te werken valt. Ook de banken zullen na wat onvermijdelijke aanloopmoeilijkhe den de weg naar de dichtstbijzijnde BGD wel weten te vinden. 'Je zult zien,' betoogt Hageraats, 'het zal ze straks best bevallen.' Overigens maakt hij er als bedrijfsarts geen geheim van dat nog niet iedereen het nut beseft van een behoorlijke bedrijfsgenees kundige verzorging. 'Gelukkig schaamt men zich er dan evenmin voor je dat recht uit te zeggen,' aldus Hageraats. Met per soonlijke overredingskracht valt dan - zo blijkt - dikwijls toch nog wel het een en an der te bereike Bovendien treden ook op dit terrein f eds meer overheidsvoor schriften in werking. Zo prijkt er in de CAO voor het bankbedrijf een bepaling die voor werknemers vanaf 45 jaar medische aan dacht verplicht stelt. En ook in de komende arbeidsomstandighedenwet krijgt op nieuw een brok bedrijfsgeneeskundige zorg een wettelijk kader. Dokter Hageraats attendeert aansluitend nog op een steeds beter samenspel binnen de medische sec tor. 'Je merkt,' zegt hij, 'hoe de huisartsen toch steeds vaker een patiënt ook naar de bedrijfsarts gaan verwijzen zodra ze het gevoel hebben of de zekerheid dat daar de bron ligt van bepaalde klachten. Tegelijk vallen ook GAK en GMD in toenemende mate terug op bedrijfsgezondheidsdien sten. Voor ieder bedrijf is het goed wan neer men de vinger aan de pols houdt, en zich daarbij van buitenaf verzekert van onafhankelijke inbreng. Elke werkgever is er perslot van rekening bij gebaat wanneer personeelsleden goed tot hun recht ko men.' Groeiproces Hageraats beseft dat zo'n proces moet groeien. Ook binnen de Rabobank Nederland duur de het een hele poos alvorens de bedrijfs gezondheidszorg gold als een vanzelfspre kend geaccepteerde faciliteit. Men moet er ook geen wonderkracht voor de meest uit eenlopende ongemakken aan toedichten. 'Je ziet,' stelt dokter Hageraats, 'dat in toe nemende mate het medische kanaal wordt benut om in te grijpen bij opgetreden rela tiestoornissen. Je hebt natuurlijk wel pro fessionele deskundigheid en hulp nodig bij het zoeken naar oplossingen. Maar eerst zul je uit moeten zoeken of het een pro bleem van individuele of structurele aard is.' Dikwijls werkt de bedrijfsarts in samen spraak met de personeelsadviseur. Lang Soms slaagt de bedrijfsgeneeskundige erin te voorkomen dat personeelsleden in problemen raken. Meestal echter blijkt pas achteraf - aan de hand van verzuimgege vens - dat iemand niet of onvoldoende te gen een bepaalde taak is opgewassen. Hageraats: 'Alvorens in dat te belastende werk te stappen kun je natuurlijk ook eerst eens medisch advies inwinnen. Dan voor kom je voor de toekomst werkverzuim. Be halve het bedrijf is ook de betrokken werk nemer erbij gebaat. Ten slotte, meen ik ten minste, is het heel wat te kunnen zeggen dat je bevrediging vindt in je werk.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 6