De blauwe kolom. Maandelijks orgaan voor het personeel van de Rabobanken Jaargang 8 nummer 5 Mei 1982 Redactieraad: mr. Jan R. Haverkamp, voorzitter (Rabobank Nederland)* mr. Gerard Meijs, plv. voorzitter (Rabobank Nederland) Tryntsje de Boer (Sneek) Wil Botting (Vlissingen) Sievert Hekman (Baflo) Joop Keuning (Renkum) Henny Krist (Dalen-Coevorden) Jos. Paulussen (Merkelbeek) Yvonne Verdonk (Hengelo-O.) Ger Wijbrandts (Enkhuizen) Huibert Zuur (Gouda)* leden hoofdredactie Redactie: Wim G. M. Aerts drs. Cok de Zwart Bureauredactie Karei de Mol Redactieadres: Postbus 8098 3503 SE Utrecht telefoon (030) 36 23 96 of 36 28 94 Abonnementen administratie: telefoon (030) 36 26 91 Vormgeving en druk: Hoonte-Holland, Utrecht Correspondenten: Jo Boesewinkel (Someren) Frans Broos (Helmond) Johan Hegeman (Hellendoorn-Nijverdal) Frans van Hoof (Valkenswaard) Theo ter Horst (Bodegraven) Arie den Hoed (Lopik) Rene Kuzee (Bergambacht) Ruud van Nistelrode (Veldhoven) Fred Tuurenhout (Schipluiden) Huub Vanhommerig (Kerkrade) Bert Westra (Voorschoten) Henk de Wolff (Amstelveen) Een uitgave van Rabobank Nederland raboband De meeste van mijn collega's hebben de tijd niet meegemaakt, dat er ook op zater dagmorgen gewerkt moest worden. Was dat erg? Nee, je vond het heel normaal. Je had je heerlijke vrije zaterdagmiddag en daar keek je 's morgens al naar uit. Het was, dat herinner ik me goed, dan ook een belevenis toen we omstreeks 1955 die hele za terdag in de schoot geworpen kregen. Maar we zijn er heel snel aan gewend! Tegenwoordig hoor je ook weer over de arbeidsduur praten. De invalshoek is toch wel een andere dan vroeger met die vrije zaterdag. Toen kwam de werktijdverkor ting, omdat het populair gezegd in de bedrijven 'lekker liep', terwijl in de huidige tijd, nu het met de economie stroef loopt, de werktijdverkorting vooral als middel wordt gezien om aan meer arbeidsplaatsen te komen. Ik denk niet, dat er iemand is die tegen dit motief op zichzelf bezwaar heeft. Werk loosheid is een kwaal, die zo niet uitgeroeid, dan toch ten minste binnen betrekke lijk onschuldige proporties gehouden moet worden. Als zeer veel mensen - vooral ook jongeren - niet aan de slag kunnen komen is dit voor hen een ontmoedigende si tuatie, die aan je 'vreet' en die ook op onze samenleving onvermijdelijk ongunstige effecten heeft. Maar is arbeidsduurverkorting een goed middel om de werkloosheid te verminde ren? Dr. Duisenberg doet er heel voorzichtig, ik zou zeggen terughoudend over in zijn juist verschenen Jaarverslag van De Nederlandsche Bank. Hij kijkt vooral naar het werken in deeltijd. Dat roept in ieder geval minder problemen op dan bij een algeme ne arbeidsverkorting het geval is. Maar ook daar - bij een ruime toepassing van deel tijdbanen - zijn er volgens Duisenberg nog zoveel moeilijkheden, dat hij kennelijk zeer sceptisch tegenover het middel staat. Kan de bedrijfstijd gehandhaafd worden? Is evenredige loonaanpassing door te voe ren en wat is het effect daarvan? Over de gevolgen voor de arbeidskosten is, zo schrijft DNB, nog weinig bekend. De toename van de deeltijdarbeid tot nu toe heeft plaatsgevonden in een tijd van toenemende werkgelegenheid. Men moet vrezen, dat een versnelling van de groei van het aantal deeltijdbanen nü juist een belemme ring zou betekenen voor de dynamiek die nodig is voor het ontwikkelen van nieuwe banen. Ik lees die laatste zin zo: de bedrijven hebben tegenwoordig al de handen vol om de vaart erin te houden, pas wat op, dat je het hen door zo'n deeltijdsysteem niet nog moeilijker maakt. Het is een middel, waarbij net als bij een medicijn tegen 'contra-in dicaties' gewaarschuwd moet worden. Je komt wel even onder de indruk, als je in het DNB-verslag leest, dat het wijd open zetten van de mogelijkheid tot het werken in deeltijd, vermoedelijk tot gevolg zal hebben dat het arbeidsaanbod zal aanzwellen, waardoor het matigende effect op de werkloosheid aanzienlijk zal verminderen. Immers, de partner van iemand die al in deeltijd werkt, zal geneigd zijn zelf ook in deeltijd te gaan werken, om de inkomens achteruitgang in gezinsverband te compenseren. Deeltijd schept meer banen, maar trekt ook meer liefhebbers aan! Duisenberg schuift de deeltijd weliswaar niet helemaal terzijde, maar het is goed dat hij bedachtzaam ervoor wil waken, dat we er niet teveel van moeten verwachten. De werkelijkheid is nu eenmaal - en dat vind je ook in het DNB-verslag - dat de werkge legenheid het best gediend wordt door investeringen die arbeidsplaatsen opleve ren en het groeitempo van de produktie versnellen. In die richting kunnen wij met ons bankvak ook wel wat doen. JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 2