zameling. Je leest er een mooi stuk kerkge schiedenis uit,' aldus de toelichting. Onder de spoelbak een bodempje snoep in een fles benevens twee onaangesproken kan dijkoeken. Dat is alles. In dit decor, zo bepeins je, zal op een een zaam moment vermoedelijk ook wel de ba sis zijn gelegd voor Het Plan. Gerijpt en wel heeft het vervolgens tot resultaat ge had dat meneer Middelbeek nu alweer zo'n jaar of vier vrijwel dagelijks erop uit gaat. Per fiets op pad. Van de ene (Rabo)bank naar de andere om precies te zijn. Gemid deld zo tussen vijftig en zestig kilometer lang is het traject dat de nu 78-jarige be nen telkens verwerken. En het doel van dit alles? Spaargeld. Halen en brengen. Bren gen en halen. Dat zit zo. Maandelijks wor den van rijkswege voor Johan Middelbeek braaf de vastgestelde 257 AOW-zakgeld- guldens gestort op diens bankrekening. 'De verschuldigde belasting houden ze meteen al in.' Voeg daarbij nog eens de jaarlijks in mei te toucheren 715 vakantie guldens en het rekensommetje is af. Maar wat doet een mens die zijn leven lang ge leerd heeft zuinig te zijn en spaarzaam? Die verandert op z'n oude dag deze nobele in stelling niet. De spaarzin zit inmiddels zo diep geworteld dat ze door wijze mannen noch door raadgevers met de beste bedoe lingen valt uit te roeien. Natuurlijk heeft ook iemand als meneer Middelbeek onkos ten. Wat dachten we van de stomerij, of het onderhoud van de fiets? Een een glaas je limonade zo nu en dan mag een mens zich toch zeker ook wel veroorloven. Een enkel vakantiereisje misschien? Aan me neer Middelbeek is zulk vertier nauwelijks besteed. 'Ik heb zo goed als alle dagen va kantie,' laat hij weten. Sinds hij in het rond brengen van dat handjevol zakcentjes een doel creëerde voor lange dagelijkse fiets tochten, geldt dat laatste nog in versterk te mate. Wat is er nog mooier dan de na- zijn. Maar je bent een vreemdeling en je blijft een vreemdeling. Er bestaat volgens mij absoluut te weinig vriendschap tussen de mensen. Was er maar wat meer contact of omgang. Hier zitten de vrouwen apart en de mannen. We hebben ook geen gemeen schappelijke maaltijden. Je krijgt het eten op je kamer gebracht. Ja, om hun werk te doen komen de zusters iedere dag wel on ze kamers binnen. Maar een praatje is er meestal niet bij. Iedere zondag fiets ik naar de Nederlands Hervormde kerk in Boxmeer. In de kerk, daar gevoel ik me gelukkig. Het geloof is een dierbaar bezit. Het houdt mij staande. Leven zonder god is maar niks, jongeman. Op zaterdag ben ik bij de eucharistieviering voor de overige bewoners. Op grond dat het na afloop gezamenlijk koffie drinken is, snap je? Maar niemand komt bij me zitten meestal. Zou het zijn op grond van mijn ge loofsovertuiging?' Weer valt er een lang durige stilte. Ze hangt zwaar tussen de schamele meubeltjes in het kraakheldere vertrek. Aan de muur twee foto's, statieportretten. Vader Middelbeek, een gestreng ogend gelaat met volle baard. Schuin aan de over kant zoon Johan die vrijmoedig de lens in blikt. Aan z'n voeten een nijdig keffertje. 'Willen jullie misschien zien hoe netjes al les verder is ingericht?' Naast de gardero be en een stapeltje lijfgoed liggen wat tele foonboeken en een partij kerkelijke jaar boeken. 'Het oudste is uit 1 878. Mijn ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1982 | | pagina 10