den is zeker geen haarlemmerolie waar
mee alle kwalen verdreven kunnen worden.
Maar aan de andere kant past het bin
nen de huidige opvattingen van de Rabo-
bankorganisatie om opleidingen een be
langrijker plaats toe te kennen dan vroe
ger wel het geval was. Ze vormen niet lan
ger een sluitpost op de begroting van de
bank. Het inzicht is gegroeid, dat oplei
dingen zeer veel kunnen bijdragen aan het
beter functioneren van de medewerkers en
medewerksters op de plaatselijke banken.
Het is dan ook niet verwonderlijk, dat Ra
bobank Nederland steeds meer verzoeken
krijgt om ondersteuning en begeleiding
van allerlei plaatselijke opleidingsactivitei
ten. BankA wil, dat alle beheerders van bij
kantoren bevoegd worden om reizen te
verkopen. Bank B wil zijn organisatie om
vormen naar het concept van bankadvi-
seur. Bank C gaat over op het KTS-sy-
steem. Bank D is bezig met de instelling
van een ondernemingsraad. Bank E wil het
middenkader verstevigen. Bank F... en zo
kunnen we nog wel een tijdje doorgaan.
Hoog tijd dus om eens te kijken hoe dat op
leiden er nu eigenlijk uitziet. Wat doet Ra
bobank Nederland daar zoal aan, welke
opleidingsfilosofie wordt daarbij gehan
teerd? Over al deze zaken had Raboband
een uitvoerig gesprek met de heer Snoeys,
hoofd van het directoraat Personeel en Op
leiding aangesloten banken (POAB) en als
zodanig een van de stuwende krachten
achter het huidige opleidingsbeleid. Wat is
in zijn ogen nou het meest kenmerkende
van de gekozen opzet?
Snoeys: 'Het opleiden moet meer z'n vrij
blijvende karakter kwijt. Het is geen kwes
tie van afzonderlijke cursussen die je opzet
en uitvoert. Opleiden moet altijd opleiden-
tót zijn, zodat de cursist het geleerde zin
vol in praktijk kan brengen. Iedere oplei
ding moet dus altijd zo nauw mogelijk op
de feitelijke werksituatie afgestemd zijn.
Binnenskamers spreken we dan ook graag
over de integratie, de 'versmelting' van
leersituaties en werksituaties.'
Andere kijk
Min of meer als een rode draad door heel
het gesprek loopt die term 'geïntegreerd
opleiden'. Want dat principe wordt heel
serieus opgevat en consequent nage
streefd. Lange tijd heeft men binnen de Ra
bobank - en daar niet alleen - de opvatting
gehuldigd, dat cursussen de meeste
vrucht afwierpen wanneer de lessen zich
afspeelden in de beslotenheid van als
zodanig herkenbare leslokalen. De cursist
terug in de schoolbanken dus. Je zou het
opleiden volgens laboratoriummodel kun
nen noemen. Inmiddels is die zienswijze
ingeruild voor een heel andere kijk op de
zaak. Opleiders zijn tot het inzicht ge
komen, dat de lessen bij voorkeur in of na
bij de normale werkomgeving moeten
plaatshebben. Sterker nog: als het even
kan moeten de lesopdrachten betrekking
hebben op het dagelijkse werk van de cur
sisten. Er wordt naar gestreefd ze ook
daarte laten uitvoeren. In samenhang hier
mee is in beginsel iedere chef aangewezen
als degene die daarvoor direct verantwoor
delijk is. Hij heeft ervoor te zorgen, dat zijn
eigen mensen de gelegenheid krijgen zich
verder in hun functie te bekwamen.
Snoeys daarover: 'Door leerprocessen al
dus op te zetten verwachten wede mensen
die in opleiding zijn, sneller zelfstandig te
kunnen maken bij het uitoefenen van hun
taken. Je biedt zekerheden aan, neemt
misschien ook een bepaalde angst weg
waardoor ze beter toegerust hun taken ter
hand nemen. Laat ik een voorbeeld geven.
We zijn momenteel aan de gang met de
opzet van een serie cursussen waarin we
het voltallig bankpersoneel, van hoog tot
laag, vertrouwd willen maken met het ver
schijnsel automatisering. Daarbij gaat het
niet om feitenkennis - 'hoe werkt het ap
paraat?' - maar veel meer om vragen als:
waar zijn automatiseringssystemen toe in
staat; welke zijn de praktische gebruiks
mogelijkheden; wat kan ik met automati
sering doen in mijn bedrijf; hoe trek ik het
meeste profijt van de gegevens die door de
automatisering beschikbaar komen?
Bij steeds meer opleidingen doen we niet
uitsluitend aan kennisoverdracht. We wil
len ook graag weten of de cursisten na
afloop de zaak in de vingers hebben en we
ten te werken met de opgedane kennis.
Een mooi voorbeeld biedt ook de cursus
balansmanagement. Die is bedoeld om de
deelnemers meer inzicht te geven in de
commerciële en beleidsmaatregelen, zoals
die onder bepaalde omstandigheden ge
nomen moeten worden. In de cursus wor
den allerlei voorbeelden besproken, maar
dan komt het er vervolgens op aan of de
cursisten zelf voldoende creativiteit bezit
ten om naderhand ook bij afwijkende pro
blemen zelfstandig een juiste oplossing te
vinden.'