fie zijn dus krachten die tot een uniforme
bouw zouden kunnen leiden.
Er zijn echter nog andere krachten werk
zaam, die zorgen voor een zekere geva
rieerdheid. In de eerste plaats zijn daar na
tuurlijk de wensen en de eisen van de be-
heerscolleges, directies en medewerkers
van de desbetreffende bank.
In de tweede plaats: de architect. 'De archi
tect komt op de proppen, wanneer wij met
de bank de plannen in grote lijnen op pa
pier hebben gezet. Dan voeren wij het eer
ste gesprek met de architect, die door de
bank is ingehuurd. In dit gesprek worden
de spelregels en de wijze van samenwer
king geregeld.
En ten slotte is er nog de gemeente, die
met haar welstandscommissie iets in de
melk te brokkelen heeft bij het bepalen van
het uiterlijk van de bank.
met een minimale bedrijfseconomische le
vensduur van zeven jaar en als het even kan
van tien. Dat betekent kijken in de toe
komst: groei van het cliëntenbestand, de
gevolgen van de automatisering, de bevei
liging en meer van dat soort zaken. Dat zijn
elementen die voor een belangrijk deel een
stempel drukken op het uiterlijk en de in
richting van het bankgebouw.'
Opheffen van ruimtegebrek, efficiënt wer
ken, bedrijfseconomische aspecten zijn
zaken, waar elke bank mee te maken heeft.
Er bestaat geen speciale Rabobankarchi-
tectuur, maar... elke bank bouwt wel van
uit een bepaalde, gelijkgerichte filosofie,
die ook tot uiting komt in het uiterlijk van
een gebouw. Van Rijn: 'Wij propageren de
bank voor iedereen te zijn. Wij willen niet
geheimzinnig doen. Integendeel, we laten
zien wat er gebeurt. Dit heeft consequen
ties voor de bouw en de inrichting: open,
doorzichtig, de drempelvrees letterlijk bij
de mensen weghalen.
'Vroeger,' zo doceert Van Rijn, 'had je
meestal de balie-boem-ho-inrichtingen.
Zo van: tot hier kan je komen beste klant,
maar niet verder. Op den duur ging dat
toch niet meer. Er kwamen steeds meer
klanten, terwijl ook de bank steeds meer
produkten ging verkopen. Vervolgens
kwam er een scheiding in snelkas en overi
ge bankdiensten, waarvoor speciale balies
kwamen, waar de diensten afzonderlijk
werden verkocht. En nu hebben we dan te
maken met de bankadviseur. Daar houden
we overigens al sinds 1 975 rekening mee.
Voor banken die vanaf die tijd zijn ge
bouwd, betekent het alleen maar een her
groeperen van de meubels. Voor oudere
inrichtingen zal het wel consequenties
hebben.
Efficiënt bankieren en de Rabobankfiloso-
Al deze krachten werken op elkaar in, bun
delen zich of stoten elkaar af. Soms krijgen
de wensen van de architect de overhand,
dan weer zijn de eisen van de gemeente
bepalend voor het resultaat of komen de
ideeën van de mensen die in de bank moe
ten werken het meest tot zijn recht.
Uiteindelijk komt er een gebouw te staan,
dat aan de belangrijkste voorwaarde vol
doet: het moet een fijn gebouw zijn waarin
op efficiënte wijze de cliënten optimaal be
diend kunnen worden