gebracht waren sterk toeristisch ge
tint. De Apeldoornse Echoput, het
Kurhaus van Scheveningen, de Dam
en dergelijke attracties voor dagjes
mensen. Voor ons zijn het nietszeg
gende kaarten, door hun hoge opla
gen voornamelijk geschikt om er de
kachel mee aan te maken.'
Kunstwerkjes
Onder het beschikbare ruilmate
riaal uit de eigen collectie, atten
deert Wim Beelen ('Ik wil echt niet
opscheppen, maar er zit werkelijk
mooi materiaal tussen') op kaarten
die met de hand zijn ingekleurd;
vaak ook is zijde of mica gebruikt ter
verfraaiing van de exemplaren. Het
bewijst dat er brood in zat. Wim Bee
len, met de nodige nadruk: 'Bij mij
staat het ruilen steeds voorop. Je
kunt dergelijke kunstwerkjes wel
verkopen, maar liever toch heb ik er
een of meer kaarten voor terug die
mij passen. Je moet het verzamelen
zo min mogelijk betrekken in de
geldsfeer. Als er geen ruilmateriaal
beschikbaar is, ontkom je er niet
aan. Loop je uit bij een partij bruik
baar materiaal - als niemand het
verzamelt, heb je er niks aan - en
doet de eigenaar het niet weg na een
redelijk bod van mijn kant, dan heb
ik er ook geen spijt van, als het me zo
langs de neus gaat. Toch bezwijken
maakt deze hobby dan gevaarlijk.'
Veel opoffering
Soms, vooral naarmate de spoeling
van het oorspronkelijke verzamel
gebied steeds dunner blijkt te wor
den, is de verleiding er wat bij te ne
men onweerstaanbaar. Wim Beelen
diept ter illustratie zijn collectie
Harderwijkse kaarten op, vijf welge
vulde multobanden omvattend
'Laat,' beklemtoont hij dan, 'een
ding vooral goed duidelijk zijn. Het
komt je in deze hobby zeker niet
aanwaaien.'
Beelen: 'Vergis je niet. Je moet er
veel voor doen. Als echt actieve ver-
elkaar allemaal mee te delen heb
ben. ('Lief Louisje, tante Leen zal je
nog wel eens schrijven als ze wat
vlugger wordtHij realiseert zich
opeens hoe het dagje uit enkele ge-
zamelaars onderhoud je veel schrif
telijke ruilcontacten. Dan ontmoet je
bekenden op ruilbijeenkomsten.
We weten van elkaar wie je bent,
maar vooral wat je verzamelt. Soms
leg je beslag op iets met de gedach
te die of die kan het gebruiken. Het
is wel eens mis, maar niet vaak...'
Eindeloos plezier
Interessant bij dit alles is zeker de
vraag welke omstandigheden heb
ben bijgedragen tot de populariteit
van de prentbriefkaart. Er beston
den - kan het treffender? - zelfs al
bums 'ter besparing' der ontvangen
geïllustreerde briefkaarten. Hun in
houd omvatte van alles en nog wat.
Men ontving kaarten en die
gingen telkens trouw bij
de rest van de verzameling.
In menige familie ont
stonden zo typische tijds
beelden. De nieuwsgierige
beschouwer van nu bekijkt
niet alleen de voorstelling.
Hij leest ook wat mensen
neraties geleden nog iets bijzon
ders was. Nu neemt bij zulke gele
genheden geen mens de moeite een
kaartje te posten. Daarbij komt een
ander aspect. Welke communicatie
vormen kennen we tegenwoordig al
niet? Destijds waren zulke commu
nicatiemiddelen onvoldoende inge
burgerd. Wim Beelen: 'Daar mag je
blij om zijn. Er bleef op die manier
een wereld bewaard, waaraan je
eindeloos plezier beleven kunt. Ik
raak er niet op uitgekeken. En wat
me bij al die kaarten nog wel het
meeste treft? De onnoemelijke rust
die ze uitstralen.'
Zonder angst i
Zitten wij liiei
Weest gegroet, e.
V KROKET MIJ MET.
jh H