eluws
verleden
Beestenboel
'Och, je hoeft maar ergens aardig
heid in te hebben,' klinkt het haast
verontschuldigend uit de mond van
Wim Beelen. De opbouw van diens
eigen verzameling begon eigenlijk
heel onschuldig en vanzelfsprekend
met het vergaren van prentbrief
kaarten die betrekking hadden op
Ermelo, de woonplaats van onze ver-
zamelgrage collega. Maar zoals dat
vaak gaat, kwam van het een ook
hier het andere. Thans behoren alle
dorpen op de Noordwest-Veluwe tot
het verzamelgebied. 'Er komt an
ders zo weinig bij,' heet het in een
toelichting van de man die trouwens
daarnaast ook wel iets zag in het op
sparen van kaarten waarop honden,
katten en varkens in bonte verschei
denheid staan afgebeeld.
Alles bijeengenomen kan hij putten
uit circa 5000 Veluwse kaarten, de
resterende 35 000 exemplaren uit de
collectie dienen louter tot ruilma
teriaal.
Wim Beelen: 'Datje dicht bij huis be
gint, is gemakkelijk genoeg ver
klaarbaar. Je bent nieuwsgierig, wilt
weten hoe je woonplaats er vroeger
uitzag. Geleidelijk aan krijg je een
indruk van wat er veranderde, maar
ook tref je van alles wat je nog her
kent.'
ken onder de slopershamer, ine?
denteel stelde Wim Beelen wel
kaarten beschikbaar voor de sa
menstelling van kalenders: 'Het
spreekt erg aan. Een tijdverschijn
sel. Dat is weieens anders geweest.
Vooral in de jaren zestig bestond er
nauwelijks interesse voor oude din
gen. Men streefde naar nieuw. Voor
een krats kon je toen schitterend
materiaal bemachtigen. Veel ging
naar de vuilnisbelt. Bij sterfgevallen
en zo werden hele dozen vol kaarten
aan de weg gezet. Het was rotzooi in
de ogen van de nabestaanden.'
Kerkblaadjes
Wim Beelen en een handjevol over
ijverige medespaarders zitten nu
met de gebakken peren. De 'be-
waargeneratie' sterft uit. Zeker 90
procent is al dood. Met als gevolg
een teruglopend particulier aanbod.
Oproepen in kerkblaadjes leveren
nauwelijks iets op, onverschillig of
je 50 cent biedt of 5 gulden. Toch
heeft Wim Beelen, inmiddels ruim
twaalf jaar aan de gang als kaarten-
verzamelaar, het nog meegemaakt
dat hij zielsgelukkig huiswaarts
keerde met een schoenendoos vol
kaarten voor de som van 25 gulden.
Tegenwoordig na een dag intensief
snuffelen op een ruilbeurs is het al
heel wat wanneer de oogst bestaat
uit 'een kaart of twee die ik nog niet
heb.'
De prentbriefkaart, aldus een toe
lichting, is eind vorige eeuw in
Duitsland haar opmars begonnen.
Vandaar is de rage komen over
waaien. Daar verdienden ooit dui
zend mensen hun brood met het ver
vaardigen van kaarten. 'Omstreeks
de eeuwwisseling kreeg je een ware
explosie. Uitgevers zagen er brood
in, kleine drukkerijen ook. Veel van
de kaarten die aan de man werden
Voor Wim Beelen is de geldwaarde
van z'n verzameling een bijkomstig
heid. Eerst en vooral gaat het hem
om de historische betekenis. Dan is
er de herinnerings- en herkennings-
waarde. Mensen herkennen familie
leden die op een prentbriefkaart
staan afgebeeld, anderen bekijken
vol weemoed afbeeldingen van pan
den die inmiddels allang zijn bezwe-