orde te doorkruisen, of voor de af wisseling eens niet de overbekende effecten te herhalen. Raad vragen Uit angst voor ongelukken zodra 'kunstenmakers' zich met hun werk gaan bemoeien, zijn er trouwens ook architecten genoeg die niets willen weten van een kunstenaar als bond genoot. Ze verschuilen zich vaak achter bouwtechnische uitvluchten of argumenten zoals: 'Het tast de flexibiliteit aan' of 'Zouden we dat wel doen? Over een paar jaar moet de indeling van de bankhal verande ren en dan kan een monumentale wand of een kunstzinnig beschilder de muur een nadeel zijn. Je kunt zoiets dan niet zomaar slopen.' Het vraagstuk van de toepasbaar heid laat de betrokken kunstenaars natuurlijk ook niet onberoerd. Hun opvatting: 'Kasten verschuif je toch ook. Waarom 'n kunstwerk dan niet?' Bouwlustige banken die beducht zijn voor het welles-nietes van impo tente praatcolleges kunnen in zo'n situatie mogelijk raad vragen bij één van de gemeentelijke kunststichtin gen. Ze beschikken doorgaans over heel bruikbare informatie. Het geldt ook voor de culturele raden; iedere provincie kent er één, fungerend als advies- en documentatiecentrum. Meestal zijn er ook hier wel specia listen op het terrein van de beelden de kunsten werkzaam. Hun advies praktijk is echter duidelijk minder groot dan die van twee andere in stellingen: de Amsterdamse Stich ting Kunst en Bedrijf, of het vanuit Delft opererende Centraal Orgaan voor het Scheppend Ambacht. Men probeert er zoveel mogelijk kunste naars 'aan het werk' te krijgen bij de realisering van (ver)nieuwbouw- plannen. Dat alles onder het motto: kunst is geen wereld apart, maar een deel van ons dagelijks leven, werken en wonen. Het gaat vaak om sfeerbepalende of... camoufleren de elementen, zoals het aankleden van een saaie muur of het breken van kale vlakten waar de elementen vrij spel hebben. Instellingen als COSA werken veelvuldig in samenspraak met architecten. Verspreid over di verse vakgebieden - beeldhouw kunst, keramiek, textiel, grafiek, edelsmeed- of schilderkunst - is er een documentatiesysteem opge bouwd waarin honderden kunste naars zijn vertegenwoordigd. Wat er van hen kan en mag verwacht wor den is bekend. Zonder uitzondering zijn ze in het bezit van 'de benodig de papieren'. De bemiddelings- en adviesfunctie, waarbij een honora rium geldt dat 10% beslaat van de opdrachtsom, gaat dikwijls ook ge paard met begeleiding gedurende de eigenlijke uitvoering van allerlei opdrachten. Uiteraard kan het ook voorkomen dat er oriënterende be sprekingen nodig zijn met kandi daat-opdrachtgevers. Het kan neer komen op diapresentaties waarbij het waarom van een bepaald advies ook door vergelijkingen met an- derssoortig werk wordt toegelicht. De ervaring leert dat een dergelijk proces over het algemeen tot betere resultaten leidt. Brita Bakema, adjunct-directrice bij COSA, is nauw betrokken bij de zeer gevarieerde verzoekjes om advies over het toe passen van kunst. Zij: 'Het gaat niet alleen om wat dan omgevingskunst heet. Kennis van de situatie ter plaat se is in zulke gevallen natuurlijk een vereiste. Soms ook wil een bedrijf al leen iets passends hebben om bij ju bilea te kunnen aanbieden. Dan weer is het de opgave om in samen spraak te komen tot een passende selectie van grafiek voor diverse kantoorruimten. Ook daar kun je niet klakkeloos te werk gaan en een greep doen uit de permanente gra fiekcollectie in onze tentoonstel lingsruimte. Je moet dingen kiezen die voor de gebruikers van zo'n ge bouw ook een functie hebben.' Iets opbouwen Bij COSA - hoe kan het anders? - loopt men niet warm voor 'leen- kunst'. Brita Bakema: 'Het is toch al lemaal wat onpersoonlijk, bijna ano niem, zoals in een bibliotheek. Mijn voorkeur zou toch zijn het opbouwen van een eigen collectie. Dan kun je interessante dingen doen, ook bij een niet al te groot budget. Daarbij is het wel van belang zo'n bedrag niet te versnipperen. Je zult zien, dan heeft aan het eind van de rit nog nie mand iets gehad voor het geld. Veel beter kun je dan in zo'n situatie ge leidelijk aan iets opbouwen. Bij het samenstellen van een eigen collec tie kunnen telkens de nieuwe aan winsten gepresenteerd worden, maar ook - ik noem maar wat - kun nen mensen die op iets uitgekeken zijn zelf een andere prent van hun keuze uit het depot opvragen.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 17