Kleiglasboom 16 treffelijk gaan, hier maandenlang onaangeroerd hangen blijven. Het is ook een kwestie van wennen zo nu en dan. Kunst moet je leren waarde ren. Ik heb het zelf ervaren. Je leert kijken. Eerst naar dingen die ge makkelijk aanspreken. Op de duur ga je door het contact met kunst al les anders zien. Zelfs een stad of de natuur.' Weggegooid geld? Hoeveel Rabobanken inmiddels de weg naar een kunstuitleen hebben gevonden, is niet bekend. Wel staat vast dat vroeg of laat iedere bank te maken zal krijgen met de mogelijke toepassing van beeldende kunst. Nieuwbouwplannen kunnen zo'n aanleiding zijn. Zoals gezegd weet men lang niet altijd waar men aan moet kloppen, of wil men plaatselij ke kunstenaars niet graag passe ren. Het maken van verantwoorde keuzen is lang geen eenvoudige op gave, ook niet op dit terrein. Zo zal het afleggen van een bezoek aan ateliers van kunstenaars gemakke lijk kunnen leiden tot ongewenste morele verplichtingen. Terwijl het uitsluitend de bedoeling was be taalbare kunst te bemachtigen waardoor mensen hun werkomge ving als minder kil zullen beleven. Beeldende kunst in een gebouw zal - als het goed is - het werkmilieu veraangenamen. Mits juist toege past, zullen klimaat en sfeer er een positieve invloed van ondergaan. Helaas wijst de praktijk ook al te vaak uit dat gebruikers van een kan toor de manier waarop kunst is toe gepast niet accepteren. Het spreekt hen onvoldoende aan, hetgeen dan uitmondt in opmerkingen als 'zonde van het geld...' Nogal eens zal een architect in de arm worden genomen wanneer de artistieke verfraaiing van een nieuw bankgebouw ter discussie komt. In voortdurende samenspraak kunnen er soms verrassende resultaten uit de bus komen, waarbij achteraf ie dereen moet erkennen dat de toe passing van kunst een gebouw goed heeft gedaan. Belangrijk is wel de kunstenaar te vinden die een ge bouw of omgeving ook inderdaad aan kan. Het kan gaan om meer dan alleen het simpelweg toevoegen van een of meer kunstobjecten. Deze zo genaamde ruimtelijke vormgeving dateert nog van betrekkelijk recen- te datum. Het voorstellingsvermo gen van een kunstenaar die bij nieuwbouw ook in de praatfase al meedoet, kan zo goede diensten be wijzen. Het vermogen stelt hem in staat meteen te doorzien hoe een gebouw - eenmaal voltooid - eruit gaat zien. Op zijn beurt zal zo'n kun stenaar proberen iets tot stand te brengen wat afwijkt van de bestaan de orde, zelfs wanneer hij merkt dat de aanvankelijke wensen bijvoor beeld uitgaan naar de plaatsing van een natuurgetrouw afgietsel van koe, varken of paard. Het is 's mans goed recht - afhankelijk van de plaatselijke situatie - aanbevelin gen te doen die afwijken van de standaardoplossingen. Anderzijds is er moed voor nodig de bestaande 'Tijdens de bouw zal deze of gene in stilte vast weieens de vraag 'Wat hebben we ons toch op de nek gehaald?' hebben gesteld. Ook voor de kunstenaar moet het karwei een beproeving zijn geweest. Maar achter af zijn we hier allemaal toch vreselijk wijs mee. Deze spontane bekentenis heeft betrekking op een reusachtige boom, samengesteld uit klei en glas. Het gevaarte met z'n spanwijdte van elf meter en een hoogte van 2,25 meter onttrekt in het kantoor van de Ois- terwijkse Rabobank een aantal foeilelijke vensters aan het oog. Woord voerder Verhoeven: 'We zaten met die saaie wand waar iedereen dag in dag uit tegenaan moest kijken. Dat op te fleuren was onze bedoeling. Maar eerlijk, toen we op papier de eerste ontwerpen zagen, hielden we ons hart vast. Nu het werkstuk eenmaal is voltooid, valt van de aanvan kelijke terughoudendheid geen spoortje meer te bekennen. Het is een mooi gezicht, vooral als het zonlicht weerkaatst in de brokken glas.' Maker van het Oisterwijkse kunstwerk is de Tilburgse glazenier Stef Hagemeier (32). Bijna 800 kilogram klei verwerkte hij, om nog maar te zwijgen van de benodigde 70 vierkantö meter glas. In totaal bestaat de boom van klei en glas uit circa 1100 keramische segmenten. Alle on derdelen moesten - eenmaal gebakken - als een soort legpuzzel weer in en aan elkaar worden gepast. Al bij het bakprocédé van de brosse klei in twee kameroventjes deden zich de nodige complicaties voor. Dunne onderdelen vertoonden meer krimp dan andere stukken, met als gevolg dat er heel wat opnieuw de oven in moesten... Stef Hage meier daarover: 'Voor mij ligt in het overwinnen van dit soort proble men nu juist de grootste uitdaging. Opdrachtgevers realiseren het zich niet eens, maar het komt je creativiteit ten goede. Je bent gedwongen oplossingen te zoeken die niet alleen esthetisch verantwoord, maar ook praktisch uitvoerbaar horen te zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1981 | | pagina 16